Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enkele gedachten over Ds. A. Hellenbroek en zijn vragenboek voor de katechisatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enkele gedachten over Ds. A. Hellenbroek en zijn vragenboek voor de katechisatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De post bracht ons veel brieven als reaktie op ons artikel aangaande de paus van Rome („De Saambinder" van 23 oktober 1958). Aangezien enige Nederlandse dagbladen het hadden overgenomen, waren hierbij ook brieven van mensen buiten onze gemeenten. Eén dezer briefschrijvers verzocht ons om bet adres van de uitgever van bet door ons aangehaalde vragenboëkje van Ds. A. Hellenbroek. Nu, wij hebben direkt een exemplaar aan de geachte briefschrijver toegezonden, dus kan bij het bestuderen. Abrabam Hellenbroek is op 3 december 1658 geboren. Tien jaren oud zijnde, bezocht hij reeds een Latijnse school te Amsterdam. En op 16-jarige leeftijd deed hij zijn. toelatingsexamen voor de Amsterdamse universiteit. Hij hield bij deze zo plechtige gelegenheid een oratie in Latijnse verzen, getiteld: „Van de broosheid des mensdijken levens". Als jongen reeds had hij iets van deze broosheid gezien. Want hij was zes jaar oud toen in Amsterdam — zijn geboorteplaats — een geweldige brand woedde, waarbij zeer veel mensen om het leven kwamen. Op de jeugdige Abraham Hellenbroek maakte dit een diepe indruk, daar hij als jongen reeds indrukken had van dood en eeuwigheid. Bij deze geweldige brand (1664) waren ook veel kinderen omgekomen. Daarom heeft Ds. Abraham Hellenbroek steeds een warm hart gehad voor de kinderen. Ruim twee jaren studeerde hij te Amsterdam, daarna te Leiden. Betrof zijn studie eerst de wijsbegeerte, later richtte deze zich op •de godgeleerdheid, de kolleges volgende van de professoren Frederik Spanheim en Stephanus Ie Moine.

De 17e maart 1682 was voor Abraham Hellenbroek een gewichtige dag. Door de Classis Leiden en Neder-Rijnland werd hij toen geëxamineerd. Maar in de dagen van Ds. Hellenbroek waren er niet veel vakante gemeenten. Vijf maanden moest 'hij wachten op een beroep. Nu zullen wij, als mensen van 1958, wel heel vlug ons oordeel Haar hebben, maar op Gods tijd kreeg hij op 11 augustus 1682 een beroep van de gemeente te Zwammerdam. Te Zwammerdam stond Ds. Hellenbroek van 1683 tot 1691, daarna werd hij (4 juni 1691) door Ds. Adrianus Gelosse - uit Ridderkerk bevestigd te Zwijndrecht. Drie jaren later ging hij naar Zaltbommel, waar hij met algemene stemmen was beroepen. Aldaar werd hij op 9 mei 1694 door Ds. Justus Schalkwijk a Velde in de grote kerk in het ambt bevestigd. Toen Ds. Hellenbroek zijn intrede deed met een predikatie over Richt. 3 : 20, was het kerkgebouw geheel vol. Als ik de kerk van Zaltbommel zie, dan denk ik wel eens: wat een verantwoordelijkheid ook voor deze gemeente, waar eertijds het woord van vrije genade zo getrouw is gepredikt. Doch slechts een zeer korte tijd heeft hij daar wet en evangelie verkondigd, want reeds op 3 december van datzelfde jaar (1694) kreeg hij weer een beroep. En weer zullen wij als mensen van 1958 wel met ons oordeel klaar staan. En dan ben ik het met u eens, dat het wel extra-ordinair is als een predikant zó vlug weer vertrekt. Op de wonderlijkste wijze worden ter rechtvaardiging dan teksten uit Gods Woord geheel uit hun verband genomen. Doch bij Ds. Hellenbroek was het waar: hij moest naar Rotterdam. En dus nam hij in januari 1695 afscheid van de in deze wel zwaar beproefde gemeente te Zaltbommel. Vijfmaal reeds had hij op een drietal voor Rotterdam gestaan en tenslotte was hij daar dan toch beroepen en moest hij dit beroep aanvaarden. Gedurende 36 jaren heeft hij te Rotterdam gestaan. Hij was een getrouw leraar. Op zondag 16 december 1731, des middags half één, heeft de zeis des doods deze „kostelijke halm" afgemaaid. Voor velen mocht hij ten eeuwigen zegen zijn. Ook spreken zijn geschriften nog j»a zijn dood.

En daarbij denk ik dan nu in het bijzonder aan zijn vragenboekje: „Voorbeeld der Goddelijke Waarheden voor eenvoudigeri, die zich bereiden tot de belijdenis des geloofs". Zoals bekend, is er een groot-Hellenbroek en een klein-Hellenbroek. Het kleine boekje is voor kinderen van 12 tot 16 jaar, en het meer uitgebreide is voor de ouderen. Dit vragenboekje wordt in Nederland nog veel gebruikt, doch ook in Amerika en Afrika. In de dagen der Afscheiding en ook daarna werd dit vragenboekje van Hellenbroek door vele predikanten steeds gebruikt. In Amerika beval de Holland Reformed Chiirch (1859— 1861) uitsluitend dit vragenboekje aan. Ook in de True Dutch Reformed Church {1861—1880), waaruit later de Christelijk Gereformeerde Kerk in Amerika ontstaan is, die korrespondeert met de Gereformeerde Kerken hier te lande, werd voor jaren terug op vele plaatsen op de katechisatie het vragenboekje van Hellenbroek gebruikt. Dit behoort daar helaas tot het verleden.

In onze Gereformeerde Gemeenten in Amerika heeft men in september 1930 dit kostelijke vragenboekje voor het eerst in het Engels uitgegeven. In 1942 en in 1950 verschenen reeds herdrukken. En hoeveel malen zou de uitgever G. F. Callenbach te Nijkerk het uitgegeven hebben, alsook de N.V. uitgeverij „De Banier" te Utrecht — waar het nog steeds verkrijgbaar is — en mogelijk nog meer uitgevers? En het zijn zeker niet alleen de Gereformeerde Gemeenten, die dit kostelijke boekje gebruiken. Het wordt ook nog gebruikt in de Ned. Herv. Kerk, de Christelijk Gereformeerde Kerken en bij de Oud Gereformeerden. Het boekje blijft aktueel, omdat de grondslagen der waarheid zo duidelijk er in uiteengezet worden, steeds met bewijzen uit Gods Woord gestaafd; en het waarschuwt voor vele dwalingen, die steeds weer in het leven openbaar komen. Daarom blijft het steeds nieuw! Maar als men dan steeds schrijft en uitroept: „Wij houden het beginsel der vaderen!" dan bewijst het feit, dat velen niets meer van dit vragenboekje van de onvergetelijke Hellenbrodk willen weten, dat dit niet altijd waar is. Laten vwj toch nooit dit vragenboekje loslaten, maar getrouw blijven aan de beginselen der Reformatie en der Nadere Reformatie.

Daarom zijn wij het niet eens met Dr. H. Kaajan, die in de Christelijke Encyklopedie het woord van Prof. Biesterveld overneemt: „Al zijn de schrijvers mannen van naam, als Borstius, d'Outrein, Mei, Knibbe of Hellenbroek, zij hebben met hun vragenboekjes in de kerken veeleer verwarring en verdeeldheid bevorderd". Wel zijn wij het met anderen hierover eens, dat, doordat onze vaderen vasthielden aan de leer der godzaligheid, voorgesteld in Hellenbroeks vragenboekje „De Goddelijke Waarheden", op grond van de leer der Reformatie, er verwarring en verdeelheid kwam omdat men daar niet meer voor wilde buigen. We leven in een „verlichte" tijd en daarom komt men met vragenboekjes, waarin men voor een nieuwe leer opkomt. Ds. Hellenbroek noemde zijn vragenboekje „Voorbeeld der Goddelijke Waarheden". Het waren geen gedachten van Ds. Hellenbroek, want dan waren het menseHjke waarheden. Door Goddelijke genade kreeg hij licht in Gods Woord om deze waarheden op zulk een wijze neer te schrijven, dat zijn ook thans nog een duidelijke taal spreken. Welk een groot geschenk is dit boekje voor Gods kerk! Dat het toch vooral in onze donkere dagen van afval en verval in onze gemeenten in waarde gehouden moge worden. Hoe is het dan ook te verstaan, dat bij Hellenbroeks dood in heel Nederland de weeklacht vernomen werd: „Mijn vader, mijn vader, wagen Israëls en zijn ruiteren .

Wij beleven tijden, dat er veelal een zuchten is tegen elkander. Maar ziende op de vervreemding van zovelen van de zuivere religie, mocht er toch eens een zuchten vóór elkander gevonden worden. En in het bijzonder voor onze jeugd is het nodig, dat zij op grond van Gods Woord onderwezen wordt uit het leerzame vragenboek van Ds. Abraham Hellenbroek. In zijn voorwoord zegt hij van dit katechetisch onderwijs: „Zoek het in uw hart en in uw geheugen, ja zelfs op papier te bewaren, om daarvan gebruik te maken als het nodig zal zijn. Bid daartoe God om Zijn bewarende en indachtigmakende Geest". Dat is noodzakelijk voor de persoon, die katechetisch onderwijs geeft, maar ook voor de jeugd der gemeente, die dit onderwijs ontvangt.

Genemuiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 1958

De Saambinder | 4 Pagina's

Enkele gedachten over Ds. A. Hellenbroek en zijn vragenboek voor de katechisatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 1958

De Saambinder | 4 Pagina's