De wereldgelijkvormigheid II

In ons vorig artikel over bovengenoemd onderwerp schreven wij reeds hoe in onze veelbewogen tijden alles steeds verder wegzakt van het ware leven overeenkomstig Gods Woord en Wet. Hoe is het gezinsleven van velen anders geworden dan in de voorgaande tijden. Waar vroeger het gezin veel de vrije uren met elkander nuttig en stichtelijk te samen in de huiselijke kring doorbracht, is daartegenover nu de uithuizigheid en het vermaak zoeken buiten de ouderlijke woning, vooral ook onder de jongeren, een gewoonte geworden. En hoe is, afgezien hiervan, het in vele gezinnen zelf gesteld? Temeer heeft dit betekenis waar de vijand op allerlei wijze bedekt of openbaar met allerlei listen de mens zoekt af te houden van het leven naar en de liefde tot .Gods Woord en ordinantiën. Denk slechts aan de radio, die helaas zo' algemeen geworden is, en welk een gevaar deze teweegbrengt in de gezinnen, waar vader of moeder niet zeer streng toezien, om nu maar niet te spreken over de gevolgen "daarvan in die gezinnen, waar de ouders zelf voorgaan om alles maar aan te willen horen. De wereld toch wordt door de radio op een gemakkelijke wijze in huis gehaald en van alles kan er door worden vernomen. Daartegenover wordt de lust tot onderzoek van Gods Woord en het lezen van die geschriften., die van de heilgeheimen in dat Woord geopenbaard, spreken, hetzij in historische of dogmatische zin, of op bevindelijke wijze, steeds minder. Wat weten weinig mensen meer af van de geschiedenissen van Gods kerk in de loop der eeuwen, alsook van de wonderdaden Gods in algemene en bijzondere zin, verheerlijkt in onze rijke landshistorie.

Ook mag. ons oog niet gesloten zijn voor de listen van de geesten uit de afgrond, die op zeer listige wijze degenen, die nog onder het Woord leven, zoeken af te trekken en de kerk trachten te verwereldlijken door de wereld te „verchristelijken". Wat is in onze dagen nu niet „Christelijk" meer. Men kan Christelijk dansen, voetballen, allerlei sport beoefenen, ja wat al niet meer, en ook al Christelijk naar de bioscoop gaan en een Christelijke film bekijken. Zo ver is het gekomen dat men soms uit de mond van mensen, die onder de waarheid opgevoed zijn, kunt horen de vraag, wat er op een Christelijke film nu eigenlijk tegen is. Gelukkig mogen wij zeggen, dat het bioscoopbezoek allerwege in onze gemeenten scherp wordt veroordeeld en dan ook nagenoeg niet voorkomt, afgezien dan van enkele halsstarrigen, die, ondanks alle vermaningen, zich verharden. Toch is het niet ondienstig hierbij eens even stil te staan. De film staat immers, in algemene zin gesproken, in dienst van de machten des ongeloofs, en wij kunnen gerust zeggen dat het biosooopwezen een werk  is van de geesten uit de afgrond. Men heeft zeer terecht de bioscoop het voorportaal der hel genoemd. Welk een verderfelijke invloed dan ook van de bioscoop uitgaat hebben zeer vele rapporten en geschriften duidelijk bewezen Maar, zeggen sommigen in onze dagen, met de Christelijke film is het toch wel anders gesteld. Dit is echter juist de grotere list der geesten die niet uit God zijn. Hier bemerkt ge, zoals wel eens gezegd wordt, de duivel op muiltjes, inplaats van op klompen. Om het doel te bereiken wordt dan dikwijls niet geschroomd om Gods Woord te gaan verfilmen. De Bijbel is daarbij echter een mooi boek geworden, met vele interessante geschiedenissen, die dan dienstbaar moeten zijn tot bekoring van het bedorven vlees en boeiïng van de verdwaasde geest van de gevallen mens. Met een Gode vijandig hart, wat weigert te bukken onder het gezag van Gods Woord en Wet, schroomt men niet, wat God ons tot lering of tot waarschuwing deed beschrijven, tot een kijkspel voor de verdorven mens te maken en deze zich daaraan te laten vergapen. Het gaan naar de gewone of z.g. Christelijke bioscoop, tot bezichtiging van de gewone of z.g. Bijbelse film, is te vergelijken met het gaan van Saul naar de toveres te Endor. En wie naar het werk van de geesten uit de afgrond wil zien of luisteren, mag vrezen met Saul voor eeuwig in de afgrond te verzinken. Al dat geredeneer, dat door de z.g. Christelijke film sommigen voor Gods Woord zouden kunnen gewonnen worden, en door het beeld veel verduidelijkt kan worden, heeft geen enkele grond, en is een verheffing boven de regel van Gods Woord en Wet, wijl de Heere Zijn Christenen niet door stomme beelden, maar door de levende „verkondiging" Zijns Woords wil onderwezen hebben (Zondag 35). 

Hoe noodzakelijk is het toch dat voortdurend tegen de boze lusten en verdorven begeerten van ons Gode vijandig hart gewaarschuwd wordt. Van den beginne is de vijand er op uit de mens te verlokken en te verstrikken in zijn hels bedrog. Hoeveel welvaart en rijkdom, door God genadiglijk nog verleend, is door wereldzin vergaan. Tot in de diepste ellende is menigeen verzonken, die een vriend der wereld wilde zijn. Dat onze ogen toch open mogen zijn voor de listige verleiding des satans, die het nu eens probeert als een briesende leeuw en dan weer als een engel des lichts. Een volgende keer hopen we D.V. eens op de bestrijding daarvan te letten. Dat het onze bede gedurig zij:

Doe mij op 't pad van Uw geboden treên;
Schraag op dat spoor mijn wankelende gangen:
Daar strekt zich al mijn lust en liefde heen.
Ai neig mijn hart en vurig zielsverlangen,
O Heer'! naar Uw getuigenis alleen;
Laat gierigheid mij in haar strik niet vangen!

Psalm 119 : 18 * * *

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen