Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Pieter van Dijke

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Pieter van Dijke

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

Dat de Regering tot kwijtschelding was overgegaan van de boeten van Ds. van Dijke's vrouw, zoals in ons vorig artikel vermeld, vond zijn grond in het feit, dat zij op het punt stond de gemeente van Ds. van Dijke als Chr. Afgescheiden gemeente te erkennen, zoals uit de betreffende ambtsberichten bleek. •'

Inmiddels toch hadden de kerkeraadsleden Verwijs en Van Ree, benevens 38 hdmaten, op 9 November 1843 een verzoekschrift aan de Koning gericht om als Afgescheiden gemeente erkend te mogen worden. Op 10 October 1844 kwam'toen het Koninklijk Besluit af, dat de gemeente als zodanig was erkend.

Ds. van Dijke kon dus thans vrijuit preken, maar toch, het ging niet zo goed meer als vroeger; het vragen van „vrijheid" zat hem toch dwars. Daarom besloot hij in 1846 zijn voorgangerschap niet meer zo op de voorgrond te plaatsen en daarnevens schipper en graanhandelaar te worden. Maar op de duur viel dit ook al niet mee en maakte hij plannen om naar Amerika te gaan. Doch ook hierin kwam de Heere hem evenwel tegen.

Omstreeks 1848 ontmoette hij in Vhssingen Ds. Ledeboer, van wie hij reeds veel gehoord, maar nog nimmer ontmoet had. Hij deelde deze zijn moeilijkheden mede en verzocht hem eens naar St. Philipsland te willen komen. Het antwoord van Ds. Ledeboer was echter: „Als gij Chr. Afgescheiden blijft zeker niet. Wederroep dus Uw gevraagde vrijheid en vraag dan de Koning der Koningen om vrijheid, dan zal ik wellicht eens komen."

Ds. van Dijke volgde echter Ds. Ledeboers raad niet op en alles bleef zoals het was. Na enige tijd sprak hij weer eens hierover met Ds. Ledeboer, maar deze stond erop dat hij allereerst de verkregen , , vrijheid" moest herroepen.

Na veel strijd kwam hij er eindelijk toe de verkregen „vrijheid" aan de Koning te herroepen. In dit request, dd. 7 Februari 1851, werd door Ds. van Dijke, benevens nog 9 lidmaten, die de aanvrage destijds mede hadden ondertekend, medegedeeld „dat zij door gemoedelijke bezwaren zijn geleid geworden de ontbinding van het hun vergunde regt tot het oprigten eener Chr. Afgescheiden gemeente van Uwe Majesteit te verlangen."

De Minister van Eredienst antwoordde echter, dat in hun verzoek niet kon worden getreden, zolang de betreffende bepalingen niet vervangen waren. Dit antwoord bracht Ds. van Dijke weer in de put en hij besloot andermaal naar Amerika te gaan. Maar ditmaal wilden zijn vrouw en kinderen er niets van weten. 1

Nu besloot Ds. van Dijke zijn vriend Ds. Ledeboer : nog eens te bezoeken. Hij vond deze echter niet i thuis, doch ontmoette hem onderweg en tot zijn 1 grote verwondering deelt deze hem mede, dat hij I van zijn Grote Zender last gekregen heeft om hem j tot Herder en Leraar te zalven. |

Al spoedig is hij toen op een kerkelijke vergadering ' te Benthuizen naar art. 8 DKO onderzocht en na i een proef predikatie over Joh. 13 vs. 7 werd tot zijn

ordinatie besloten. Op 23 Maart 1851 is hij dan door Ds. Ledeboer bevestigd. Alom in den lande reisde Ds. van Dijke nu rond om het Woord te prediken en de Sacramenten te bedienen'in grotere of kleinere samenkomsten van hen, die nog aan de aloude Waarheid verkleefd waren. Bediende hij de gemeenten eerst samen met Ds. Ledeboer, nadat deze op 21 October 1863 in de vreugde zijns Heeren was ingegaan stond hij alleen voor die taak.

Nadat hij reeds enige jaren met zijn gezondheid gesukkeld had, was hij in Augustus 1882 nog in de gelegenheid de gemeenten Benthuizen en Moercapelle te bedienen met 'Woord en Sacramenten. Doch het was de laatste maal, dat hij dit zou doen. Na een moeilijke reis kwam hij weer thuis, waarna hij naar bed moest, wat ook zijn sterfbed zou worden. Op Zaterdag 3 Maart 1883 ging Ds. van Dijke de eeuwige Heerlijkheid in. Op Donderdag 8 Maart d.a.v. werd zijn stoffelijk overschot onder grote belangstelling uit alle oorden des lands ter aarde besteld, waar Ds. David Janse, toen nog oefenaar te Middelburg, een grafrede hield. Op zijn graf ligt een gedenksteen met het volgende opschrift:

Hier rust het stoffelijk overschot van den WelEerwaarden Heer PIETER VAN DIJKE In zijn leven van God geleerd en geroepen Leeraar in verscheidene Gereformeerde Gemeenten zoo in Zeeland, als in Holland en Drenthe. Zijn laatste standplaats was St. Philipsland alwaar Zijn Eerwaarde is geboren den 9 Juli 1812 en aldaar zahg in den Heere ontslapen den 3 Maart 1883 in den ouderdom van 70 jaren, 7 maanden en 22 dagen en zeer plechtig begraven den 8 Maart 1883. „Want hij hadde goed gedaen in Israël beide aen Godt endc Zijnen Huise" 2 Chroh. 24 vs. 16 „Want het leven was hem Christus ende het sterven hem gewin" Phil. 1 vs, 21

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1949

De Saambinder | 4 Pagina's

Ds. Pieter van Dijke

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1949

De Saambinder | 4 Pagina's