Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

AFSCHEID VAN Ds. P. HONKOOP VAN RIJSSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AFSCHEID VAN Ds. P. HONKOOP VAN RIJSSEN

6 minuten leestijd

Op Pinkstermaandag, 's morgens om half elf, nam Ds. P. Honkoop afscheid van de Geref. Gemeente (Noorderkerk) te Rijssen, wegens vertrek naar Yerseke. Onder het zingen van Psalm 122 : 2 en 3, beklom Ds. Honkoop voor de laatste maal de kansel in het grote kerkgebouw, dat tot de laatste plaats was bezet, terwijl velen nog op het podium een plaats hadden gekregen.
Nadat Ds. Honkoop in het gebed vooral de noden van de grote, herderloze gemeente de Heere had opgedragen, koos hij tot tekst voor deze plechtigheid Joh. 14 : 16: „En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid".
Naar aanleiding van deze woorden stond Ds. Honkoop stil bij: De zending van de Trooster. Hij bepaalde zijn gehoor achtereenvolgens bij: 1e. De Zoon, Die bidt; 2e. De Vader, Die zendt en 3e. De Geest, Die troost.
In zijn inleidend woord merkte Ds. Honkoop op, dat het Gods recht is om tot de één te zeggen: Ga, en hij gaat en tot de ander: Kom, en hij komt. We konden de roeping niet langer tegenstaan en mochten ons met een volkomen hart overgeven aan de gemeente van Yerseke, waar sedert 1933 banden der liefde werden gelegd. We mochten ons geven in de hand des Heeren, om hem te volgen. Veel, zéér veel moeten we hier achterlaten, wat het vleselijke betreft. Maar, hoe smartelijk het ook moge zijn, dit is mijn troost, al zwerven we alleen rond op de wereld: Mijn Jezus leeft nog en leeft tot in alle eeuwigheid. Die heeft beloofd bij ons te blijven. Bij die Geest, waarom de Heere Jezus bad, willen we stilstaan om afscheid te nemen.
1e. De Zoon, Die bidt.
Allereerst stond spreker stil bij de grote betekenis van de geboorte en het leven van de Heere Jezus. Het leek een verlies, toen Hij deze aarde verliet. Maar Jezus troostte hen. Hieruit is te leren, dat het van groot nut was, dat Jezus Zijn kerk verliet met Zijn lichamelijke tegenwoordigheid, dat Hij Zijn bruidskerk geen wezen zal laten, dat Hij Zijn volk en erfdeel nooit begeven en verlaten zal, ook ten opzichte van de kerk als instituut en dat u, gemeente, gegeven zal worden al wat gij de Vader bidt in Zijn Naam. Leg u noden open voor Hem, opdat de heerlijkheid Gods geopenbaard moge worden.
2e. De Vader, Die zendt.
Hij, Die het recht vertegenwoordigde, was door het zenden van de Geest, volkomen voldaan over het werk van Zijn Zoon. Hadden de discipelen die Geest dan niet? Zeker, maar niet in die mate. Op de Pinksterdag werd de Geest overvloediger en op rijkere wijze uitgestort. De Geest daalde in Zijn Persoon op het Pinksterfeest neder en stortte Zijn gaven uit in de gemeente.
3e. De Geest, Die troost.
Het woord trooster kan in de grondtekst drie betekenissen hebben.
1e. Advocaat. Hij komt onze zwakheden te hulp en geeft ons toegang tot het binnenste heiligdom. Hij opent onze harten. Hij moge daartoe ook u gegeven worden.
2e. Leraar of onderwijzer. We mogen bidden, dat Hij ook u als zodanig gegeven mag worden, om u te onderwijzen, om u te leren kennen de diepte van uw dood"staat, maar ook de Goddelijke rechtvaardigheid en heiligheid. Verder gaat Hij in het Evangelie ontsluiten de dierbaarheid van Christus, opdat men zich op Zijn gerechtigheid en offerande zou laten zinken. Weg met onze werken, het is Christus alleen. Die uitgeroepen heeft: Het is volbracht.
3e. Trooster. Niet alleen in droefheid of beproeving, of in diepe wegen, maar ook dan, als God Zijn heilig recht verheerlijken gaat in de vierschaar van onze consciëntie en als we het Goddelijk recht liever krijgen, dan onze eigen behoudenis.
Nadat gezongen was Psalm 85 : 4, vervolgde Ds. Honkoop: De Heilige Geest moge u gegeven worden, broeders kerkeraad en afgevaardigden van onze gemeenten en andere kerken, die ons eer aandoet door uw tegenwoordigheid. We bevelen u Gode en den Woorde Zijner genade.
Wij betrouwen de gemeente aan u toe en dragen haar aan u over. Dat gij mocht leven bij de grond, want, die de minste is bij zichzelf, is de meeste bij God. Geeft de teugels in handen van Jezus, laat Hij uw leidsman zijn. In mij verliest ge maar een mensenkind, maar ge houdt God over. Het is niet uw zaak, maar de zaak Gods. Hij geve u vrede en liefde onder elkander. Dankbaar zijn wij u voor de vele weldaden en uw bijstand, inzonderheid tijdens de ziekte en het sterven van mijn vrouw.
Dank bracht spreker vervolgens aan de gemeente, voor het gouden horloge, dat de kerkeraad hem vóór de dienst namens de gemeente als aandenken had geschonken.
Ik neem afscheid van u allen: Bestuursleden en personeel van de scholen, verenigingen, catechisanten, koster en organist. Dank voor alle diensten en liefde ons bewezen en voor de geschenken, die ons ter hand werden gesteld. Vergeef mij al mijn dwaasheden en de Heere mocht ze mij ook vergeven.
Hierna werd gezongen Psalm 97 : 7. Namens kerkeraad en gemeente sprak ouderling G. J. van der Stouw. Het is niet onze bedoeling, om u te prijzen, maar toch willen wij u danken voor het voorrecht, dat we u nog zovele jaren in ons midden mochten hebben.
U hebt ons altijd de enige Weg voorgehouden en de enige Naam, door welke wij moeten zalig worden. Als kind en knecht heeft de Heere u geroepen. Een deel van uw leven mochten wij u hier bezitten. We hopen u echter nog eens weer te zien op deze kansel, om ons, in onze vacantheid voor te gaan. De Heere moge uw weg voorspoedig maken in al de arbeid, die u gaat verrichten.
Geliefde leraar, gaat dan heen in vrede. De vrede is tot hiertoe in ons midden gebleven en moge blijven. En als uw tijd gekomen zal zijn, om deze aarde te verlaten, moge God u ook doen sterven in vrede, om in te gaan in de rust, die overblijft voor het volk van God.
Gemeente, onze leraar gaat weg, maar God heeft beloofd, dat Zijn Geest nimmer van ons zal wijken. De Heere mocht de ledige plaats vervullen. Wilt de kerkeraad in alles ter hulpe zijn, maar draagt ons bovenal in het gebed.
Op verzoek van ouderling van der Stouw werd Ds. Honkoop staande toegezongen Psalm 121 : 4, waarna Ds. Honkoop met dankzegging eindigde. Na het zingen van Psalm 72 : 11: „Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen", legde de scheidende leraar voor de laatste maal de zegen op de gemeente en was deze plechtigheid ten einde.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juni 1956

De Saambinder | 4 Pagina's

AFSCHEID VAN Ds. P. HONKOOP VAN RIJSSEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juni 1956

De Saambinder | 4 Pagina's