De treurigen Sions door Christus zalig gesproken III
Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden. Matth. 5 : 4.
De volmaakte liefde drijft de vreze buiten. Gods eeuwige barmhartigheid wordt dezulken ontsloten, in de openbaring van de volmaakte Borggerechtigheid van Christus. De Heere ontsluit Zijn Verbond in de Verbondsmiddelaar. Een rechte weg tot verzoening met God wordt hun door de H. Geest in Gods Woord ontsloten. Veel was daarvan gehoord, veel daarvan gelezen, mogelijk vroeger uit beschouwingen ervan gesproken, maar het was nooit verstaan. Wat ligt er een onuitsprekelijke troost voor een verloren ziel in het gezicht van een schuldbetalende Borg, in het gelovig aanschouwen van een plaatsbekledende Middelaar. Wat wordt de volle verheerhjking van Gods recht, gelovig ingezien. Gods deugden verheerlijkt in Christus, de wet vervuld, de schuld is betaald. God is bevredigd in Christus. Zoete vrede wordt in de ziel ervaren, zalige vertroosting gesmaakt. De zozeer betreurde scheiding tussen God en de ziel wordt zo niet meer gevoeld, ziel verzadigende gemeenschap wordt doorleefd. De ziele is wonderlijk gesteld. Maar de Heere getuigt: „Ik zal mij doen overblijven een ellendig en arm volk." Dat is Gods werk. Ons werk is om met het gezicht weg te lopen en geholpen te zijn. Voor vele oprechte zielen hgt hier een strik. De Heere moge hen daar toch voor bewaren, of er uit verlossen, opdat zij meerdere oefeningen bekwamen in het leven der genade. Zalig zijn de zielen, welke hier bij vernieuwing leren treuren door de ontdekkende bediening van de Geest van Christus. Dezulken zullen nooit de openbaring van Christus in hun ziele kunnen loochenen, hieï is een verandering in hun leven gekomen, een andere bekommering is hun deel geworden. Zij zoeken de verzoening en gemeenschap met God in Christus. De verborgenheid der Godzaligheid is hun geopenbaard, maar de toepassing is hun nodig. Bij de vrijmoedige toegang tot God in de gezegende Heere Jezus, ontwaren zij toch in hun ziel, dat hun zaak niet is afgehandeld, dat zij nog dezelfde zijn gebleven, wat betreft hun openstaande schuld, hun onverzoende staat. En al moge dan het richterlijke Gods hun ziel niet meer zo drukken, en buiten sluiten, zo blijven zij toch liggen, daar waar zij het met God zijn eens geworden, als in zichzelf gans verloren. En naar de mate het geestelijk inzicht in de weg der verlossing is geweest, gevoelen zij zich nu in hun diep ongeluk en gemis. Het wordt bij vernieuwing een treuren. Zij zoeken het eigendom van Christus te mogen zijn. Dit wordt noodzakelijk in leven en sterven. Dit wordt de inhoud van hun zielswerkzaamheid. Christus eigen te zijn wordt al noodzakelijker, nademaal zij ook, naar Gods ondoorgrondelijke wijsheid, hun verdorven aard gaan beleven en inleven. Diepten des harten worden hun ontdekt, de springader van alle ongerechtigheid woelt krachtig in hun leden. Diepere zelfkennis is door de leiding van de Heilige Geest hun deel geworden. De afgrond roept tot de afgrond. Wat wordt de heihgheid van Christus dierbaar, o wat wordt die gezegende Persoon onmisbaar om tot God te genaken. Wat wordt het toch een eeuwig wonder, als zulken ooit met God verzoend en verenigd mogen worden. Daar komt nog bij, dat zij moeten wachten op de roeringen des waters, afhankelijk van 's Heeren vrijmachtige bedieningen. En bij al de vertroostingen, welke in hun hart door de H. Geest gestort worden, uit de dierbare beloften des Verbonds, blijft toch altijd de beleving van hun onverzoende staat. Hun grootste kruis is de zonde, hun grootste smart de schuld der zonde, hun grootste strijd de smet der zonde, hun grootste gemis is de verzoening en heiliging van hun ontblote ziel. De weg daartoe is hun in Christus ontsloten, Gods eeuwige liefde in Christus tot verzoening en verlossing is hun al meer en meer verklaard. De zoete vruchten uit Christus' volheid in het hart gesmaakt, als de beginselen der eeuwige vreugde, maar toch, zij blijven treuren, dewijl zij in hun onverzoende verhouding tot de grote God terugvallen! Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden. Als het God behaagt, naar loutere souvereiniteit, met deze ongetrooste zielen, richterlijk af te handelen in de vierschaar der consciëntie, zo zal Hij hare ontblote ziele troosten, in de genadige wegschenking van Sions Borg, in hun hart.
Door de onmogelijkheid ener algehele afsnijding heen, in de volle verheerlijking van al Gods deugden, in de volle overreding en hartelijke aanvaarding van eigen doemstaat, bekomt de ziele de vrijspraak van de Rechter; in de aanvaarding des Vaders, van de opgebrachte gerechtigheid van Christus. Hij in hun plaats in Gods gericht. Hij in hun plaats Gods Waarheid bevestigd. Hij in hun plaats geleefd, heilig, onnozel, onbesmet. Hij in hun plaats gestorven onder het oordeel. Hij in hun plaats de helse angsten geleden, en zij in Hem gerechtvaardigd, geheiligd, verheerlijkt. Door Hem met God verzoend, in Hem met God verenigd en bevredigd. In Christus erfgenaam van alles in een eeuwig, zalig leven. In Hem meer dan overwinnaar. Zoete, zalige vertroosting! O, dat eeuwige wonder, nooit genoeg bewonderd, nooit uit te wonderen. Een eeuwigheid is daartoe nodig. Och eeuwigheid, kom ras, och dat ik bij U was. Maar Gods volk leeft hier in de strijdende kerk. Zij leven op aarde, zij leven in een lichaam der zonde, zij blijven satans listen, 's werelds verleidingen en eigen ik onderworpen. Dit alles naar 's Heeren wijs beleid, uit Zijn eeuwige trouw en liefde, tot verdere vernieuwing naar Gods beeld, tot bekwaammaking der zalige gemeenschap van de Drieënige Verbonds God.
Middelburg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1950
De Saambinder | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1950
De Saambinder | 4 Pagina's