Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrijmetselarij 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrijmetselarij 2

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De grondslag van de Vrijmetselarij is mensverheerlijking. Niet God, maar de mens zit op de troon. Men legt alle nadruk op de absolute autonomie van de menselijke geest. De mens moet volkomen vrijheid bezitten om zijn persoonlijkheid te ontplooien.

De Vrijmetselarij vraagt voor de mens volkomen gewetensvrijheid, volkomen vrijheid van denken en vrijheid om zelf zijn levensbeschouwing te vormen. Van opgelegde dogma's wil men niets weten. We lezen: „Vrijmetselarij is de kultus van de vrije en redelijke mens. De kultus van de humaniteit".

Een kenmerk van de Vrijmetselarij is ook de verdraagzaamheid, die zij predikt. Geen enkele vorm van godsdienst wordt door haar aanbevolen, maar ook geen enkele bestreden. De mens moet zelf maar weten welke godsdienst hij wil aanhangen. De bekende stelregel van Frederik de Grote van Pruisen, zelf vrijmetselaar: „In mijn land mag ieder op zijn eigen wijze zalig worden", wordt door de gehele Vrijmetselarij onderschreven.

De Vrijmetselarij wil zelf geen „soort" van godsdienst zijn, maar alleen maar een universele religie. Verder laat zij ieder lid vrij welke godsdienst hij wil aanhangen. Daarom drukt de Vrijmetselarij zich ook zo vaag mogelijk uit, om zo niemand af te stoten.

Om een voorbeeld te noemen: In plaats van de Naam God te gebruiken, wat dus een positieve naam is, spreekt men van de „Opperbouwmeester van het heelal".

De Vrijmetselarij wil niet alleen christenen, maar ook mohammedanen, boedhisten en aanhangers van iedere andere godsdienst als lid opnemen.

- In de grondwet van de Loge lezen we: „Een vrijmetselaar is door zijn beroep verplicht de zedewet te gehoorzamen; en wanneer hij de kunst van de Vrijmetselarij recht verstaat, zal hij nooit een stompzinnig godloochenaar, noch een ongodsdienstige libertijn zijn. Maar ofschoon de vrijmetselaren in oude tijden verplicht waren in ieder land de godsdienst van dat land of dat volk te belijden, welke die ook mocht zijn, zo wordt het nu toch doelmatiger geacht, hen alleen tot die godsdienst te verplichten, waarin alle mensen overeenstemmen, hun bijzondere meningen aan henzelf overlatende ; dat is: goede en trouwe mannen te zijn, mannen van eer en heerlijkheid, door welke benamingen of overtuigingen ze ook onderscheiden mogen zijn".

Hoewel dus de Vrijmetselarij ieder vrijlaat, welke godsdienst hij wil aanhangen, is de universele religie, die de Loge zelf voorstaat, pantheïstisch.

„De scheppende kracht van een eeuwige Bouwmeester openbaart zich in alles en in allen en is daarmede één".

Dat is dus het typische pantheïstische standpunt, dat de scheppende kracht, die zich in alles en in ieder openbaart. God is. Denk aan wat de pantheïst Kloos dichtte: „Ik ben een god in 't diepst van mijn gedachten".

Zo is dus ook de Vrijmetselarij pantheïstisch. Zij leert dat de mens zich van zichzelf bewust moet worden, en zo zal hij tot het besef komen, dat de diepste grond van 's mensen wezen ook de diepste grond van alle dingen is. En de mens die tot dit besef komt, heeft zo in zichzelf ook God gevonden.

De Vrijmetselarij heeft veel gemeen met het vrijzinnigdom, zoals dat b.v. verenigd is in de vereniging „Zwingli".

Bij de vrijmetselaars neemt de symboliek een heel belangrijke plaats in. Dat is goed te begrijpen. Immers, de Vrijmetselarij wil leden van alle godsdiensten opnemen, en nu kan natuurlijk het symbool door ieder uitgelegd worden op zijn eigen wijze.

Ga maar na: de christenen spreken van God, de mohammedanen van Alia, de brahmisten noemen hun god weer Brahma, enz. Daarom gebruikt de Vrijmetselarij de uitdrukking „Opperbouwmeester", want deze symbolische uitdrukking spreekt allen toe en kan door ieder op zijn eigen wijze worden uitgelegd. Zo acht de vrijmetselaar de symboliek de ware, enig mogelijke wereldtaal.

Men maakt onderscheid tussen getal-, bouw-, licht- en woordsymboliek.

De volgende keer hopen we nog iets te zeggen over deze symboliek en over de wijze, waarop de beweging der vrijmetselaars georganiseerd is.

Gouda

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1961

De Saambinder | 4 Pagina's

De vrijmetselarij 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1961

De Saambinder | 4 Pagina's