Onderwijs

Bij de aanvang der cursus op 1 September 1952 telde de Kweekschool 119 leerlingen. Het personeel bestond uit zeven leerkrachten en twee vakleerkrachten, waarvan er vijf voor rekening kwamen van het bestuur. De erkenning van de Kweekschool, voor de derde maal aangevraagd in Januari 1952, verkreeg wel een gunstig advies van de Onderwijsraad; ook de hoofdambtenaren van het departement werkten mee tot verkrijging van de erkenning. Aller verwachtingen waren, dat de zaak in orde zou komen vóór het tot stand' komen van de nieuwe Kweekschoolwet, die Juli 1952 in de Staatscourant zou komen. De toenmalige minister van Onderwijs, prof. Kutten, heeft echter de gereedliggende stukken niet willen tekenen. Na maanden wachten en vele pogingen om de minister tot andere gedachten te brengen, kwam eindelijk de mondelinge boodschap: Er moet nog maar eens opnieuw worden aangevraagd. Dit heeft plaats gehad na een audiëntie bij de huidige minister Cals. De vierde aanvrage, ingediend in Januari 1953, stond er goed voor, omdat de medewerking was verkregen van vele bevoegde leerkrachten van het Christelijk Lyceum uit Goes. Toen de Synodale Commissie na de evacuatie van de Kweekschool ging informeren, bleek, dat men stond op volledige bevoegdheden voor Nederlands en Paedagogiek.

Onze directeur, de heer P. Kuijt, stelde zijn functie vrijwillig beschikbaar. Dat daarna de Synodale Commissie kon komen met de heer Koppejan als directeur, die zeer binnenkort volledige bevoegdheid kon behalen, mocht niet baten. In Mei 1953 volgde opnieuw een afwijzing van de erkenningsaanvrage.

Wel ontvangen de leerlingen van onze Kweekschool zo nodig uitstel van eerste oefening van militaire dienst en komen ze in aanmerking voor een studiebeurs; een bewijs, dat onze school wordt aangemerkt als een volwaardige opleidingsinrichting.

De evacuatie na de Ramp van 1 Februari 1953 bracht grote moeilijkheden mee voor de Kweekschool. Door grote medewerking van de directeur en het bestuur van de Christelijke Kweekschool „Rehoboth", alsmede van het gemeentebestuur van Utrecht en Bunnik, kon het onderwijs reeds vóór half Februari 1953 weer worden voortgezet te Utrecht. In overleg met het bestuur te Krabbendijke en op advies van de Synodale Commissie is de school op 1 April 1953 weergekeerd naar Krabbendijke. 

Zoals begrijpelijk, heeft het onderwijs wel enige terugslag gehad, vooral in de examenklassen. Hoewel er op 't examen voor de onderwijzersakte geen clementie is gebruikt, mochten toch 27 candidaten hun^akte halen, zodat ze vele van onze scholen hebben kunnen helpen. Bij de terugkeer naar Krabbendijke stonden de financiën der school er slecht voor. Een oproep van onze voorzitter. Ds W. de Wit, die we tot onze grote smart thans missen, had evenwel ten gevolge, dat met 31 Augustus 1953 kon gesloten worden met een batig saldo.

Op advies van de Synodale Commissie is het personeel, dat per 1 September 1953 vertrok naar elders, vervangen door zo veel mogelijk bevoegde leerkrachten. Zulks met het oog op een eventuele nieuwe erkenningsaanvrage.

Echter is in de loop van het jaar 1953 komen vast te staan, dat bij een mogelijke erkenning het bestuur zou komen te staan voor schier onoverkomelijke moeilijkheden. De minister wenst geen scholen meer te subsidiëren de eerste 4 a 5 jaar, omdat hij wil wachten op een meer stabiel geboortecijfer. Dan zullen er nieuwe kweekscholen komen, oude verdwijnen, al naar het aantal onderwijzers, dat verschillende groepen van de bevolking nodig zullen hebben. ledere groep krijgt dan zo veel mogelijk haar eigen school (scholen).

Zodoende is de Kweekschool door het Departement, dat eist een kweekschool met volledig lesrooster en leerplan, met volledig bevoegd personeel, op hoge kosten gejaagd, zonder dat dit ook maar enig effect afwerpt voor subsidiëring. Dit laat zich wel degelijk gevoelen in de financiën der school, die verre van rooskleurig zijn. Aan de kerkeraden is een verzoek gezonden om te collecteren, zo spoedig mogelijk. We kunnen onze school niet missen en zullen haar met de hulp des Heeren zoeken in stand te houden, waartoe we aller medewerking inroepen. De Synodale Commissie ziet met voldoening terug op hetgeen het afgelopen boekjaar is gepresteerd door de Kweekschool en beveelt de school in aller gebed en belangstelling hartelijk aan.

Namens de Synodale Commissie, Ds F. J. DIELEMAN, wnd. voorzitter ABR. LUTEYN, secretaris

Giro 390262 Boerenleenbank (Kweekschool), Krabbendijke.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen