Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen Ouders, Meester en Juffrouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen Ouders, Meester en Juffrouw

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONS ONDERWIJS

30. Iets over erfelijkheid en aanleg. Weer staan we bij het witte wiegje. Het kindje, dat daar wurmt met zijn knuistjes . .. het is een apart kindje, het draagt een eigen naam, het staat met. die naam als eigen persoon ingeschreven in de registers van Kerk en Staat. Het staat bij God bekend als een kindje, dat zichzelf leeft en zichzelf sterft.

De Heere gaf het bepaalde eigenschappen, die het stempelen bij het opgroeien als een bepaald mens, onderscheiden van andere. Het kreeg bij de ge- ; boorte eigensoortige kwaliteiten mee, die straks dit mensenkind als een eigen type zullen doen kennen, anders als broers en zusters, anders als vader en moeder.

Ook krijgt het kind erfelijke eigenschappen, waardoor de band aan de ouders duidelijk tot uiting komt. Welke? Ook hierin betoont de Heere, dat Hij alle, alle dingen als met Zijn hand bestuurt. Uiterlijk gelijkt het kind op vader of moeder, op een der grootouders, soms heel zwak, soms zeer uitgesproken. Het kan zelfs de aanleg, de vatbaarheid voor bepaalde ziekten van een der ouders meekrijgen, al is daarmee nog niet gezegd, dat het die ziekte krijgen zal. De totaal onkerkelijke dokter weet dat en hij vraagt, als we met ons kind komen, of de ouders ook wel eens aan die ziekte hebben geleden.

Sprekend tekent zich het kind soms af als kind van vader of moeder in manieren, temperament, karakter. In wat we noemen , , mooie" trekken; helaas maar al te vaak juist in wat niet zo fraai is. Talenten, die de Heere de ouders gaf, kan de Heere doen overgaan op de kinderen. Bijzondere intelhgentie (geschiktheid tot bepaalde handelingen) treffen we soms aan bij ouders èn kinderen. « Ook hier vertoont zich echter Gods vrijmacht. Wat hier echter duidelijk zich aftekent, is de verantwoordelijkheid der ouders.

Het is bij de opvoeding van het grootste belang, wanneer we het kind, dat we hebben op te voeden, kennen. De vele eigenschappen, waarin de ouders zichzelf terugzien in hun kinderen, vergemakkelijken deze ouders het kennen van hun opvoeding. Als ... ze dan zichzelf maar recht kennen! Calvijn begint zijn Institutie zo treffend: „De ganse somma onzer wijsheid is bijna in twee stukken gelegen: in de kennis Gods en in de kennis van onszelf." En even verder: „Daarom, een iegelijk wordt door de kennis van zichzeljF niet alleen verwekt om God te zoeken, maar wordt daartoe als met de hand geleid."

Hier wordt het duidelijk, hoe belangrijk de gezinsopvoeding is, vooral als het kind jong is. Tevens, hoe gevaarlijk het is, wanneer we ons zo gaarne tooien in een schijnkleed van rechtvaardigheid, oprechtheid en heihgheid, tenzij wij, of onze kinderen, door openbaar bewijs overwonnen worden en onze onrechtvaardigheid, schandelijkheid, dwaasheid en onreinheid voor de dag komen. Ik spreek hier weer met Calvijn.

Wat is het toch nodig, dat wij, opvoeders, ons zelf kennen! We zullen dan ook onze kinderen beter kennen, die zoveel van ons „weg" hebben. We zullen daardoor „verwekt worden voor onszelf, voor onze kinderen. God te zoeken". Aan de andere zijde ^- we wezen daarop reeds — gaf de Heere ons kind ook typische individuele kwaliteiten.

Die speciale talenten legde de Heere mede op onze hand, wanneer we het kind .moeten opvoeden. We moeten ze trachten te ontdekken, we moeten het kind de gelegenheid schenken die talenten te besteden in des Heeren dienst, het daartoe opvoeden tot, een eerbaar beroep. We moeten verhinderen, dat die talenten niet in een zweetdoek worden weggeborgen.

Als ons kind iets bijzonders in bruikleen krijgt van derden, zijn we o zo bezorgd, dat dit niet ongeschonden wtfrdt terugbezorgd. Wat moet dit te meer, met véél ernst worden gevonden, wanneer ons kind van de Heere in bruikleen kreeg zovele gaven, die het stempelen tot een eigen persoon, tot een eigen type.

Welk een zorg, vooral wanneer we weten, dat ons kind geneigd is dit al, zijn groeikracht, erfelijke eigenschappen, jjersoonlijke kwaliteiten, te besteden in de dienst der zonde!!

K. . . K.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1948

De Saambinder | 4 Pagina's

Tussen Ouders, Meester en Juffrouw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1948

De Saambinder | 4 Pagina's