Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bede van Christus' bruid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bede van Christus' bruid

6 minuten leestijd

Trek mij, wij zullen U nalopen.
Hooglied 1 : 4a

De oude rabbijnen erkenden zelfs de diepe geestelijke betekenis van het Hooglied. Salomo was voor hen de vredevorst en Sulamith de gemeente Israëls. Wij beschouwen op het voetspoor der oude godgeleerden, het Hooglied als een bruiloftszang, waarin bezongen wordt, de liefde tussen Christus, de meerdere Salomo en Zijn uitverkoren bruid. Trek mij, wij zullen U nalopen, is de bede van de bruid.
We willen even letten, wat die bede onderstelt, en wat in die bede wordt begeerd. Zij spreekt eerst in het enkelvoud: Trek mij; en dan in het meervoud: Wij zullen U nalopen.
De kerk des Heeren is niet een vereniging van allerlei soort van mensen met onderscheidene gevoelens en opvattingen, maar de vergadering der ware Christ-gelovigen; allen hun zaligheid verwachtende van Jezus Christus. Gewassen zijnde in Zijn bloed, verzegeld met de Heilige Geest. Zij is dus de uitverkoren bruid van Christus. Er is in Gods kerk niet alleen een schone harmonie, maar ook een rijke verscheidenheid. De gemeente des Heeren is één grote kudde onder leiding van de grote Opperherder. Toch zijn die schapen geen kuddedieren of onpersoonlijke nummers.
De Heere roept Zijn schapen bij name, en overeenkomstig aard en aanleg worden ze geleid. De bede: Trek mij, wij zullen U nalopen, heeft dus betekenis voor Gods volk in het algemeen, maar ook voor elk van Gods kinderen in het bijzonder.
Die bede getuigt van rechte zelfkennis. Zij onderstelt haar machteloosheid waarin we echter niets bespeuren van valse lijdelijkheid. Immers, zij begeert om Christus te volgen en in Zijn voetstappen te wandelen, maar is uit zichzelf daar niet toe in staat, zodat ze Zijn trekkende liefde inroept.
Er is volgens Gods Woord onderscheid tussen het trekken van de Vader en het trekken van de Zoon. In Joh. 6 zegt Christus: Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader die Mij gezonden heeft, hem trekke. Die eerste trekking valt in de inwendige roeping en wedergeboorte. Dat trekken onderstelt, dat er allerlei machten zijn die ons vasthouden en niet willen loslaten. Gods kinderen worden dan ook getrokken uit de macht der duisternis. De vorst der duisternis laat zijn prooi niet gaarne los. Voor de almacht Gods moet hij het echter opgeven. De diepe oorzaak dat de Heere mensen trekt, ligt in Zijn eeuwige liefde. Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde, en daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. De liefde is sterk als de dood en niets en niemand is in staat om de keurlingen van Gods welbehagen van God af te houden.
In onze tekst gaat het om het trekken van de aanvankelijk vrijgemaakte bruid door de Bruidegom. De navolging van Christus op de weg van heiligmaking is een belangrijke zaak. Die weg is een kruisweg. Zo iemand achter Mij wil komen, verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij. De Heere maakt Zijn volk gewillig. Maar ondanks de beminnelijkheid en de aantrekkelijkheid van de Bruidegom, is er zoveel dat haar belemmerd Hem te volgen. In de eerste plaats is zelfverloochening noodzakelijk. Een ander verloochenen is niet zo moeilijk, maar onszelf verloochenen is voor een eigenlievend mens zo zwaar. In de weg der waarachtige bekering moet de oude mens gekruist, gedood en begraven worden. Geestelijk sterven is een pijnlijk sterven, want die oude mens moet aan het kruis worden genageld, opdat het lichaam der zonde teniet gedaan worde. Zelfverloochening is mogelijk als door de werking van Gods Geest de kracht van Christus opstanding in ons wordt geopenbaard. Paulus zegt in zijn Philippenzer brief: Opdat ik Hem kenne en de kracht Zijner opstanding, Zijn lijden en dood gelijkvormig wordende. Het kruis van Christus kunnen wij niet dragen en behoeven wij ook niet te dragen, want Hij heeft de pers alleen getreden. Wij moeten ons kruis opnemen en Hem navolgen, dat wil zeggen, dat wij gewillig de smaad moeten aanvaarden die onafscheidelijk verbonden is aan de belijdenis van Zijn Naam. Mozes achtte de smaadheid van Christus, meerdere rijkdom dan de schatten van Egypte.
Trek mij, wij zullen U nalopen. De bruid geeft getuigenis van haar gewilligheid haar Bruidegom te volgen. Hij kan alles wat haar in de weg staat, wegnemen. Hij trekt met koorden van goedertierenheid. De kruisweg is echter ook vol moeilijkheden en hindernissen. Gods kinderen moeten geoefend worden in de geestelijke wapenhandel. Daarom hebben zij nodig het borstwapen der gerechtigheid, de helm van de hoop der zaligheid. Zij moeten nemen het schild des geloofs om alle vurige pijlen des bozen te kunnen uitblussen, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord. Bij die wapenrusting behoren ook schoenen. Vroeger werden vaak allerlei scherpe voorwerpen op de weg gestrooid om in oorlogstijd het voortgaan der vijandelijke troepen te belemmeren. Zo is het ook in de geestelijke strijd.
Daarom moeten onze voeten geschoeid zijn met de schoenen van de bereidheid des Evangelies. Dan vragen we niet alleen om getrokken te worden, maar als geestelijke krijgslieden trekken we moedig verder met het lied op onze lippen:

Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden.
Wil mij voor struikelen bevrijden
En ga mij met Uw heillicht voor.

Dan is Zijn Woord een lamp voor onze voet en een licht op ons pad. De Heere geve dat nog vele dode, machteloze, vijandige zondaren getrokken worden uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Wanneer dat niet plaats heeft, zinken we straks weg in de buitenste duisternis. Het licht van het Evangelie schijnt nog en daarom opene de Heere onze blinde zielsogen en doorbore Hij onze oren om te luisteren naar Zijn roepstem: Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de doden en Christus zal over u lichten.
Trekke de Heere Zijn volk uit de aardsgezindheid, geestelijke dodigheid, wettische dienstbaarheid om Christus te volgen waar Hij ook heengaat. De schapen van Zijn kudde bezitten 'twee kenmerken. Eén kenmerk aan hun oor, en één kenmerk aan hun voet. Mijn schapen horen Mijn stem en zij volgen Mij. Dat horen houdt in dat zij ook gehoorzamen en Zijn voetstappen drukken. De kruisweg loopt uit in de eeuwige heerlijkheid. Nu zijn de bokken nog met de schapen, vermengd. Straks worden ze van elkander gescheiden. Dan komt de laatste scheuring, maar dat is geen droeve maar een gezegende scheuring. Dan worden we van de stotende bokken verlost en zullen al de schapen uit de mond van hun Herder vernemen: Kom in, gij gezegende Mijns Vaders en beërf het koninkrijk hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld.
R.    de Bl.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 1955

De Saambinder | 4 Pagina's

De bede van Christus' bruid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 1955

De Saambinder | 4 Pagina's