Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKRECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKRECHT

Toelichting op de D.K.O. Artikel 69

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

KERKGEZANG (2)

In de na-apostolische tijd, toen de kerk in tweeën uiteenviel, n.l. de Oosterse kerk en de Westerse kerk, werden volgens het getuigenis van Augustinus in zijn tijd in het westen alleen de psalmen gezongen. Zelfs werd door het concilie van Bracatara, in 563 gehouden, bepaald dat in de kerk behalve de psalmen of liederen aan de bijbelboeken ontleend, geen andere door mensen vervaardigde hymnen (gewijde lofzangen) zouden gezongen' worden. Maar omdat in de kloosters deze hymnen werden gezongen, drong het zingen ervan langzamerhand door in de kerk. Op het concilie van Toledo (633) werden eerst dé hymnen van Hilarius en Abrosius gesanctionneerd. en in de 12e eeuw waren de hymnen naast de psalmen een vast bestanddeel in de roomse eredienst geworden. Ook werden er naast de psalmen ook bijbelse liederen gezongen, zoals het lied van Mozes (Exod. 15), het gebed van Hanna (1 Sam.), het gebed van Hiskia (Jes. 38), de lofzang van Zacharias, van Maria en anderen die verzameld werden in de codex Alexandrinus (codex betekent boek, aanvankelijk in de vorm van een rol). Ook kwamen doxologieën naast de psalmen in de eredienst. Een doxologie is een lofverheffing Gods die ook aan het einde van vele psalmen wordt gevonden (Ps. 41, 72, 89, 106) o.a. het Hallelujah. Zo wordt ook het einde van het gebed van het Onze Vader: Want Uw is het Koninkrijk. . . een doxologie genoemd. Aan het einde van het psalmgezang in de kerk werden dan ook doxologieën zoals: Hallelujah of Ere zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest tot in alle eeuwigheid of Gloria in excelsis of ook wel: Heilig, heilig, heilig is de Heere der heirscharen gezongen. Nog weer later kwamen de vrije kerkliederen in zwang. Doordat in de jaren 700-900 een herleving ontstond van de beoefening van de wetenschappen en kunsten, begonnen veel dichters ook een aantal liederen te dichten die betrekking hadden op bijbelse onderwerpen, alsmede die betrekking hadden op de heerlijkheid van de roomse kerk, de kerkelijke feesten, Maria en de heiligen. Toen al deze „menselijke liederen" in het roomse kerkboek werden opgenomen, werd het aantal psalmen en schriftuurlijke liederen al kleiner. Al deze vrije liederen verdrongen al meer de psalmen, met het gevolg dat deze bij het volk tenslotte geheel onbekend werden.

Ook had er inmiddels met het kerkgezang wat anders plaatsgevonden, n.l. voor de gemeentezang was het.koorgezang in de plaats gekomen. Niet de gehele gemeente zong meer in de kerkdienst, maar de zang werd geheel uitgevoerd door een koor. Het was Gregorius de Groote, de bisschop van Rome (590-604) die de gemeentezang afschafte, om daarvoor in de plaats het koorgezang in te stellen. De zingende gemeente was nu ook wat betreft het kerkgezang een luisterende gemeente geworden. En het was met deze situatie waarmede ook de Reformatoren te doen kregen. Behalve de leer, de prediking en de sacramentsbediening, de kerkregering heeft de Reformatie ook een verandering gebracht in de liturgie. De Reformatie voerde het devies: terug naar de Schrift. En dit niet alleen wat betreft de zuivere leer en de kerkregering, ook het kerkgezang moest weer worden naar de Schrift, zodat de koorzang werd afgeschaft en de gemeentezang weer werd hersteld.

Wel deden de Reformatoren dat ieder op hun eigen wijze. Zwingli stelde de „spreekkoren" in. Een spreekkoor is een , groep mensen die onder leiding een tekst voordraagt. Dat Zwingli zich tegen de gemeentezang heeft verklaard, zal wel de oorzaak hebben in het feit dat de gemeentezang op zo'n laag niveau stond, dat Zwingli, die zelf zeer muzikaal was, het maar beter oordeelde de zang maar helemaal af te schaffen. Zwingli schreef dat Paulus tegen het „brullen en het murmelen" in de kerk was, maar dat het volgens de apostel vooral ging om met het hart de lof en de ere Gods te bezingen. Wel leerden de kinderen de geestelijke liederen. En het gevolg was dat, toen de kinderen volwassen waren, de gemeentezang in de Zwitserse kerken één geslacht na Zwingli weer in ere werd hersteld. En in het begin van de 17e eeuw zijn verschillende duits-sprekende kanton in Zwitserland ertoe overgegaan een uit het frans vertaalde psalmberijming in te voeren.

Luther, die zelf veel van zingen en muziek maken hield, ook in zijn gezin, herstelde van meet af aan de gemeentezang. Hij liet de gemeente behalve de psalmen ook schriftuurlijke en vrije liederen zingen. Luther was de man die niet alleen door zijn machtig woord het hart van het volk raakte, maar ook door zijn liederen die hij zelf dichtte. Luther nam in zijn kerkboek wel enige psalmen op, maar veel meer liederen van , , de schat der oude kerk" en vele door hem zelf gedichte liederen. Dit hing samen met zijn opvatting van Coll. 3 : 16: „Leert en vermaant elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen", waarin hij naar zijn beschouwing zag de psalmen, de lofzangen van het Oude en Nieuwe Testament en ook de vrije liederen die men zelf kon maken buiten de Schrift om. Om deze oorzaak zijn er altijd veel gezangen en weinig psalmen in de Lutherse kerk gezongen. Over Calvijn een volgende keer nog wat.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1972

De Saambinder | 4 Pagina's

KERKRECHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1972

De Saambinder | 4 Pagina's