Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Paasfeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Paasfeest

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit artikel wilden wij iets schrijven over de wijze, waarop in vroeger eeuwen het Paasfeest werd gevierd. Het Paasfeest werd het eerste van alle heilsfeiten algemeen door de kerk gehouden. Men vierde het reeds ten tijde van de apostelen, terwijl Kerstfeest en Pinksteren pas in veel later tijd werden ingesteld.

In de eerste christelijke kerk was op Goede Vrijdag de kerk als in diepe rouw gedompeld, gepreekt werd die dag over het lijden en sterven van de Heere Jezus en 's avonds werd het Heilig Avondmaal gehouden, terwijl . men de gehele dag vastte. Op Goede Vrijdag werden ook de boetelingen weer in de schoot der kerk opgenomen. Ook de Zaterdag tussen Goede Vrijdag en Pasen bracht men in strenge onthouding en afzondering door. Op de avond van die dag en in de nacht van Zaterdag op Zondag werden de catechumenen (degenen, die zich bij de kerk wensten aan te sluiten en die daartoe onderwezen waren) gedoopt.

De nacht van Zaterdag op Zondag bracht men door met gebed, het lezen van de Wet, de Psalmen en het Evangelie of men vierde het Heilig Avondmaal. Zo wenste men wakende de dag der opstanding te verbeiden. Zodra het morgenlicht van de Zondag der opstanding doorbrak en de klokken begonnen te luiden, snelde men uit kerken en huizen, omhelsde men elkander, begroette elkaar met de broederkus, en uit aller mond klonk de triomfkreet: „De Heere is waarlijk opgestaan".

Er was dan diepe vreugde en hemelse blijdschap in de harten der christenen. Zes dagen lang vierde men dan Paasfeest. In die week werd bijzonder weldadigheid bewezen aan zieken en armen, gevangenen en slaven. De rijken richtten overvloedige maaltijden aan om de armen te verzadigen.

Vele christenmeesters gaven dan aan hun slaven de vrijheid. In die week werd ook niet gevast, en niet knielende gebeden, zoals gewoonlijk, als teken van verbrijzeling des harten, maar staande, als teken dat men vol was van blijdschap en vrede. Op de Zondag na Pasen kwamen de gedoopten, die de doop de Zaterdag vóór Pasen hadden ontvangen, voor het laatst in witte klederen naar de kerk, en daarmee was dan het Paasfeest besloten.

Langzamerhand verwereldlijkte het Paasfeest echter meer en meer en begon men zich te buiten te gaan aan allerlei heidense gebruiken en buitensporigheden. 

In de Middeleeuwen was Pasen het hoogfeest van de kerk. Op Pasen werd het doopwater door de bisschop gewijd, en de priester sprak de zegen uit over brood en vlees omdat men op dit feest alleen "gewijde" spijzen mocht eten. Op de Paasmorgen, als het nog donker was, werden de mensen met trompetgeschal en klokgelui naar de kerk geroepen, die voor deze gelegenheid versierd was. De paden van de kerk waren dan met bloemen bestrooid, de wanden met groen getooid en de beelden met edelgesteente en goud versierd. Zo gingen pracht en praal de plaats innemen van de ware geestelijke vreugde, die in de eerste eeuwen de boventoon vierde. De vorm ging het wezen verdringen. j I

Ook werden in die tijd voorstellingen gegeven van het lijden, sterven en de opstanding. Deze „toneelstukken", mirakelen, mysteriën of passiespelen genoemd, werden ; niet alleen buiten de kerk vertoond op de markt of op J het kerkhof, maar ook in de kerk, waarbij de priesters ook een werkzaam aandeel hadden.

Wel een bewijs, hoe de kerk meer en meer verwereldlijkte. Ook begonnen de priesters sinds de 7e eeuw met Pasen het volk in hun preken te vermaken door allerlei lachwekkende dingen naar voren te brengen. Zo zonk 1 de kerk al dieper weg in verwereldlijking en het bijgeloof. 

De reformatie verzette zich fel tegen al dit goddeloos j gedoe. Toch hebben ook onze vaderen altijd moeten  strijden tegen de uitspattingen, die met Pasen plaats  vonden. Daarom hebben vele van de vaderen zich tegen  de feestdagen verzet, vanwege het misbruik dat er van  gemaakt werd en men is eigenlijk pas na sterke drang van de overheid er toe overgegaan om de christelijke  feestdagen te vieren.

In de 17e en 18e eeuw werden de Paasdagen zeer stemmig gevierd. Maar op de 2e Paasdag stroomde de menigte naar buiten, zocht de bierhuizen op, de paasdans nam een aanvang, terwijl men elkaar tracteerde op paaseieren, paaskoek, paasbrood enz. Jaarlijks, moest de overheid tegen die tijd strenge plakkaten uitvaardigen om het dobbelen, kaarten en priemen tegen te gaan. Aan deze uitspattingen was niet vreemd het feit, dat de kerk in die tijd staatskerk was en velen zich bij de kerk aansloten, omdat dat nu eenmaal zo behoorde, zonder dat men de gereformeerde leer kende en in de practijk bracht.

De strijd van onze vaderen tegen de feestdagen is door dit alles dan ook wel te begrijpen. Ook in onze dagen is het Paasfeest geheel verwereldlijkt. Velen weten zelfs niet eens meer wat de kerk dan herdenkt en voor velen betekent Pasen dan ook niet anders dan uitgaan enz.

Hoe is het met ons lezers? Wij kennen allen de betekenis van Pasen, al is het in historiële zin. Wij zullen ons op Pasen wel niet gedragen gelijk de wereld, maar dat is niet genoeg! Is er in ons hart al plaats gekomen voor het geheim waarvan Pasen spreekt? Hebben wij onze doodstaat, waarin wij van nature verkeren, al leren kennen? Zal er plaats voor de opgestane Levensvorst, Die de dood overwon en het leven onsterfelijk aanbracht, zijn in ons hart, dan zullen wij onze verlorenheid krachtens onze erf- en dadelijke zonden in veroordelen van onszelf en rechtvaardigen van God, toch hebben leren bewenen.

Het Paasfeest spreekt immers van het wonder der wonderen, van opwekkiag uit de dood tot het leven in de Goddelijke gunst op grond van recht en gerechtigheid. Grote scharen maken zich in onze tijd op om op de straten luide te roemen, te zingen van „de opgestane Heere", zonder dat er ooit de minste behoefte aan zulk Eén door hen gekend wordt. Ja, in de practijk zich menigmaal vijanden van zulk Eén betonen.

Gelukkig zijn echter degenen in wier hart voor Hem plaats gemaakt is. Zij zullen worden verblijd. Hoe troostvol is immers voor hen, door de onderwerpelijke toepassing des Geestes, de boodschap: „De Heere is waarlijk opgestaan en is van Simon gezien".

Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 1955

De Saambinder | 4 Pagina's

Het Paasfeest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 1955

De Saambinder | 4 Pagina's