Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingebruikneming van het nieuwe kerkgebouw door de Ger. Gemeente Rotterdam-West op 4 oktober 1956

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingebruikneming van het nieuwe kerkgebouw door de Ger. Gemeente Rotterdam-West op 4 oktober 1956

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aangezien de kerkzaal aan het Rauwenhoffplein reeds lang te klein geworden was, besloot de gemeente een nieuwe kerk te bouwen. Dit was een gewichtig besluit, want er was een groot kapitaal voor nodig dat de kerkeraad zo maar niet ter tafel kon brengen. Daar kwam bij, dat het gemeentebestuur speciale eisen aan de plannen stelde, hetgeen veel overleg en aanpassing vorderde. Indien men daarbij bedenkt, dat halverwege de bouw van de kerk en bijgebouwen Ds. Ligtenberg onze gemeenten verliet en met zijn aanhangers apart ging staan, is het wel duidelijk, dat er bij kerkeraad en gemeente heel wat is omgegaan. Intussen is de offervaardigheid groot gebleven en zijn nog velen in en buiten Rotterdam met giften en leningen de afbouw blijven steunen. De Heere heeft in deze nog wonderen gedaan, zodat thans een fraaie, achthoekige kerk, met vergaderzaal en - kamers, plus twee woningen aan de Schiedamseweg verrezen zijn.

Ook is het bovendien in alle wederwaardigheden een grote blijdschap geworden, dat Ds. L. Rijksen van Middelburg naar deze gemeente overkwam. Zo leidde dan Ds. Rijksen de eerste dienst in het nieuwe kerkgebouw, dat lichte tinten gehouden is, enigszins modern aandoet, maar toch een schone indruk maakt, mede door het mahonie meubilair en de welgekozen verlichting. Door de vorm van de kerk zit niemand ver van de preekstoel af, hetgeen de rustige stemming, en misschien de saamhorigheid, zulk een belangrijk element in deze grote stad, nog verhoogt. Ds. 'Rijksen had tot tekst 2 Kronieken 6 : 41: „En nu Heere God, maak U op tot Uw rust. Gij en de ark Uwer kracht, laat Uw priester, Heere God, met heil bekleed worden, en laat Uw gunstgenoten over het goede blijde zijn". In deze tekst beluisteren wij — aldus Ds. Rijksen — een profijtelijke smeking bij de inwijding van het huis des Heeren. Hierin wilde spreker dan nader er op letten hoe gesmeekt wordt:
Ie. om de gunstrijke inwoning des Heeren; |
2e. om de uitstraling van de ambtelijke bediening;
3e. om de verblijding over de goeddadigheid Gods.

Reeds Mozes heeft bij het verreizen met de ark gebeden, dat de Heere zou opstaan tot Zijn rust, of wederkeren, „Gij en de ark Uwer sterkte". In de ark is afgeschaduwd de door Christus aangebrachte gerechtigheid. Daarin openbaarde de Heere Zich als de God des verbonds, Die in Christus geen zonden ziet in Zijn Jacob en geen overtredingen in Zijn Israël. Het volk Gods leert in de noodzakelijkheid van de inkomst des Heeren die verzoening kennen, leert daar om smeken en mag daar- ' van in gezegende toepassing zingen. • Ten tweede straalt des Heeren inwoning uit in de openbaring van de ambten van Christus in de kerk. Die ambten zijn maar geen instellingen van mensen, neen, ge vindt die reeds in het Oude Testament, priester, profeet en koning. In het Nieuwe Testament komen zij weder even klaar int; eerst in de apostelen en evangelisten als in de profeten; daarna in de ouderlingen, die leren, en in degenen, die regeren, alsook in de diakenen in het werk der barmhartigheid. Toch zijn deze ambten niet los van elkander, ook niet in de gelovige zelf. Zij vormen een eenheid tot het welzijn der kerk; zo heeft de Heere het gewild. Hij bedient Zich van mensen in de bearbeiding van de gemeente. Komen we nu samen in de weg der instellingen, dan komt zulks menigmaal openbaar, daar dikwijls hetgeen in het hart overdacht wordt, als op de daken gepredikt wordt; Christus, Hij alleen is immers de grond van onze zaligheid. Buiten Hem is er geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Ten laatste wordt dan ook gesmeekt om verblijding over de goeddadigheid Gods. Is er in ons veel, dat moet doen klagen, de Heere verblijdt echter het hart van dat oprechte, naar God uitgaande volk op Zijn tijd met Zijn gezegende inkomst. Het goede bestaat in de oefening des geloofs en de ervaring van het wezenlijk heil, dat in Christus is, wanneer onze gronden wegvallen en de verzoening door Christus overblijft. Dan komt er na droefheid gejuich. Moge het onder ons ook alzo wezen. Dat de gemeente des Heeren inkomst gedurig benodige en haar ambtsdragers in de gebeden veel gedenke, opdat door de vervulling des Heeren die ware blijdschap gevonden worde.

Nadat gezongen was: „Geloofd zij God met diepst ontzag", werden verschillende instanties en personen toegesproken. Verschillende predikanten, o.a. Ds. Hage, Ds. Heerschap, Ds. H. Rijksen en Ds. C. Molenaar, waren aanwezig, met de studenten, afgevaardigden van de Classis en vele gemeenten, ook van andere kerken, alsmede een vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders. Allen werd dank gebracht en de zegeningen des Heeren toegewenst. De architect Chr. de Heer werd voor alles erkentelijkheid betuigd, evenzo de heer v. d. Ven van de firma Hooykaas, die het complex gebouwd heeft. Ook dé werklieden (zij waren in de kerk) werden toegesproken.

Voorts de kerkeraad, die zoveel moest ondervinden, maar die heden verblijd is over wat God nog schonk. De jongens en meisjes, vrouwen en mannen, die hun liefde betoonden in het schoonmaken van de kerk, werden ook niet vergeten in een welmenende toespraak. Er zijn veel cadeaux gegeven. Zo was er allerwege liefde en samenwerking. Terwijl het door de heer Vermeulen te Overschie gebouwde orgel — dat een rein-electrisch pijporgel is met een tooncapaciteit van 18 registers, 2 klavieren en vrij pedaal, met diverse speelhulpen — zijn stichtelijk geluid deed horen, werd de dienst besloten met het zingen van Psalm 89 : 1 en 8. Daarna ging de grote menigte uiteen.

Bij de aanvang had Ds. Rijksen, terwijl de gemeente staande zong Psalm 119 : 65, de Bijbel op de kansel opengeslagen.

R.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1956

De Saambinder | 4 Pagina's

Ingebruikneming van het nieuwe kerkgebouw door de Ger. Gemeente Rotterdam-West op 4 oktober 1956

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1956

De Saambinder | 4 Pagina's