Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 30

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Dordtse Kerkorde, art. 4b Ten andere, in de examinatie of onderzoeking heide der leer en des levens, dewelke staan zal Mj de classis, ten overstaan van de gedeputeerden , der Synode, of enigen derzelve.

De classis moet het peremptoir (beslissende) examen afnemen. Waarom? Formeel en kerkrechtelijk behoort het aan de kerkeraad. Maar reeds het Convent te Wezel (1568) wilde dat de classis het examen zou afnemen, omdat vele kerkeraden niet in staat zijn te examineren en niet in staat zijn een goed oordeel te kunnen geven over het gedane examen. Ook heeft de classis het recht van approbatie. Zij moet dus ook een oordeel geven, maar dat kan zij alleen doen door van tevoren een onderzoek in te stellen. Bovendien wordt de beroepene bij toelating straks predikant in de gehele classis, hij moet ook door de andere kerken toegelaten worden. Voetius zegt dan ook, dat de approbatie van de classis niet tot het wezen van de roeping behoort, maar dat zij tot overvloedige voorzichtigheid en het welwezen van de kerk nodig is, en dat de classis krachtens cumulatieve macht van het kerkverband er recht toe heeft.

De classis examineert en beslist. De classis kan dit doen door een examencommissie aan te wijzen. De classis is vrij om een vaste commissie te benoemen, of voor elk examen weer een nieuwe commissie aan te wijzen. In onze gemeenten wordt ook wel de docenten van de Theologische School verzocht om in naam van de classis dit examen af te nemen. Voetius waarschuwde er tegen om het examen alleen door één persoon te laten afnemen. De vakken moeten verdeeld worden, waarin dan door enkele personen moet worden geëxamineerd. Ook de overige leden van de classis moet gelegenheid gegeven worden tot navraag. De gemeenten oordelen geheel vrij en zelfstandig of de beroepene bekwaam en geschikt is voor de uitoefening van het ambt.

De candidaat moet een getuigenis overleggen van zijn kerkeraad aangaande zijn levenswandel; hü moet instemming betuigen met de belijdenis, hij moet ondervraagd worden naar de hoofdstukken van de leer, kennis hebben van het kerkrecht, voorts bijbelkennis bezitten en van de historie van de kerk. Hij moet tevens de gave hebben Gods Woord te kunnen verklaren, waartoe hem tevoren een gedeelte wordt afgegeven. Bovendien moet hij een preek kunnen houden over een van tevoren opgegeven tekst. Na gunstige afloop van het examen moet de beroepene de verklaring, die voor dienaren des Woords in 1619 is vastgesteld, ondertekenen. Volgens de kerkorde moeten bij dit examen ook aanwezig zijn de gedeputeerden van de Synode, namelijk die van art. 49. Deze deputaten hebben recht van vragen en mogen mede adviseren, maar hebben geen beslissende stem. De classis beslist. Wel wordt vóór de beslissing van de classis het oordeel gevraagd van de deputaten. Schoonhoven 1597: „De lidmaten der classis zullen stemmen nadat de gedeputeerden der synode eerst hun advies gegeven zullen hebben". Geven de deputaten een' gunstig advies, maar de classis oordeelt dat de candidaat niet moet worden toegelaten, dan is de beroepene afgewezen. Omgekeerd, wanneer de classis gunstig oordeelt, en de deputaten een ongunstig advies geven, en komt men niet tot overeenstemming, dan moet het oordeel van de particuliere synode gevraagd worden.

Dit peremptoir (beslissend) examen gaat over degenen, die tevoren in de dienst niet geweest zijn. Het examen wordt wel eens vergeleken bij een deur, die tot de kerkelijke bediening leidt. Wie eenmaal door de deur is toegelaten, behoeft er niet voor de tweede maal door, omdat hij binnen is. Gaat hij van zijn tegenwoordige gemeente vertrekken naar een andere, dan wordt krachtens het kerkverband het vroegere peremptoir examen stilzwijgend erkend. Toch werd het oude examen niet altijd en overal genoeg geacht, ook al werd dan wel niet het examen geheel volledig opnieuw afgenomen. Zo besloot de classis Walcheren 5 november 1693 dat alle hij haar inkomende predikanten de zogenaamde „Walcherse Artikelen" moesten ondertekenen. De classis Walcheren stelde een ondertekeningsformulier op, waarin de dwalingen van Roel, hoogleraar te Franeker, van Balthasar Bekker, predikant te Amsterdam, en van Joh. Vlak, predikant te Zutfen, uitvoerig werden bestreden en weerlegd. Tegen de dwalingen inzake de predestinatie, de toerekening van de erf schuld en van Christus' gerechtigheid, die door bovengenoemden werden voorgestaan.

Bij weifeling en vrees heeft de classis het recht en de plicht de binnenkomende predikant te onderzoeken naar leer en leven. Elke dienaar des Woords blijft zijn gehele leven de tucht in de kerk van Christus onderworpen. Maar dan moet er wel een gegronde twijfel en vrees zijn, want zonder gegronde redenen mogen de gemeenten niet afdoen van de betrouwbaarheid van de attestaties. Als een predikant trouw zijn dienst en roeping vervult, is een nieuw examen niet meer nodig.

's-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 1963

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 30

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 1963

De Saambinder | 4 Pagina's