Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een zeer beminde en leraar herder 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een zeer beminde en leraar herder 13

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijna tien jaren mocht Ds. Roelofsen te Opheusden met rijke zegen arbeiden. De Heere had er niet alleen velen van zijn kinderen in die gemeente, maar er werden ook mensen toegebracht tot de gemeente die zeker zalig zal worden, omdat God het wil. Maar in het voorjaar van het jaar 1905 kwam er een roepstem van de gemeente Goes. Te Opheusden was hij predikant van „de Kerken onder het kruis", en hij kreeg een beroep van een gemeente der Ledeboerianen. De gemeenten, die door Ds. Ledeboer waren gesticht na zijn afzetting op 26 januari 1841, leefden naast de kruiskerken. In beide kerkformaties was er verzuchting om de waarheid te mogen beluisteren. Hoewel de bediening des Woords en der sacramenten in die gemeenten schaars was, bleef men toch bij de waarheid. Maar na 1869 leefden deze kerkformaties toch naast elkander. Toch, in het laatst van de vorige eeuw kwam er een kleine verandering. Ds. Pieneman kreeg een verzoek om in Benthuizen te spreken, en hij was leraar bij de kruiskerken. Was het eerst Ds. J. R. van Oordt, die als leraar van de kruiskerken een beroep' aannam in het jaar 1904 naar de Ledeboeriaanse, gemeente te Terneuzen, het was in de maand juni 1905 toen Ds. Roelofsen bekend maakte dat hij het beroep naar de gemeente Goes had aangenomen. Beide leraren braken de gemeenschap met de kruiskerken en gingen dus naar de Ledeboerianen. Dat was wat, voor de tweede maal in zijn leven ging Ds. Roelofsen over naar een ander kerkverband. Dit bracht bij enkele leraars en kerkeraden veel ontstemming; Maar bij de leraar der kruiskerken. Ds. G. H. Kersten, predikant te Meliskerke, was geen ontstemming. Zijn verzuchting was dat dit rnede mocht werken in Gods gunst dat de eenheid der beide kerkformaties werkelijkheid .mocht worden.

Ds. Roelofsen nam afscheid van Opheusden uit Lucas 19 : 42a, en hij verbond zich aan Goes met de woorden uit Efeze 3 vers 8. In die tijd begonnen de twee kerkformaties naar elkander toe te groeien; Wat is dat toch een zegen, als wij dezelfde grondslag mogen hebben. Dan zal er een uitzien wezen naar oprechte vereniging.

Ook de leraars der Ledeboerianen, Ds. N. H. Beversluis en Ds. L. Boone, gingen in die dagen spreken voor de kruiskerken. In 1905 deed Meliskerke (kruisgemeente) op de classis het voorstel, dat naar de „Algemene vergadering" der kruisgemeenten werd doorgezonden, vereniging met dé kerken van Ledeboer te zoeken. Dit voorstel werd op de , , Algemene vergadering" van 1905 aangenomen. De leraars Ds. C. Pieneman en Ds. J. Overduin zijn toen naar Bruinisse geweest om op een vergadering van de Ledeboerianen het te bespreken. Op deze vergadering was ook Ds. Roelofsen aanwezig, maar toen ging de vereniging niet door. Het was nog niet de bestemde tijd! In mei 1907 werd het voorstel weer door Meliskerke op kerkrechtelijke wijze op de vergadering gebracht. Nu waren het de leraars Ds. A. Janse en Ds. G. H. Kersten, die op- de vergadering van de Ledeboerianen kwamen om de zaak te verdedigen. De 23e mei te Middelburg werd een onvergetelijke dag; daar werd in beginsel besloten tot een vereniging van de twee kerkformaties. Wat was Ds. Roelofsen verblijd; het was altijd zijn verzuchting geweest dat de Heere deze vereniging wilde geven.

Weer kwamen bijeen op 25 juli 1907 te Rotterdam. Er waren 19 gedeputeerden bijeen gekomen om verschillende bepalingen van deze eenheid vast te leggen. Nu moest men óök komen tot een naam. De naam zou wezen Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De laatste vergadering werd gehouden op 9 en 10 oktober 1907 te Rotterdam'. „De bepalngen", door deputaten vastgesteld, werden aangenomen. Het was een vergadering waar de eenheid werd ervaren. Na de vergadering moesten de predikanten naar vele plaatsen om vergaderingen met de leden der gemeenten te houden. Maar toen kwam er strijd, niet allen waren het eens met de vereniging. Ds. Roelofsen moest in die dagen ook op reis. Hij waarschuwde ernstig om toch de eenheid vast te houden. Het heeft hem gesmart dat niet al de gemeenten zich wilden verenigen. Hij was een man voor eenheid van allen die de waarheid liefhadden. Hij mocht ondanks de kerkelijke verwikkelingen met zegen in Goes arbeiden. De Heere heeft iii die dagen ook wonderen willen doen. Hij ging eens zeer bestreden naar de kerk, en zei tot een vriend: „Ik ben zo droog als een knotwilg". Zijn vriend Fraanje, die later predikant is geworden, meldde later dat hij preekte over de vrijsteden. Onder deze predikatie werd een man'van tachtig jaar bekeerd. O, dat de ouden van dagen; die dit lezen, eens mochten uitzien naar dit grote wonder van Gods genade. Wij leven nog in de dag van zaligheid.

Toch heeft ook Ds. Roelofsen strijd mee moeten maken. Hij was geen man van strijd. Zo lang mogelijk deed hij zijn best om de vrede te handhaven. Hij had toch zo een zachtmoedig karakter. Daar maakten de vijanden misbruik van. Wat moest hij een leed meemaken. Soms bedrogen en veel lastering doorstaan. Daarom kunnen wij begrijpen wat er plaats vond toen hij predikant was te Goes. Wijlen Ds. Fraanje was toen nog geen predikant, maar door Gods goedheid, was Ds. Roelofsen zijn vaderlijke 'Vriend geworden. Samen gingen zij eens wandelen buiten- Goes. Toen ineens nam Ds. Roelofsen zijn hoed af. „Wat nu — zei Fraanje — ik zie geen wandelaar en toch neemt u uw hoed zo plechtig af? ' „Ja, broeder — antwoordde Ds. Roelofsen — ik zie een collega, een schuurpaal in het land, en die gebruiken de koeien om zich aan te schuren. En datzelfde lot moeten wij ook zo dikwijls meemaken".

Ondanks alles waren er toch oprechte vrienden van Ds. Roelofsen te Goes. De Heere heeft hem ook te Goes als middel willen gebruiken. Wat een troost voor Gods kinderen dat ze elkander weer ontmoeten. Aan de ronde tafel in de hemel zuilen ze tezamen God eeuwig groot maken. Maar heel erg als het Woord Gods tegen ons zal getuigen. Hoe vreselijk zal het wezen om te vallen in de handen van de levende God. Welgelukzalig het volk, welks God de Heere is.

Sioux Center

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1964

De Saambinder | 4 Pagina's

Een zeer beminde en leraar herder 13

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1964

De Saambinder | 4 Pagina's