Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De liefde van Christus voor de Zijnen II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De liefde van Christus voor de Zijnen II

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en. hoogte zij. En bekennen de liefde van Christus, die de kennis, te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods. Efeze 3 : 18-19

En hoe ondoorgrondelijk de liefde van Christus is, toch boog Paulus zijn knieën voor de Vader van onze Heere Jezus Christus, opdat de - Efezen ten volle konden begrijpen en bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat.

Hoe hebben wij dat nu te verstaan? Begrijpen kan ook als aangrijpen vertaald worden, en dat aangrijpen is dan te achten als een krachtige geloofswerkzaamheid omtrent de liefde van Christus. En het ten volle begrijpen of aangrijpen wordt hier gesteld als een ideaal, dat zeer zeker waard is om ernstig nagestreefd te worden, en waarom wel zeer ernstig mag gebeden worden tot die God, Die machtig.is te geven ook boven hetgeen Zijn kinderen durven denken of verwachten. Dat ten volle, is dus zo op te vatten, voorzover dat hier op aarde te bereiken is.

Begrijpen Gods kinderen hun verkiezing van eeuwigheid, de menswording van de Zoon Gods, de verdeling des werks naar de huishouding der Goddelijke genade? Onder het Oude-Testament was de kerk onder voogden en verzorgers, en dus onder een bediening van duisternis en vreze, de ceremoniële wetten werden meestal naar hun eigenlijke bedoeling niet begrepen, of zeer spaarzamelijk door de meer verlichten onder Israël. Onder het Niéuwe-Testament is het alles zoveel beter te begrijpen, omdat de schaduwen weggevallen zijn, en de openbaring van de weg der zaligheid klaarder en helderder is.

De hoogte der volkomenheid, die het werk Gods heeft en steeds meer openbaart, ten volle te kunnen begrijpen, zal mogelijk zijn voor zover de Heilige Geest door bekwaammaking het geheiligd verstand verlicht. En dan zal met dat begrijpen of aangrijpen gepaard gaan, een belcennen van de liefde van Christus, dat is, zich er met heilige blijdschap in vermaken, er Christus door te verheerlijken en er van te getuigen tot allen, die er van horen willen, dat Christus' liefde tot de Zijnen reeds werkzaam \was van eeuwigheid, zich openbaarde terstond na de val en vooral bij Zijn komst op aarde, en ' wel in Zijn leven, in Zijn leer, Zijn wandel, lijden, sterven, opstanding en hemelvaart.

Alles getuigt van Zijn oneindige zondaarsliefde, die de kennis te boven gaat, vanwege haar uitnemende grootheid. Zeldzaam en weergaloos, onuitsprekelijk is de liefde van Christus, hetzij wij haar beschouwen, in haar voorwerpelijk karakter, zoals zij ten goede komt aan de ganse kerk, hetzij wij het oog hebben op de onderwerpelijke toepassing van Christus in Zijn onpeilbare liefde tot onze eigen persoon. Welk een eeuwig wonder is het voor de ware gelovige, zich een voorwerp te mogen weten van de oneindige liefde van Christus en onderwerpehjk die liefde verklaart te krijgen in de ziel, door de verzegelende kracht des Heiligen Geestes. Voorts, dat te mogen bekennen met al de heiligen is ook een wonder!

Die heiligen immers zijn de geheiligden, afgezonderden, geroepenen, gereinigden, die door de Heilige Geest ontvangen hebben een erfdeel onder het volk van God. Het zijn degenen, die door de genade Gods, zeer onderscheiden zijn van de blote belijders en natuurlijke men­ sen, die nog te verduisterd zijn in hun verstand om iets van de liefde van Christus te kunnen begrijpen.

Gods volk is soms wel bevend, vanwege de zonde in veelheid en grootheid, maar heeft ook tijden, dat zij met klare bevatting van zaken, in hun verband en oorsprong, zowel als in samenhang en doel, mogen inblikken met een toegenegen omhelzing en algehele toeeigening, voor zichzelf. Daarvan mogen zij soms de stille, zoete zekerheid omdragen, dat ook zij van Christus geliefd zijn met een onvergankelijke liefde, ziende op de vastheid van het onverbrekelijk genadeverbond en de veiligheid van een toekomende staat der eeuwige heerlijkheid.

Hoe jammer, dat Gods volk er. ook nog dikwijls zo oneindig  ver van af is. Dat wist Paulus wel, en daarom bad hij voor de Efezen, om toename in de oefeningen des geioofs. Met al de heiligen deze zaken te bekennen is een zeer grote weldaad, want allen hebben er deel aan, zowel de 'zwakgelovigen als de sterkgelovigen. En het geeft te kennen een zeer nauwe gemeenschap der heilieen, want waar dat bekennen van de liefde van Christus in waarheid plaats heeft, zal er geen twist wezen en daar zal de broederlijke liefde opbloeien bij de overdenking van de liefde van Christus met diepe ootmoed en verwondering.

De natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn, want zij zijn hem dwaasheid en hij kan ze niet verstaan, maar de heiligen begrijpen elkaar, als zij bekennen de liefde van Christus en mogen zich met elkaar in de Heere verblijden en verlustigen. Maar dat bekennen behoeft nog niet eens beperkt te blijven tot de heiligen, men mag er soms ook van getuigen tegen de ongelovigen en wereldlingen, en ook dat is groot, als men daartoe vrijmoedigheid ontvangt van de Heere. Wat zoete vrucht werpt ook dat soms niet af voor het gemoed van Gods volk, zelfs al wordt hun getuigen met spot en hoon beantwoord.

Gods volk wordt wel eens geroepen om kleur te bekennen tegenover de wereld, want dat is tot verheerlijking Gods, Wiens welbehagen is in Christus, zodat wij er van lezen: die de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet. Ook is het vrijmoedig bekennen van de liefde van Christus een krachtig middel tot doding van de zonden in de oude mens, tot verzekering van de oprechtheid des geioofs en tot stichting van de naaste. En dan verder zegt de apostel: opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods, dat wil zeggen, dat het hart toch niet vervuld mocht zijn met de dingen van deze wereld, maar met de dingen, die boven zijn die geestelijk en goddelijk zijn.

Het vervuld zijn tot al de volheid Gods wil eigenlijk zeggen: Dat de volheid Gods u zo vervullen mocht, dat er voor de zonde en de wereld geen plaats mocht zijn in uw harten. De volheid Gods, dat is God Zelf, in Zijn genadige tegenwoordigheid, er mee te vervuld worden wil zeggen, dat men meer en meer Zijn beeld gaat uitdragen in het midden van een krom en verdraaid geslacht, als lichten schijnend in een donkere wereld. Het is eenvoudig een gedurig toenemen in kennis en godzaligheid en een voorbereid worden voor de toe-komstige heerlijkheid. Het wordt genoemd, iets te smaken van het hemelleven en de beginselen der eeuwige vreugde te gevoelen in het hart. Hier in beginsel te genieten, wat straks eeuwig en ten volle zal genoten worden.

Geen wonder, dat Paulus dat zijn geliefde Efezen gunt, en dat hij voor hen er om bad tot de Heere, want er ligt nu letterlijk alles in wat de mens maken kan tot een waarlijk gelukkig en bevoorrecht schepsel. God in Christus te bezitten is immers alles, wat nodig is voor ziel en lichaam, voor tijd en eeuwigheid. Maar genade te missen en niet meer te hebben dan vormgodsdienst en blote belijdenis is vreselijk. En toch zijn de zodanigen in de zichtbare kerk zeer ver in de meerderheid, de ware begenadigden vormen slechts de kern. En dat is het juist, wat ons met grote zorg vervult voor de toekomst, dat Jacob zo dun gaat worden, gelijk men dat wel eens noemt.

Velen van de bekende kinderen Gods zijn ons de laatste jaren ontvallen en men hoort zo weinig, dat er nog weer eens bijkomen. Het oordeel der verharding trekt zichtbaar door, en de algemene grote afval komt. De Heere zal de uitverkorenen er uit halen, maar het zal zeer donker worden in het laatste der dagen. Zelfs zo erg, dat de vraag gesteld is geworden: De Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij dan nog geloof vinden op aarde?

Intussen zal het altijd zijn en blijven: Strijdt gij maar om in te gaan. Al zou de grote massa ten verderve gaan. indien de mens persoonlijk genade mocht gevonden hebben in de ogen des Heeren, het zal de zaligheid niet kunnen verhinderen of verminderen. Maar andersom, al werden er duizenden zalig en wij zelf bleven buiten God en buiten Christus, wat zou het ons dan baten? En nu zou het wel een groot wonder zijn van vrije genade, als een mens mag zalig worden, maar zolang wij in het heden der genade zijn, is er nog een mogelijkheid en is het voor elk mens de weg, om de middelen te gebruiken onder opzien tot de Heere, of die middelen nog eens mochten gezegend worden.

Het groot belang, wat ieder voor zich er bij heeft, mocht toch eens recht beseft worden, en de ontstellende zorgeloosheid en oppervlakkigheid mocht eens plaats maken voor diepe verslagenheid des harten en ware vernedering voor de Heere. Immers is het een zeer ernstige zaak om gezondigd te hebben tegen zulk een goed en goeddoend God, en de Zoon Zijner liefde te vei-werpen, ondanks de breedte en lengte, en diepte en hoogte van Zijn liefde. Het is groot te leven onder het Evangelie, maar als men er niet door tot verootmoediging komt, zal het ons eenmaal een reuk des doods ten dode zijn, en niet een reuk des levens ten leven.

Daarom, heden, indien gij Zijn stem hoort, verhard u niet, maar laat u leiden door Woord en Geest, mocht het uit genade wezen op zaligmakende wijze.

Rotterdam-Z

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1957

De Saambinder | 6 Pagina's

De liefde van Christus voor de Zijnen II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1957

De Saambinder | 6 Pagina's