Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gewetensvrijheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gewetensvrijheid

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gewetensvrijheid, die ten onzent in verband met gewetensbezwaren meerdere malen aan de orde komt, vraagt, na wat we hebben besproken over het geweten en over vrijheid, een aparte bespreking. Daarbij mag ons geen ogenblik ontgaan, hetgeen de reformatoren, met name Luther, ons hebben geleerd omtrent het geweten. Geen ogenblik liet deze hervormer in dit opzicht de Heilige Schrift los. Bovendien kon hij spreken vanuit wat hij onder de bediening des Geestes zelf daaromtrent had ervaren.

Wie wat betreft het geweten in de vrijheid denkbeelden huldigt, die niet haar grondslagen en bevestiging vinden in de Heilige Schrift, dwaalt ook, wanneer hij zich beroept op gewetensvrijheid en gewetensbezwaren. Met name wordt het beroep op het geweten wel zeer zwak, wanneer we, op grond van hetgeen wij als maatstaven voor ons doen en laten hebben vastgesteld, gaan redeneren over gewetensplichten. Plaatsen we deze plichten tegenover andere, die men „van hoger hand" ons oplegt (dienstplicht, belastingplicht, verzekeringsplicht, inentingsplicht, enzovoorts), dan zal ons verweer èn voor onszelf èn tegenover hen, die ons verplichten, in wezen weinig steekhoudend zijn. De stem van het geweten is immers geen reactie op wat wij in ons leven als plicht hebben aanvaard krachtens opvoeding, of omdat we tot een bepaalde gemeenschap behoren, die deze plichten tracht na te komen en verzuim van deze plichten zwaar aanrekent. Neen, het geweten moet een antwoord geven op de vraag, of onze gedachten, woorden en werken beantwoorden of niet beantwoorden aan wat de Heere in Zijn Woord als regel voor geloof en leven heeft geopenbaard.

Dan zal iedere gewetensbeslissing, die ons „neen" doet zeggen op wat ons van buitenaf als plicht wordt opgelegd, véél dieper gaan dan alleen: het is mijn plicht „neen" te zeggen. Wie dat doet, heeft, althans op dat moment, er weinig besef van, dat hij een schuldig, beschuldigend, kwaad geweten heeft, dat evenwel aan Gods zijde zich stelt. Hij valt toe aan wat hij als plicht heeft aanvaard, terwijl hij verder (misschien juist daardoor!) helemaal niet met zijn geweten te doen heeft, omdat dit zwijgt.

Zo zijn er vele zogenaamde gewetensbezwaren en wordt maar al te dikwijls een beroep gedaan op de vrijheid van het geweten, zonder dat het geweten er aan te pas komt. De vrijheid van het geweten immers kan en mag niet anders dan samenvallen met de gebondenheid aan Gods wil en wet. Wanneer we daarmee te doen hebben en ons schuldig kennen in onze consciëntie tegenover de Heere, of door het geloof mogen weten, dat deze schuld ons om Christus' wil vergeven is, dan zal Gods wil en wet ons zó zwaar wegen, dat we om des gewetens wille wel eens „neen" moeten zeggen tegen hetgeen ons als plicht wordt opgelegd, omdat de uit deze plicht voortvloeiende handelingen zouden strijden met Gods wil en wet.

Vandaar dat voor het kind des Heeren, dat mag weten een gereinigde, geruste en goede consciëntie te hebben door genade, gewetensbezwaren geloofsbezwaren zijn, en gewetensvrijheid te maken heeft met geloofsvrijheid. Dan vraagt gewetensvrijheid vrijheid om in geloofsgehoorzaamheid te leven in deze wereld. En omdat dit geloof wordt gewerkt door de bediening des Woords en wordt versterkt door de prediking va; n het Evangelie en de bediening der sacrementen, is het te verstaan, dat de levende kerk des Heeren desnoods met inzet van goed en bloed de strijd aanbindt tegen de machten, die deze bediening van Woord en sacramenten met geweld trachten tegen te gaan. Men denke aan het begin van de tachtigjarige oorlog. Toen deze vrijheid van het geweten in het gedrang kwam, verlieten velen van Gods kinderen hun vaderland en vestigden zich b.v. in Amerika, waar ze de Heere konden dienen naar de inspraak van hun hart.

Déze gewetensvrijheid bracht vele ouders er toe hun kinderen te onthouden aan de scholen, waar geen plaats was voor Gods Woord en voor onze belijdenis, en zélf uit eigen middelen (saamgespaard van een karig loon) scholen te stichten, daarvan leermiddelen te kopen en onderwijzend personeel te salariëren. Kan deze gewetensvrijheid niet uitlopen op willekeur, op liberalisme? Dan antwoorden we: neen! Wel weten we, dat van de zijde van Rome de Reformatie wordt aangewezen als de voornaamste oorzaak voor het uitbreken van de Franse revolutie.

Vraagt men: kan gewetensvrijheid ontaarden, verwereldlijken? Dan zeggen we: helaas, ja! Dit geschiedt, wanneer (we wezen daarop reeds) het geweten zijn schriftuurlijke basis verliest en de vrijheid haar gebondenheid aan Gods wil verzaakt.

Op een belangrijke vraag willen we tenslotte nog een antwoord trachten te geven. Uit het bovenstaande zou iemand kunnen afleiden, dat hij, alleen uit plicht tegenover ouders, andere opvoeders, tegenover de kerkelijke gemeente, waarbij hij behoort, zich verzettend tegen wat hem, ook als plicht, door b.v. de overheid wordt opgelegd (en dat in strijd met Gods Woord) beter dan maar zijn „neen" kan achterwege laten. Heeft dan mijn beroep op mijn geweten wel zin? zo wordt gevraagd.

We moeten echter opmerken, dat hier de verhoudingen wel zeer droevig liggen. Wat we als plicht aanvaarden, raakt ons hart niet. Het wordt hoog tijd, dat (en daartoe kan in de weg der middelen de bediening des Woords en het huisbezoek veel bijdragen) onze kinderen en de oudere leden onzer gemeenten de diepe noodzaak gaan inzien, de genade deelachtig te worden, die de Heere verheerlijkte in Zijn volk; een volk, dat in geloofsgehoorzaamheid in dit leven staat, althans blijk geeft, dat zulks de begeerte des harten is. Dan zullen we „neen" leren zeggen, omdat we jaloers zijn op dit volk en het als noodzaak zien, te leven als de schaapkens Christi omdat we eerbied hebben voor hetgeen de Heere in hun leven als genadegaven doet openbaar komen tot verheerlijking van Zijn Naam.

G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1963

De Saambinder | 4 Pagina's

Gewetensvrijheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1963

De Saambinder | 4 Pagina's