Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT 97

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT 97

DE DORDTSE KERKORDE, artikel 25

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Der diakenen eigen ambt is, de aalmoezen en andere armengoederen naarstelijk te verzamelen en dezelve getrouw en vlijtig, naar de eis der behoeftigen, beide der ingezetenen en vreemden, met gemeen advies uit te delen, de benauwden te bezoeken en te vertroosten, en wel toe te zien, dat de aalmoezen niet misbruikt worden, waarvan zij rekening zullen doen in de kerkeraad, en ook (zo iemand daarbij wil zijn) voor de gemeente, tot zulken tijd als de kerkeraad het goed vinden zal.

Het ambt der diakenen. De Reformatie heeft van aanvang af de dienst der barmhartigheid georganiseerd en op schriftuurlijke wijze opgedragen aan het ambt der diakenen. Zo zegt ook art. 30 van de Ned. Gel. Belijdenis dat de diakenen de dienst der barmhartigheid vervullen, , , opdat de armen en alle bedroefden geholpen en getroost worden, naarmate zij van node hebben". Het Convent van Wezel, 1568, oordeelde in navolging van Calvijn, dat er tweeërlei diakenen moesten zijn: , , het zal vooral in de grotere steden niet ongepast zijn, dat er twee soorten diakenen worden gesteld, waarvan een deel zich zal bezighouden met het verzamelen en uitdelen der aalmoezen, en een deel vooral zorg zal dragen voor de zieken, gewonden en gevangenen; welke (laatste) behalve met trouw en ijver, ook met de gave der vertroosting en ongemene kennis van het Woord moeten zijn voorzien en ijverig bij de ouderlingen moeten navragen, wie er in de wijken ziek en zwak zijn en troost of ondersteuning behoeven". De volgende Synoden hebben echter over deze tweede soort van diakenen, nl. voor de zieken, niet meer gesproken. De eerste synode van de Geref. Kerk, nl. de Synode van Emden (1571) maakte scherper voorschriften aangaande rondreizende bedelaars, die, om geld te verkrijgen, voorgaven dat ze om des geloofs wil vervolgd en verdreven werden. Deze rondzwervende heden mochten niet meer voortgeholpen worden, tenzij dat ze een attestatie of getuigenis konden tonen, hoe ze zich tevoren in leer en leven bij de gemeente die zij verlaten hadden, hadden gedragen. De kerkeraden werd opgedragen een attestatie te weigeren, wanneer er bij deze mensen geen voldoende reden voor hun vertrek was.

Dit artikel, zoals het is vastgesteld op de Dordtse Synode 1618-1619, spreekt over het ambt der diakenen in de zin van de taak, de plicht en de roeping die de diakenen hebben. Het valt in vier delen uiteen, nl. a. in het verzamelen van de gaven, b. in het uitdelen van de gaven, c. in het bezoeken en troosten van de armen, , d. in de administratie en de verantwoording. Ook kan er nog volledigheidshalve de vraag gedaan worden, is er ook voor de diakenen nog een taak om de armoede te voorkomen?

Wat deze vraag betreft, heeft de kerk der Reformatie het standpunt ingenomen dat deze taak er voor de diakenen wel is, maar dan in opzichzelfstaande, individuele gevallen. De diakonie is een kerkelijke instelling, niet een bureau om allerlei ekonomische of maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Dit hgt meer op het terrein van de Overheid. Ook is de diakonie geen bank van lening of een voorschotkas. Voetius heeft op grond van Lev. 25 : 35 wel verdedigd, dat het beter is door enige hulp een val te voorkomen, dan de gevallene te ondersteunen of uit de val op te richten. Wanneer de Heere aan ieder Israëliet voorschreef zijn wankelende broeder te steunen, opdat hij niet zou vallen, hoeveel te meer geldl dit dan voor de diakenen van het Nieuwe Testament. Hun taak is niet alleen in de armoede te ondersteunen, maar indien mogelijk ook een weg te vinden om voorgoed uit de armoede te krijgen. Dit kan dan door raadgeving, onderwijzing en ook door terechtwijzing. Ook het geven van een. voorschot aan een eerlijk lid der gemeente, dal belooft en goede hoop geeft het terug te zullen geven, zij het ook onder een zekere borgstelling, vindt algemene goedkeuring (Joh. Jansen — De Kerkenordening). Het geven van een voorschot moet een werk van barmhartigheid blijven, ter voorkoming van armoede. ïn den regel vraagt de diakonie geen rente, tenzij dan in zodanige gevallen, dat zonder bezwaar een matige rente gevorderd kan worden.

'sGravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1966

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT 97

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1966

De Saambinder | 4 Pagina's