Christus' Zelfgetuigenis voor Pilatus is een getuigenis van Zijn geboorte (2)

.Christus' koninkrijk kent geen grenzen. Want, van zee tot zee zal Hij regeren, zover men volk'ren kent; Men zal Hem van d'Eufraat vereren, tot aan des aardrijks end! Hij zal de heidenen hebben als een erfdeel en de einden der aarde tot Zijn bezitting! Daartoe is Hij van eeuwigheid gezalfd door de Vader, met de Heilige Geest, boven al Zijn medegenoten. Van eeuwigheid verordineerd en in de tijd, naar Zijn menselijke natuur bekwaamgemaakt. Hij zal niet alleen als onze hoogste Profeet de verborgen raad en wil tot zaligheid van verlorenen openbaren, en ook niet alleen als onze enige Hogepriester, ons met de enige offerande Zijns lichaams verlossen, en met Zijn voorbidding steeds voor Zijn volk bij de Vader tussentreden, neen, dat niet alleen. Hij zal ook als onze eeuwige Koning Zijn Koninkrijk bevestigen, ons met Zijn Woord en Geest regeren, en ons bij de door Hem verworven verlossing, beschutten en behouden. O, welk een Koning heeft toch Gods volk in de geboren en gekomen en nu voor Pilatus terechtstaande Koning, de Heere Jezus Christus. Asaf heeft er al van gezongen: Welke vorsten ooit het aardrijk moog' bevatten. Wie hunner is o, Heere, met U gelijk te schatten. Als Koning is Hij geboren! Koning zijn is het einddoel van geheel Zijn Borgwerk. Een Naam heeft Hij ontvangen, boven alle Naam, opdat in Zijn Naam, zich zou buigen alle knie dergenen die in de hemel, en die op de aarde zijn, en alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere is tot heerlijkheid Gods, des Vaders. Eenmaal zal Hij het Koninkrijk wedergeven aan de Vader, dan zal God zijn, alles in allen!

Terwijl de Heere Jezus Christus voor Pilatus staat, geeft Hij niet alleen een getuigenis aangaande Zijn geboorte, maar ook betreffende de Waarheid. Hij zegt: „Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, ' opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou!" Dat is dus de aard en het karakter, maar ook het doel en de bestemming van Zijn Koningschap en van Zijn eeuwigblijvend Koninkrijk. Hij is Zelf de Weg, de Waarheid en het Leven. Zijn Koningschap en Zijn Koninkrijk staan lijnrecht tegenover dat van satan. Die is de vader der leugenen, de overste dezer wereld, de vorst der duisternis. Hij heeft in onze val in Adam, zich een rijk der leugenen opgericht. Hij is een mensenmoorder van de beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen, want hij is een leugenaar en de vader der leugenen. Hij is de leugendichter bij uitnemendheid! Doch Christus is van de Vader gezonden, om het rijk der leugenen te vernietigen. Hiertoe is de Zoon Gods geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou! Wie „Waarheid" zegt, zegt „God!" Want God is de Waarheid Zelve! God is geen man dat Hij liegen zou! Zelfs al had Christus nooit één woord gezegd of gesproken, dan nog was Zijn geboorte. Zijn komen, in onze menselijke natuur op deze, door onze zonde vervloekte wereld, een welsprekend getuigenis van de Waarheid geweest!

Het stilzwijgende Kindeke in de kribbe in de beestenstal, was al een overlaid getuigenis van de Waarheid, namelijk dat God een Waarmaker is van Zijn Woord. Zou Hij het zeggen en niet doen? Of spreken en niet bestendig maken? Wat uit Zijn lippen ging, blijft vast en onverbroken. Hij zal nooit herroepen, wat Hij eens heeft gesproken! Ook nu, nu Hij hier voor Zijn rechters staat, als een schaap dat stom is voor het aangezicht van zijn scheerders, en alzo Zijn mond niet open deed, is Zijn Zelf getuigenis een getuigenis van de Waarheid! Zijn staan hier voor, en spreken tot Pilatus is een getuigenis van de waarheid. Namelijk van die waarheid, dat God de zonde niet ongestraft kan laten, want eer Hij die ongestraft liet blijven, heeft Hij ze gestraft aan Zijn lieve Zoon Jezus Christus, met de bittere en smadelijke dood des kruises. Zo groot is de toorn Gods tegen de zonde! Dat is Zijn getuigenis van de waarheid, nl. dat God, met eerbied uitgedrukt, de zonde niet door de vingers kan zien. Dat Hij zo heilig is van ogen dat zelfs de sterren niet rein zijn in Zijn ogen. De Libanon is niet genoegzaam om te branden, en zijn gedierte is niet genoegzaam ten brandoffer! Wie zal die prijs der ziel, dat rantsoen, in'tijd of' eeuwigheid voor God voldoen? Nimmermeer zal men zijn broeder kunnen verlossen! De beek Kedar, de Jordaan, de Dode Zee, liepen over van de stromen bloed van de duizenden en duizenden geslachte offerdieren in Salomo's tempel. Doch ze konden zelfs nog niet één zondige gedachte verzoenen. Dat is het getuigenis der waarheid van Christus geboorte en Zijn komst!

Wie zal God zien en leven? Wie klimt de berg des Heeren op? Wie zal die zo van God gewijde top voor het oog van Sions God betreden? Wie zal met zijn hart Borg worden voor God? Hoe zal de Heere Zijn'kinderen geven het gewenste land? Hoe zal Hij hen onder de kinderen stellen? Ziet, hier ben Ik, Die machtig is te verlossen! Ik heb de pers alleen getreden, en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn toorn, en heb hen vertrapt in Mijn grimmigheid. Want de dag der wraak was in Mijn hart en het jaar Mijner verlosten was gekomen.

O geliefden, wij behoren van nature tot de wereld die in het boze ligt, en in die wereld staat thans Christus hier voor Pilatus voor u, om der waarheid aan u getuigenis te geven. Voor u die ten enenmale van alle waarheid ontbloot zijt! Voor u, die in ai de leugens van de satan verstrikt zijt! Voor u, die in de schaduwen des doods gezeten zijt! Hij Zelf, Christus is daartoe geboren, is daartoe gekomen, om u getuigenis van de waarheid te geven. Getuigenis van de waarheid, dat er twee wegen zijn, nl. de brede weg der verderfenis en de smalle weg des levens! Hij zegt: „opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou!" De waarheid van het feit dat Hij is gekomen, als de van God gezondene, om te zoeken en te zaligen wat verloren was. O, laat u dan toch zaligen, iaat u met God vei-.*enen. Want dit is ook Zijn getuigenis der Waarheid, nl. v/at Johannes schrijft in hoofdstuk 12 : 48: „Die Mij verwerpt en Mijn woorden niet ontvangt, heeft die hem oordeelt: het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatste dage!" enz. Ook dit is het getuigenis der waarheid, nl. dat God een Rechter besteld heeft over de levenden en de doden, en dat God ons allen in-het gericht zal betrekken met Hemzelf. Ook dit is de waarheid, nl. dat wij van elk ijdel woord wat we in dit leven zullen hebben gesproken, rekenschap zullen moeten geven. Hij geeft der waarheid getuigenis, nl. tenzij iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien, noch ingaan!

Zijn getuigenis der waarheid, spreekt ons van de enge poort en van de weinigen die daardoor zullen ingaan. Zijn getuigenis der waarheid spreekt ons, van de deur die gesloten blijft voor de dwaze maagden. Zijn getuigenis der waarheid spreekt ons, van die plaats, waar de worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt. O wat is Zijn getuigenis van de waarheid een getrouw getuigenis.

Hij getuigde met woorden, soms zo scherp als een tweesnijdend zwaard, maar ook lieflijk nodigend, zo zoet als honing. Zijn getuigenis tot de eigengerechtigde godsdienst, zonder God, was als van een brullende leeuw, als Hij sprak: „Gij adderengebroedsels, gij geveinsden, gij witgepleisterde graven!" Evenwel sprak Hij ook wenende, als Hij schreide over Jeruzalem: „Hoe menigmaal heb Ik u bijeen willen vergaderen als een hen haar kiekens, doch gij hebt niet gewild!" Wat een getuigenis van de waarheid!

Zo is Hij de van God gezalfde, om als Profeet de waarheid getuigenis te geven met woorden. Zo is Hij de van God gezalfde, om als Priester de waarheid getuigenis te geven met daden. Zo is Hij de van God gezalfde, om als Koning de waarheid getuigenis te geven, om door de scepter der waarheid te regeren. Want niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard! Voorwaar, het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond, en... wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid! Hij is het uitgedrukte beeld van Gods zelfstandigheid. Hij is het af schijnsel van 's Vaders heerlijkheid. Hij is het beeld des onzienlijke Gods. Voorwaar, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vlees. Hij alleen kan zeggen: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien! Dat is de volheid van het getuigenis der waarheid van Christus Zelf. God, Die de waarheid Zelve is, wil in het aangezicht van Jezus Christus, verlichting geven, van de kennis der heerlijkheid Gods aan arme, verloren zondaren in zichzelf.

Hij zegt verder: „Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem!" Van nature, zoals we zijn geboren in onze zonden, en ontvangen in onze ongerechtigheden, zijn we niet uit de waarheid. Integendeel, we zijn uit de vader, de duivel, omdat we God, Die is de mond der waarheid tot een leugenaar hebben gesteld en satan, die is de vader der leugenen hebben geloofd. Omdat we van God zijn afgevallen, en satan zijn toegevallen. Daarom is het ook, dat wij de waarheid niet kunnen verdragen. Er is op aarde geen gevaarlijker schepsel, dan de gevallen mens. Omdat wij van nature zondaars, ja, leugenaars zijn, is voor ons niets vreselijker dan de waarheid Gods te moeten aanhoren. Wij zijn vijanden van de waarheid, en willen maar liever net als koning Herodes de waarheid met het zwaard doden en uitroeien. Zo is het Evangelie niet naar de mens. Het is de vrome Jood een ergernis en de wijze Griek een dwaasheid. Omdat we de leugen liever hebben dan de waarheid. Wat bedoelt de Heere dan met tot Pilatus te zeggen: „Die uit de waarheid is, hoort Mijn stem".

Unionville (Can.)

(Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen