Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Tien Geboden  Afzonderlijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Tien Geboden Afzonderlijk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Vierde Gebod

VII.

Zoo was dan de Sabbatsstrijd in ons land begonnen, In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat Voetius, Spiljardus en Teellinck zich op de Zuidholtandsche Particuliere Synode van IJsselstein in 1626 tot bevrediging der Synode inzake de sabbatsopvatting hebben verantwoord, Intusschen was in 1625 het bekende handboek der dogmatiek, de Synopsis purioris Theologiae verschenen, waarin een verhandeling van Thijsius over den Sabbat voor kwam, die echter geen^ nieuwe gezichtspunten opende, In 1628 treden vervolgens Walaeus eerst en daarna Gomarus met een verhandeling oVer den sabbat in het strijdperk.

Op aandraiig van velen, vooral van Udemans, deed Walaeus dan in 1628 zijn opvatting van den sabbat het licht zien. In onderscheiding met Thijsius, die in het midden liet of de sabbat in het paradijs dan wel pas in de woestijn is ingesteld, betoogt Walaeus. dat hij al voor den val in het paradijs is ingesteld, In aansluiting aan Dordt namelijk, onderscheidt Walaeus in het vierde gebod .tets moreels en iets ceremonieels, - Moreiel of zedelijk is, wat met des anenschen natuur overeen komt. Dat blijft dus ieder tot den jongsten dag toe verplichtend gebod in het vierde Wetswoord, Ceremonieel heeft tweeërlei beteekenis, die van typisch of schaduwach-., tig en die van tot de kerkelijke orde behoorend en is dan een niet schaduwachtig heilig gebru.'k. En nu is dit het eigenaardige bij Walaeus, dat. hij zoowel het ceremonieele in den zin van typisch en in dien van kerkelijke orde als het moréele uitstrekt tot het sabbatsgebod, zooals het vóór den val gold. Vóór den val was dus bij hem het moreele element in het sabbatsgebod, dat er één dag om de zes dagen rustdag, dus een wekelijkschfe rustdag, moest zijn voor den godsdienst. Het ceremonieele element in den zin van veranderlijke heilige orde was de nadere aanv/ijzing, dat die rustdag de zevende of laatste dag der week zou zijn. En het ceremonieele in den zin van typisch of schaduwachtig bestond in de rust en de heiliging van den sabbat, die als sacrament of sacramenteel type de eeuwige rust van lichamelijke werken afbeeldden.

Na den val < is onder het Oude Testament die ty-' pische beteekenis uitgebreid en de sabbat tot type van Christus gesteld in het gebod van Israels rust en heiliging van den sabbat. Met het lieden en sterven van Christus is al het ceremonieele vervallen en daarmede ook de bepaling van den laatsten dag der week als rustdag naar Goddelijke instelling. Gebleven is het moreele element, dat er namelijk wekelijks een rustdag moet zijn. De nadere aanwijzing van den eer=sten dag dier week ter vervanging van den laatsten rust echter, volgens hem, niel op een bevel van Christus, doch de Apostelen en de Apostolische kerk hebben hem ingesteld. Niet duidelijk is hierbij of de' Apostolische bepaling van den Zondag als rustdag rust op Goddelijke aanwijzing dan wel of zij kerkelijke instelling is. Wat de heiliging van den rustdag betreft, zegt hij, dat men zooveel rust nemen moet als tot krachtsherstel en tot heiliging van den dag noodig is. Ook schijnt hij toe te staan, dat bij veel regenweer desnoods hiet oogsten op den rustdag door de overheid dient vergund ie worden. De opvatting van Walaeus kon echter geen algeheele bevrediging geven, wat ook door Udemans, bij allen lof, dien hij Walaeus toebracht, tot uitdrukking is gebrachl; .

Nu trad ook Gomarus op, van wien men zeifs beweert, dat hij Burs de argumenten voor zijn „Weeclachte" had geleverd. Evenals Walaeus was hij al vroeger in Middelburg met de kwestie van den rustdag in aanraking geweest en beiden hadden de zes artikelen te Dordt mede opgesteld. Thans hoogleeeraar te Groningen geeft hij in 1628 in een^speciale verhandeling zijn beschouwing over Te heiliging en den oorsprong van den Oud-Testamentischen sabbat en den Nieuw-Testamentischen rustdag. Wat het eer-

ste punt betreft, de heiliging van den rustdag, is hij wel voor een strenge onderhouding. Maar wat de instelling aangaat leert hij: De instelling van den sabbat is niet geschied bij de schepping, maar eerst in de woestijn Sin, Exod, lo); die instelling is verder van Godswege bevestigd door het niet doen vallen van manna op den sabbat, en hernieuwd door het geven van het Vierde gebod ii\ de Wet op len Sinai, Gomarus verdedigt dus, wat Bürs al naar voren bracht, dat Gen. 2 : 2, 3 niet de instelling van den sabbat aangeeft, maar slechts dient om den in de woestijn pas ingestelden sabbat het volk van Israël in te scherpen. Wel onderscheidt ook hij in het vierde gebod een algemeen of moreel en een bijzonder of ceremonieel element, maar het algeme. n element is bij hem slechts, dat er een zekeren tijd moet worden afgezonderd voor den dienst Gods. En tot het ceremonieele deel van het gebod behoort, dat er wekelijks een rustdag daartoe zal zijn en dat die wekelijksche rustdag de laatste dag, dus de Zaterdag, zal wezen, Afgedacht nu van het algemeene of moreele element, dat er namelijk een zekeren tijd voor den goedsdienst moet afgezonderd worden, is heel het vierde gebod, bij Gomarus, als ceremonieel te beschouwen en dus met Christus' komst afgeschaft, zoodat de christenen den Zondag niet meer houden uit kracht van het vierde gebod. Hij is ook niet door Christus of de Apostelen ingesteld. Hij is dus een kerkelijke instelling en alleen gegrond in het vierde gebod, voorzoover dit een zekeren tijd voor den godsdienst voorschrijft. En strekte bü Walaeus het moreele element in het vierde gebod zich uit'tot de nadere bepaling in het gebod, dat er niet maar alleen een zekeren tijd. maar bepaaldelijk één dag per week, als nadere aanwijzing van dien tijd, ook onder den nieuwen dag voor den godsdienst moet worden afgezonderd, Gomarus verwerpt deze onderscheiding. Voor hem bestaat niet de tusschen het voorschrift van een zekeren tijd voor den godsdienst besteden en dé bepaling van den zevenden dag der week als rustdag staande aanwijzing van een rustdag per week, of een wekelijksche rustdag, in het gebod.

Naast Walaeus, die Gomarus op deze punten weer aariviei, trad nu ook Rivet tegen Gomarus op. Evenals Walaeus bestrijdt hij de opvatting van Gomarus als zou de sabbatsinstelling niet reeds bij de schepping, maar pas in de woestijn-en alleen Israël geldend zijn geschied. Verder onderscheidt ook hij jusschen een^ moreel en een ceremonieel element in het vierde gebod. Het moreele is echter bij hem al niet meer dan bij Gomaru" namelijk de algemeene aanwijzing in het gebod van de besteding van een zekeren tijd aan den godsdienst. Het ceremonieele element is de bepaling van den laat-. sten dag der week als rustdag en de'rust op dien dag. Vóór den val was dat ceremonieele als kerkelijke orde, dus nog niet typisch, zooals Walaeus wilde, te beschouwen. Na den val is het bovendien typisch onder het Oude Testament, en onder het Nieuwe Testament is met het wegvallen van het ceremonieele de bepaling van den eersten dag als rustdag gewoon een kerkelijke instelling. En evenals Gomarus verwerpt hij, dat tusschen de aanwijzing in het gebed van een zekeren tijd voor den godsdienst en de bepaling van den laatsten dag der week als rustdag de bepaling van één dag rust per week zou staan.

Rivet nam dus een tusschenstandpunt in. Met Walaeus was hij het eens, dat de instelling van den rustdag al vanaf het begin der wereld was, maar Gomarus stemde hij o.a. toe in de opvatting van den Christelijken rustdag.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1947

De Saambinder | 4 Pagina's

De Tien Geboden  Afzonderlijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1947

De Saambinder | 4 Pagina's