Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak tusschen Vader, Moeder en Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak tusschen Vader, Moeder en Kinderen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Joh. 11 : 30—32: ezus nu was nog in het vlek niet gekomen^ maar was in de plaats waar Hem Martha tegemoet gekomen was. De Joden dan die met haar in 't huis waren en haar vertroosten ziende Maria dat zij haastelijk opstond en uitging volgden haar zeggende zij gaat naar het graf opdat zij aldaar weene. Maria dan, als ze kwam waar Jezus was en Hem, zag, viel aan Zijne voeten zeggende tot Hem: eere'indien Gij hier getveest waart, zoo ware mijn broeder niet gestorven.

XXIV

Martha, 't Komt in deze versjes, zoo 't me toeschijnt, zoo zachtjes nader tot Lazarus' graf. Ik verlang al dat we met onze bespreking daaraan toe komen.

Vader. Wees toch zoo haastig niet; als wij er aan toe zijn, valt het misschien tegen. Elk versje, ja ieder zin en woord der Schrift heeft zijn beteekenis; zoo ook deze voorgelezen versjes.

Moeder. Ik verlang meer, de beteekenis dezer versjes te hooren dan naar hetgeen later volgen zal. Wie weet of wij het wel beleven zullen dat we Lazarus opstanding bespreken.

Vader. We hebben te voren het veelbeteekenend gesprek beluisterd tusschen den Heere Jezus en Martha; alsmede dat Martha haar zuster Maria tot Jezus bracht. Thans leidt ons de heilige historieschrijver, naar de omstandigheid waaronder dit alles was voorgevallen, nl. dat Jezus in Bethanië nog niet gekomen was, toen de ontmoeting en het gesprek tusschen Jezus en Martha plaats vond.

Maria. Is het dan voor ons van beteekenis dat we juisit weten moeten waar dat gebeurd is?

Vader. De juiste plaats aanwijzen heeft de Geest niet noodig geacht. We zullen daarnaar ook niet gissen. Maar de bedoeling is om ons te doen weten, dat het gerucht van Jezus' komst zioh verspreid had en tot in het stterfhuis te Bethanië was doorgedrongen. Waaruit wij dan besluiten mogen dat het Martha en Maria alleen niet waren die hoorden dat de Profeet van Nazareth in Galilea op komst was. Maar dat we van niemand anders lezen dat ze Jezus tegenliepen dan alleen van Martha.

Moeder. Nu begrijp ik het al. Vader wil ons wijzen op het verschil van de gemoedsgesteldheid tusschen de zusters en de andere inwoners van Bethanië.

Vader. Dat is juist gevat. Eer Jezus in het vlek was gekomen, was Martha al bij Hem en Maria zal straks'volgen. Het heeft menig inwoner van Bethanië koud gelaten dat Jezus op komst was, ten ware dat ze straks uit nieuwsgierigheid een kijkje zouden nemen welke wonderen er nu weer gebeuren zouden. En wellicht — en dat is wel zeker — waren de vijanden van Jezus blijde, dat Hij Zich maar onttrokken had in het Overjordaansche. Ze waren dan toch zoolang van Hem af. Die Rabbi was maar al te lastig voor hen en tegen Hem opgewassen waren ze niet. Kwam het er op aan, dan durfde niemand van dien dag aan. Hem ieits meer vragen.

Martha. Maar vader, zouden er dan niet 'meer menschen in Bethanië geweest zijn die Jezus wèl gezind waren dan juist Martha en Maria?

Vader. Dat zeg ik niet. Maar wél geloof ik dat er voor dien tijd niemand meit zulk een brand in de ziel liepen als juist dat zusterpaar. En daarom worden we hier bepaald dat Jezus nog in het vlek niet gekomen was. Er moet maar nood wezen en dan wèl zoodanige nood, die door niemand als door Jezus kan gelenigd worden.

Moeder. O ja, als een ziele in nood het oog op Jezus gevestigd heeft en in Hem, al is het maar aanvankelijk daarin verruiming gevonden heeft kan ze zich niet begrijpen dat de geheele wereld niet naar Jezus gaaft. Ze ziet en vindt daar een volheid die voor elk genoegzaam is, die waarlijk door den nood gedreven , tot Hem de toevlucht neemit.

Vader. En dus nog ééns: Jezus was in het vlek nog niet gekomen. Zulke zielen die voeten des geloofs ontvangen hebben loopen Jezus tegen. Er is een verborgen koord dat ze naar Jezus trekt. Dat zijn die liefdekoorden waarvan .de dichter van Ps. 25 handelt. O, die aantrekikings'kracht die de Heere Jezus heeft voor een naar Hem dorstende ziele, wie zal dat uitspreken? Geen wonder dat degene die van binnen dat liefdevuur niet ontstoken vinden, Hem gemakkelijk kunnen laten waar Hij is. De ééne vreest dat Hij het vlek of hun huis voorbij zal gaan en loopt Hem tegen met te zeggen: Ko^m in Gij Gezegende des Heeren, mijne ziele is voor U als een dorstig land. En een ander zou bidden met de Gadarenen dat Hij uit hunne landpalen maar wegging.

Maria. Dat was dan wellicht ook het geval met de Joden die in het sterfhuis gekomen waren om de zusters te vertroosten.

Vader. We hebben tevoren het sterfhuis te Bethanië bezien en komen daar niet op terug. We beluisteren alleen even wat er nu gebeurt nu Jezus op komst is. Er kwam roering tusschen de weenende menigte. Martha ging eerst de kamer verlaten toen ze de tijding van Jezus komst vernam. Deze tijding was geen geheim, het werd in huis verteld. Toen ze terugkwam lokte ze Maria mee, maar wellicht fluisterde zij dat maar stilletjes in haar oor: De Meester is daar en Hij roept U. Zij riep haar heimelijk. De beide zusters waren dus weg. Wie schoot er toen over om te klagen ? Vanzelf moesten de Joden toen ook het veld ruimen, maar wat de zusters wilden of deden begrepen ze niet. Ze maakten aan alles een verkeerde toepassing en zeiden: Zij gaat naar het graf opdat ze aldaar weene. Ze voelden de trek tot Jezus niet zooals de 'zusters dat deden. Naar 't graf of . . . naar Jezus. Zij gaven de voorkeur aan het graf om den doode te beweenen.

Moeder. Het komt hier weer duidelijk uit wat de apostel ons leert: De natuurlijke mensch begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn, ze zijn hem dwaasheid en hij kan ze niet verstaan omdat ze geestelijk onderscheiden worden.

Vader. Inderdaad. Als Gods volk kiezen moet tusschen Jezus en het graf van hunne dooden, dan weten ze zonder aarzelen wat ze kiezen moeten. Maar een natuurlijk mensch ölijft staroogen op het gemis, het tijdelijk gemis en laat Jezus waar Hij is. Hij zoekt zijn troost in weenen. En toch werkt de droefheid der wereld den dood. O gelukkig volk die een Jezus kennen, waarmede ze met hunne geestelijke en lichamelijke nooden vluchten en de graven der dooden, ja vader en moeder daarvoor verlaten. Dezulken zullen honderdvoud bij Hem ontvangen en straks in de toekomende eeuw het eeuwige leven verkrijgen.

Moeder. Vanzelf moet er dan die aantrekkingskracht van Jezus en tot Jezus wezen daar u straks van sprak. Anders zien wij in Hem geene gedaante nog heerlijkheid.

Vader. Ja, jammer is het, dat ook na ontvangen genade die liefdekolen zoo verdooven kan, dat een ziele het graf der wereld vaak boven Jezus verkiest. Als de grauwigheid op God verspreid ligt, zonder dat zij het merken, dan moet Jezus dikwijls achterstaan voor (geestelijk) doode broeders of zusters, vader of moeder. Geen wonder dat Jezus dan tegen hen heeft dat ze hun eerste liefde verlaten hebben. Maar laat ons nog in het kort zien hoe Maria tot Jezus komt.

Martha. Ik vind het opmer^kelijk dat Maria als ze bij Jezus komt, dezelfde woorden gebruikt die Martha reeds gesproken had: Heere indien Gij hier geweest was, zoo ware mijn broeder niet gestorven.

Vader. Die woorden zelf heibben wij toegelicht toen wij ze uit Martha's mond beluisterden. Maar dat de zusters dezelfde woorden voor Jezus spraken, daardoor wordt ons verklaard dat ze in dezelfde zaken overeenstemden. Al kwam de één vroeger en de ander later tot Jezus, al waren hunne karaktertrekken verschillend, de groote lijnen in hun hart waren dezelfde: ze waren één in liefde tot en in hoogachting voor Jezus. Ze waren één in diepe zielsvernedering, in het vallen aan Zijne voeten. Eén waren ze in geloof dat Jezus hen helpen kon. Ook ervaren ze één in zwakheid en onkunde dat Jezus eigenliijc te laat kwam omdat Lazarus gestorven was.

Moeder. Dierbare lessen. Het volk van God is zóó in de hoofdlijnen van het genadeleven één. Welk verschil er in den toeleidenden weg al wezen mag, als ze bij Jezus zijn is de meeste de minste en de voorganger als een die dient. Ik kan mij voorstellen dat Maria nu spijt had dat ze maar niet dadelijk met Martha naar Jezus gegaan was.

Vader. De eene vroeger, de andere later, ze kom.en toch allen bij Jezus en . . . dan kunnen ze de rouwklagers uit Bethanië missen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1941

De Saambinder | 4 Pagina's

Samenspraak tusschen Vader, Moeder en Kinderen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1941

De Saambinder | 4 Pagina's