Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RONDOM HET SPASTISCHE KIND 4.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RONDOM HET SPASTISCHE KIND 4.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toenemende belangstelling voor de gehandicapten deed , vele ouders goed. Maar met belangstelling alleen zijn we er nog niet. Men kwam ook tot de daad. Revalidatie. Dit betekent het weer gezond, het weer valide maken. Er kwamen zogenaamde revalidatie-centra. Dat zijn inrichtingen voor de revalidatie van patiënten. De daling van het aantal t.b.c.-patiënten en polio-gevallen, gaf wat meer ruimte en gelegenheid voor de behandeling van het spastische kind. Die behandeling is evenwel langdurig en daarom zeer kostbaar. Vele spastische kinderen zijn zowel lichamelijk als geestelijk gehandicapt.

De toename van het aantal schooltypen getuigt ook van de toegenomen belangstelling voor de gehandicapten van allerlei aard. Het buitengewoon lager onderwijs maakte een grote vlucht. We willen hierover ook enkele historische gegevens vermelden.

In 1790 werd in Groningen het eerste Doofstommeninstituut geopend. In 1808 in Amsterdam het eerste Blindeninstituut. Ds. Koetsveld (hofprediker) stichtte een school voor achterlijke kinderen.

In 1891 werd het eerste tehuis voor zwakzinnigen in Ermelo opgericht, het bekende 's Heerenloo. In 1900 volgde de Johannastichting, in 1914 de Adriaanstichting en in 1915 de Cornelia-stichting. Als voorlopige regeling van het buitengewoon lager onderwijs diende het Koninklijk Besluit van 1920. In 1923 werd de regeling van het onderwijs vastgelegd in een K B.

Hieronder werden ook begrepen de blinden, doofstommen en slechthorenden. Sindsdien werden er vele dagscholen geopend. Aanvankelijk werden dit scholen voor „achterlijke kinderen" genoemd. Deze naam heeft de b.l.o. lang behouden en bij velen zit de gedachte „achterlijk" nog vast. We moeten evenwel de nadruk leggen op het woord , , buitengewoon". Onze gehandicapten hebben andersoortig onderwijs van node.

Wellicht rijst de vraag: Wie komen er nu eigenlijk in aanmerking voor dat schooltype? We zullen het woordelijk weergeven: „Die kinderen, die wegens ziels- of lichamelijke gebreken of uit maatschappelijke noodzaak (schippers en woonwagens) niet in staat zijn, geregeld en met vrucht het gewone onderwijs te volgen, of wier gedrag het noodzakelijk maakt him buitengewoon onderwijs te doen geven." De praktijk heeft daar nog enkele gehandicapten aan toegevoegd. In 1931 werden de lichamelijk gebrekkigen er ook bij betrokken, alsmede de psychopaten (zielszieken, abnormale persoonlijkheden met misdadige onsociale aanleg). In 1937 volgden de epileptici.

Met de voortschrijding van dit schooltype was het ook noodzakelijk wettelijke voorschriften uit te vaardigen voor een speciale opleiding van onderwijzend personeeL Die speciale opleiding is er helaas nog niet.

Wel werd er in 1903 een vereniging opgericht van onderwijzers en artsen, werkzaam bij het b.Lo. Dit is de vereniging O. en A.

In 1933 kwam er het Seminarium voor Orthopedagogiek bij. Deze houdt zich speciaal bezig met de opvoeding van lichamelijk en geestelijk misdeelde kinderen.

Intussen kwamen er dagscholen voor de lichamelijk gebrekkigen in de grote steden, zoals Amsterdam, Utrecht, Leiden, Delft, Rotterdam en Enschede. In Amstrdam kreeg de eerste dagschool (1947) de naam van „Mythylschool".

Daar zit een historie aan vast. Een meisje, Mythyl genaamd, gaf haar kostbaarste bezit (en dat was een duif) aan een ziek meisje. Naar dit meisje en naar deze eerste school in Amsterdam, kregen vele andere scholen ook de naam van „mythylscholen".

Spastische kinderen volgen op dergelijke scholen ook onderwijs. Bij het vervoer is bijvoorbeeld het Rode Kruis ingeschakeld. Want dat vervoer stelt speciale eisen en baart uiteraard nogal zorgen.

Wellicht komt nu de vraag naar voren hoe deze kinderen daar toegelaten worden. Daarvoor bestaat een commissie van toelating. Daarin hebben zitting een schoolhoofd, een geneesheer, een neuroloog, een orthopeed en een psycholoog.

U bemerkt uit het vorenstaande wel, dat dit dus niet zo heel eenvoudig is. Voor toelating moeten de kinderen minstens zes jaar oud zijn, maximaal 16 tot 20 jaar. Die zogenaamde „mythylscholen" geven gewoon lager onderwijs, voortgezet lager onderwijs, u.l.o. en zelfs h.b.s. opleiding. Het middenstandsdiploma is ook niet vergeten. De burgelijke gemeente zorgt veelal voor het vervoer. Speciale leerkrachten geven fysische therapie en spraakonderricht.

Voor ouders van zulke kinderen, die in of nabij een grote stad wonen, kunnen zulke scholen een uitkomst zijn. Helaas kunnen veel ouders van buitenaf hier geen gebruik van maken. Onderbrenging in internaten zou dan noodzakelijk zijn, met al de gevolgen van dien. Over de hiervoor genoemde fysische therapie hopen we een volgende maal nog wel iets te zeggen.

Elspeet

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 1967

De Saambinder | 4 Pagina's

RONDOM HET SPASTISCHE KIND 4.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 1967

De Saambinder | 4 Pagina's