Jehova-Getuigen

De vorige keer hebben we iets geschreven over het ontstaan van de secte der Jehovagetuigen. Thans willen wij enkele hoofdpunten uit hun leer toelichten. Allereerst loochenen de Jehovagetuigen de Goddelijke Drieëenheid. Volgens de getuigen is Jehova slechts één Persoon, meer niet. De Heilige Geest is volgens hen niet waarachtig God, niet een zelfstandig Goddehjk Persoon, eenswezens met de Vader en de Zoon, maar niet anders dan een onpersoonlijke kracht of invloed van God. En ook de Heere Jezus is niet waarachtig God, doch Hij is het eerste door God geschapen Wezen. Zij loochenen dus de leer van de Goddelijke Drieëenheid. Met deze loochening van de Drieëenheid stoten zij het gebouw der zaligheid omver. Immers, alleen omdat God drieënig is, is Hij de God der zaligheid voor Zijn kerk. De Vader heeft de gedachte des vredes uitgedacht over een in zichzelf verloren volk. De zoon heeft die vrede verworven door Zijn plaatsbekledend borgwerk. De Heilige Geest past die verworven vrede toe in het hart. Daarom zegt Athanasius: „Wie niet vastelijk de Drieëenheid Gods gelooft, die kan niet zalig worden".

Omdat de Jehovagetuigen de Drieëenheid ontkennen. loochenen zij dus ook, zoals reeds gezegd, de Godheid van Christus.Zij leren dat Christus het eerste door God geschapen geestelijk Wezen is. Zij noemen Hem wel Gods Zoon, maar dat is alleen maar bedriegelijk, want dat Christus de eeuwige Zoon van God zou zijn, één in Wezen met de Vader en de Heilige Geest, achten zij onredelijk. Als de Heere Jezus zegt: „Ik en de Vader zijn één" (Joh. 10 : 30), dan leggen zij dit zo uit, dat Jezus en de Vader één zijn in geest en in het doel, wat zij nastreven, maar niet één in Wezen.

En als ge u tegen hen zoudt beroepen op de proloog van Johannes: „In den beginne was het Woord (de Zoon), en het Woord was bij God en het Woord was God", dan zullen ze u antwoorden, dat in deze tekst niet anders gezegd wordt dan dat het Woord, de Zoon, „een god" was, dat wil zeggen, een machtige, een verhevene. Zij zeggen: de Zoon wordt hier god genoemd in dezelfde zin als de rechters en de machtigen der aarde in de Schrift „goden" genoemd worden, zoals in Psalm 82. En dan gaat de leer van de Jehovagetuigen aldus verder: Toen Christus op aarde is gekomen, heeft Hij de „godheid", die Hij voordien dan nog had en al Zijn macht verloren en Hij is op aarde toen geboren als een heel gewoon mens. Toen Jezus op aarde was, was Hij een volmaakt mens, niets meer en niets minder. Wij leren op grond van Gods Woord, dat Christus God en mens is, in één Persoon. Bij Zijn geboorte in Bethlehem is Hij gebleven, wat Hij altijd was geweest. God, boven alles te prijzen in der eeuwigheid; maar daarbij is Hij mens geworden en heeft Hij zo Zijn Godheid verborgen achter het voorhangsel van Zijn menselijke natuur.

Dit verklaren de Jehovagetuigen onbegrijpelijk, hoewel de Schrift het toch zo duidelijk leert op veel plaatsen. Neen, zeggen de Jehovagetuigen, Christus was een volmaakt mens en verder niets en zo is Hij ook gestorven. En als mens is Jezu-s niet opgestaan, maar altijd in de dood gebleven. Wel is Jezus opgewekt als een nieuw geestelijk wezen. ' Zij gronden dit op Johannes 5 : 27: „Gelijk de Vader het leven heeft in Zichzelf, alzo heeft Hij ook de Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf". De getuigen verklaren dit zo, alsof er zou staan, dat de Vader het leven zou geven aan de Zoon, doch de bedoeling van deze tekst is heel eenvoudig, dat de Vader van eeuwigheid tot eeuwigheid het leven aan de Zoon geeft, krachtens de eeuwige generatie van de Zoon door de Vader.

Jezus is als mens dus in de dood gebleven volgens deze secte. En het ledige graf dan? Wel, het lichaam van de Heere Jezus is door de Vader uit het graf gehaald en ergens verborgen of vernietigd, opdat de discioelen zouden geloven, dat Jezus lichameHjk opgestaan was. En de lichamen, waarin Jezus Zich aan Zijn disciuelen openbaarde, waren niet anders dan schijnlichamen. Hier wordt God dus van bedriegerij beticht. Op de Jehovagetuigen is het snijdende Schriftwoord van toepassing: „Wie de Zoon loochent heeft ook de Vader niet", en: „Wie is de leugenaar dan, die loochent dat Jezus is de Christus? Deze is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent".

Vlaardingen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen