Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

X. te Z. vraagt of het geoorloofd is, dat vrouwspersonen blootshoofds in dr kerk en dat meisjes blootshoofds op de Catechisatie komen. Antwoord. We zijn het met de vraagster eens, dat dit niet geoorloofd is in de kerk of op de catechisatie. 1 Cor. 11 geeft dat duidelijk aan. We willen dat eens wat nader hier verklaren. De Apostel Paulus handels in dit hoofdstuk over enkele misstanden, die in de gemeente van Corihthe voorkwainen. Daartoe behoorde ook een uit een verkeerde opvatting van de christelijke vrijheid opgekomen praktijk, dié het onderscheid in uiterlijk voorkomen tussen mannen en vrouwen wilde wegnemen. Vrouwen gingen mannen nadoen in manieren en uiterlijk vertoon. Men beleefde eenzelfde verschijnsel als ook in onze dagen te zien is. Daarmede dreigde echter de uitdrukking naar buiten van hel sexe-onderscheid weg te raken en een verwereldlijking in de geiheente op te komen en tevens de ord'inantie Gods te dezen opzichte opzij gezet te woirden. Tegen deze misstand nu in de gemeentg konit de Apostel hier op. Aanleiding daartoe was, dat vrouwen der gemeente in het openbaar . profeteerden en dat nu in navolging van de mannen met ongedekt hoofd, dus blootshoofds gingen doen. Niet alzo, zegt de Apostel. De Vrouw moet zich niet gelijk maken "aan de man. Als een vrouw met ongedekt hoofd bidt of profeteert, dan onteert zij haar eigen hoofd (vs. 4—^6). Maar ook de man móet zich niet gelijk maken aan de vrouw (vs. 7, 14). De man toch is het beeld en de heerlijkheid Gods, maar de vrouw is de heerlijkheid van de man. Zeker is ook de .vrouw geschapen naar het beeld Gods, maar met de val is nodig geworden het se; xe-onderscheid ook door de kleding uit te drukken. De kleding is er om der zonden wil.'En omdat de man vóór de vrouw en dus ook geheel zonder haar, direct door God geschapen is, is hij de heerlijkheid Gods. Maar de vrouw ds uit de man genomen, dus na hem gekomen, en om de man geschapen. En daarin wordt hem ook een heerlijkheid boven de vrouw toegekend, waarom zij ook de heerlijkheid van de man wordt genoemd. En om nu (iie meerderheid van een manspersoon boven een vrouwspersoon, dat onderscheid in beider geslacht en oorsprong, tot uitdrukking te brengen, zal een vrouw een macht op» het hoofd hebben. De christelijke vrijheid neemt de scheppingsordinantie van de ongelijkheid van beiden niet weg, doch brengt haar tot de juiste proportie. Wat is nu die macht? Ze is een bevoegdheid, van

's Heerenv/ege aan de vrouw verleend, om gedekt in het openbaar te verschijnen en tevens een teken, dat zij ongelijk en daarin tevens ondergeschikt is aan de man. En dat teken nu is het hoofddeksel, zoals ook in vs. 15 de uitdrukking: omdat het lange haar voor een deksel haar is gegeven ziet op het opgemaakte haar met bedekking. De apostel schrijft hier dus in des FJeeren naam voor, dat de vrouw (gehuwd of ongehuwd, jonge dochters en kinderen inbegrepen), een hoofddeksel om genoemde redenen op hebben, vooral als zij in de samenkomsten der gemeente aanwezig zijn.

En dat om der engelen wil, zoals vs. 10 aangeeft. De engelen toch worden uitgezonden ten dienste van degejden, die de zahgheid beërven en leven dus mede met het leven der gemeente. Tevoren, in VS. 3, had hij al aangewezen, dat God het Hoofd is van Christus, en Christus het Hoofd is van de man, en de man (man is niet bedoeld als echtgenoot, maar als geslachtsonderscheiding) het hoofd der vrouw (weer bedoeld als soortaanduiding). •Reeds krachtens deze gezagsafdaling van God, Christus en de man vloeit de verphchting van het dekken van het hoofd voor de vrouw voort.

De Apostel voegt er nog de engelen bij, om tot betrachting aan te dringen, hetzij hij hen ten voorbeeld stelt, of op het betamelijke wijst ook ten opzichte van deze zalige troongeesten. Zo wijst de Apostel hier in des Heeren naam wereldgelijkvormigheid af en geeft hij aan hoe men in dit opzicht in kerk en catechisatie zal verkeren.

Men houde dan aan in het vermanen, waar het nodig is, vooral in onze tijd, waarin de zucht naar wereldgelijkvormighcid steeds grotere afmetingen aanneemt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 1948

De Saambinder | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 1948

De Saambinder | 4 Pagina's