Het boek Esther

HOOFDSTUK VI (vervolg)

Wanneer de door de misdaad getroffene zich in de geest 'of in de .droom des nachts aan 'ons vertoont met een verwijtende blik of een dreigende houding, dan kan zoiets uren lang de slaap van de ogen doen 'wijken. Zo was bet .echter met Abasvéros niet; hoewel hij niet als een moegespeeld kind altijd' dadelijk zal ingeslapen zijn, zoals het deze nacht was, was; het toch wel heel .eigenaardig en ongewoon. Hij had vanzelf 'al niet gewerkt als een arbeider, 'die zo vaak z? waar werk mo'et verrichten en "daardoor 'des nachts zo vast kan slapen, neen, die vermoeidheid kenden de oosterse despoten niet. En nu hadden de beste vorsten soms nog wel veel staatszorgen, waardoor ongetwijfeld in de paleizen 'der koningen menige nacht .slapeloos is .doorgebracht, maar dat a'les was' bij Abasvéros niet de oorzaak. Bij hem wogen de staatszaken niet zo zwaar, met diepzinnige vragen hield hij zich niet op, hij was in de grond .der zaak maar 'een 'lichtzinnig man, die de gehele regering bijna gelegd had in de hand van een zeer onbetrouwbare Haman, en die zich maar het best thuis gevoelde in zijn paleis, omringd van' vele schone vrouwen en vleiende hofbeambten. Hij kon' eenvoudig niet slapen, ondanks de maaltijd des wijns, die het tegendeel had kunnen doen verwachten. Ook had hij geen hindernis van pijn of iets van die aard, zo'dat 'het duidelijk is, dat Gods voorzienigheid een dool had met hem wakker te houden.

God' geeft de slaap als .een kostelijke gave en hij neem!t hem, ook weg, indien .dat Hem .behaagt. Al wil de mens de zorgen van zich afzetten, het 'lukt bijna nooit, Ahasvéros regeerde over honderd zeven en twintig landschappen, maar hi| kon de slaap niet 'gebieden om hem te verkwikken. Maar .de almachtige God zou door een schijnbaar geringe zaak, namelijk dat een man de slaap niet vatten kan, het grote werk der verlossing van de Joden uit de hand hunner haters, met kracht voortzetten. Het bloedplakkaat was wel verzonden, de galg voor Mordechai al opgericht, maar de Heere haalde met één haal een streep door de rekening van Haman.. Ongemerkt, onopvallend' zond God Abasvéros een slapeloze nacht. Het enige, waar hij wellicht over .gedacht heeft, kan zijn, dat Esther hem zo bekoord hoeft, dat hij er spijt van bad, dat hij gedurende dertig dagen geen notitie 'van haar genomen had. Het wonderlijke was, dat Ahasvéros, in plaats van .de slapeloze nacht door te brengen met muziek en dans, of vermaak te zoeken in het hem omringende gezelschap van vrouwen, bevel gaf, dat men de .gedenkschriften van het rijk voor hem zou lezen.

Als David niet kon slapen, dacht hij aan God en peinsde hij over Hem, en indien hij een boek had willen hebben, het zou wel de Pentateuch geweest zijn, want hij overdacht Gods wet dag en nacht. Onder de Perzen waren de kronieken in verzen geschreven, zij waren gewoonlijk het werk van .uitstekende dichters. Het waren dus eigenlijk dagboeken, waarin werd' aangetekend hetgeen van dag-tot dag voorwiel. Tegenwoordig gebruikt men nog dagboeken en scheepsjournalen. Bij de Perzen werden vooral heldendaden of gewichtige diensten, de koning bewezen, in den brede opgetekend. Dat Ahasvéros gebood, dat men hem uit de kronieken zou voorlezen was niet, om. daardoor in te slapen, want het was veeleer 'een middel om des' te 'klaarder wakker .te blijven. Maar God gaf hem. dat in zijn hart en dat, terwijl natuurlijk niemand' wist, welk doel de Heere ermee had. Opmerkelijk is het ook, dat het geschiedenisboek openviel bij "dat gedeelte, waarin beschreven was de samenzwering van Bigtana en Teres tegen het 'leven van koning Abasvéros, en hoe het komplot was ontdekt door Ahasvéros' trouwe dienaar Mordechai, en hoe hij het moordplan verijdeld had, 'doordat hij het Esther te kennen had gegeven, die het de koning zeide in Moidechai's naam.. En als men 'de zaak onderzocht, werd het waarheid bevonden, en zij beiden werden aan een galg gehangen.

Mordechai's daad was echter niet beloond, zij was .geheel vergeten, hetgeen voor hem ongetwijfeld een grote teleurstelling was geweest. Achteraf zou het hem echter duidelijk worden, dat het moest verborgen blijven, om daarna des te meer tot verlossing van al de Joden bij te dragen. Wie kan Gods wijs beleid doorgronden? Hoe menigmaal heeft zich in de geschiedenis van Gods kerk iets dergelijke voorgedaan. Hoeveel waaroms werden er niet onbeantwoord .gelaten tot op .de tijd, dat God Zelf het 'antwoord 'gaf op 'een Goddelijke wijze. Kon Gods volk lot en leven maar meer in de banden van hun getrouwe God overgeven, en .geduldig en gelovig achter 'de Heere aankomen. Helaas, Gods doen wordt zo vaak verkeerd begrepen, zonder te bedenken, dat Hij altijd het goede met de Zijnen voorheeft. De menselijke wil is vaak nog zo sterk, dat men in opstand komt, als God het anders doet dan men zou wensen. En wat kan 'dat dan later smartelijk zijn Voor .de ziel, als blijkt dat de Heere alles ten 'goede wilde leiden, en dat door 'onkunde en onverenigdheid het schepsel tegen zijn Schepper 'gemurmureerd heeft. En als dat volk in waarheid dan weer .schuldenaar mag worden, dan blijkt het, dat de Heere een God is. Die mildelijk geeft en vergeeft 'en niet verwijt. Hoe diep beschaamd komt 'dan zo'n ziel de gangen Gods in. zijn leven na te speuren. En hoe .wordt daar dan weer uit geboren een meer vertrouwend geloofsleven, achter Hem aankomende, met vurige liefde ziende op Christus, Die Zijn volk in de weg des lijdens en des strijds is voorgegaan., opdat zij gemeenschap zouden hebben aan Zijn lijden, opdat zij het .ook zouden hebben aan Zijn heerlijkheid. Eens zullen al de teleurstellingen des 'levens geheiligd en belicht blijken geweest te zijn tot eer Zijns Naams en heil der Zijnen.

Rotterdam-Z

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen