De zaligsprekingen. 9e Zaligspreking.

Overal wordt een geweldige activiteit ontwikkeld om de mens maar op de troon te zetten, ten koste van waarheid en recht. Vooral landen en volken die in nood verkeren, worden maar al te gemakkelijk een prooi van verleidende wereldgeesten. Daar is een wedijver gaande tussen communisme en katholicisme over de gehele wereld, en als die machten het eens zouden worden, wat gaat er dan gebeuren?

Dan breken er vervolgingen uit, zoals nog nooit zijn voorgekomen in de geschiedenis. Vanzelf zijn wij daar bang voor. Wij weten zelfs niet wat meer te vrezen is, de vervolging door het communisme of die van roomse zijde. Het zal beide erg genoeg zijn. Maar wij kunnen er van op aan, dat het in beide gevallen gaan zal om het levendgemaakte volk van God, en om de waarheid, die naar de godzaligheid is. Arme nageslachten, want het protestantisme is krachtdoos geworden door verdeeldheid in eigen boezem. Neerlands kerk hgt verstrooid en verbrokkeld, als beenderen aan de mond des grafs, alsof op aarde iemand iets gekloofd en verdeeld had. En juist het tegendeel van „Eendracht maakt macht" komt in onze dagen openbaar. Wij vermogen vrijwel niets meer tegen de wassende stroom van ongeloof en bijgeloof. De enige weg tot herstel zou nog zijn te roepen tot de Heere, want een krachtig gebed van een rechtvaardige vermag veel. Maar wij behoeven niet te steunen op eigen krachten of wat dan ook. Er komen vervolgingen, dat is. naar het Woord des Heeren.

In het laatste der dagen zal er nog een vreselijke botsing plaats grijpen tussen het rijk van de anti-christ en het Koninkrijk van Christus. En al weten wij, dat de Heere Jezus Christus als Overwinnaar uit die strijd zed komen en dat Zijn Koninkrijk, als de steen zonder handen afgehouwen, alle koninkrijken der aarde zal vermeden tot pulver, dat zed zonder bloed en tranen niet gaan. Daartegenover staat, dat in die tijden, dat er geen vervolging was, de Kerk des Heeren bij (de uitwendige rust aan innerlijke kracht altijd veel heeft ingeboet. Godsdienstvrijheid en ruimte om rustig te leven is voor het geestelijke leven vaak nadelig. Bij uitwendige vrede gaat de innerlijke vrede kwijnen in de meeste gevallen. Dus zou het wd eens kunnen zijn, als onze nakomelingen in verdrukking en vervolging zouden komen, dat zij er geestetijk beter aan toe waren dan wij. Als banden en gevangenissen gaan beslissen wie er kinderen Gods zijn, zou er wel eens meer doorbrekend licht en doortrekkende genade verheerlijkt kunnen worden als in deze donkere, geesteloze dagen.

Terwijl nu Gods kind vaak zwijgend over de aarde gaat en soms jarenlang geestelijk op dezelfde plaats blijft staan, zonder vorderingen te maken in de oefeningen des geloofs, kon juist in de grootste benauwdheid wel eens een geloofsbelijdenis worden afgelegd, waarop wij jaloers zouden moeten wezen als wij hem konden beluisteren. In de zwaarste vervolgingen was er meest meerdere genade, meer doorbrekend Godswerk. Doodsgevaren uit kracht van vervolging om der waarheid wil kunnen soms zulke rijke vruchten dragen en wonderbaarlijk van de Heere gezegend worden, zelfs zodanig, dat men zelfs nog zingen kan tot lof des Heeren in de gevangenissen. Ook kwam dat wel voor bij het beklimmen van brandstapels en schavotten. Het is waar, de toekomst is donker voor het vlees, maar daarom behoeven wij nog niet wanhopig te zijn, want het zou wel eens kunnen, dat in de toekomst onze kinderen en navolgende geslachten zeiden: Wij hebben het wel zwaar en moeilijk, want wij moeten ons brood halen met gevaar onzes levens, en zonder hulp van boven komen wij er niet meer door, maar wij hebben de Heere nodig en Zijn hulp mag blijken. Die de Heere heeft, heeft alles; die God niet heeft, mist alles, in voorspoed net zo goed als in tegenspoed. In deze tijd valt er op de bediening van het Woord schijnbaar zeer weinig vrucht, in verhouding tot de tij den, , dat er druk, zelfs zware druk op de gemeente ligt. Dat is wel eens bezwarend en benauwend voor Gods knechten, want de duivel schiet daar zijn pijlen op af en wil ze moedeloos en krachteloos of onverschillig maken. Reeds de profeet Jesaja moest klagen: Wie heeft onze prediking geloofd en aan wie is de arm des Heeren geopenbaard? Gods knechten vragen zich wel eens af: al wat wij de gemeente voorhouden zal toch niet alleen maar zijn een reuk des doods ten dode? Zou de waarheid dan nooit meer inslaan door de kracht des Geestes? Als er verdrukking en benauwdheid kwam, kon het toch wel eens openbaar komen, dat het zaad, wat nu gestrooid wordt, schijnbaar vruchteloos, ging ontkiemen en vrucht ging voortbrengen. Maar het volk des Heeren is mat geworden, , de handen hangen slap en de knieën struikelen.

Werkendam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen