JOOS VAN LAREN.

X. vraagt iets te vernemen van J. v. Laren, van wien X. een boek heeft.
Joos van Laren was uit een groote predikanten-familie. Zijn grootvader, Joos van Laren, was met diens ouders om des geloofs wille gevlucht naar Yperen, waar hij zijn opleiding ontving en zijn predikdienst aanving. In 1608 vertrok Joos Sr. naar Vlissingen, waar ook zijn zoon Daniël predikant werd, die niettegenstaande zijn Chiliasme, een ontzaglijken invloed op het volk had. Daniël had nog zes broers, die predikant waren. Onder die zes behoorde ook Joos (Jodocus Laretius) bijgenaamd „de jonge". In 1608 werd ook hij in het ambt bevestigd te Ellewoudsdijk en Oudelande; vandaar vertrok hij naar IJzendijke en na zesjarigen arbeid aldaar, werd ook hij te Vlissingen beroepen, waar hij in Oct. 1653 begraven werd in tegenwoordigheid van wel 700 personen. Joh. Teelinck en Hoornbeek hielden grafredenen. Hij was een man van ongemeene godzaligheid en geleerdheid. Vooral in de Oostersche talen was hij zeer bedreven en om zijn kennis van het Hebreeuwsch heeft hij deel gehad in de Staten-vertaling. Van hem verschenen verschillende werken in het Latijn en ook in het Nederlandsch als een korte verklaring van Psalm 16; Spiegel voor het Vereenigde Nederland; predikatie over Hosv 4 : 15 ter occasie dat het volk uit vermaak met zulk een menigte liep naar de afgodische steden van Brabant, om hun ommegang en afgoderij te bezichtigen; een preek over 1 Joh. 3 : en 52 predikatiën over bijzondere teksten; enz. ¹)

¹) Biographisch Woordenboek Dr. J. P. de Bie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen