HET ZWAARD VAN GODS GERECHTSGHEID
„Zwaard, ontwaak tegen Mijn Herder en tegen de Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de Heere der heirscharen." Zacharia 13 : 7a.
De profeet Zacharia heeft geleefd in de tijd na de Babylonische ballingschap. De Heere had het volk van Israël wegens zijn zonde in ballingschap gezonden. Wat een verdriet en ellende beleefden ze in Babel! Ze moesten hard werken voor hun vijanden. Maar zie, God gedacht aan hen en verloste hen uit de Babylonische gevangenis. Met vreugde waren de Joden uit Babel naar het land van hun vaderen wedergekeerd. De steden werden herbouwd, de verlaten akkers opnieuw bewerkt en nieuwe wijngaarden aangeplant. Onder Gods voorzienigheid werd Jeruzalem herbouwd en een nieuwe tempel verrees in de stad Davids. De Heere dacht in Zijn goedheid aan het volk dat uit Babel was teruggekomen. Hij gaf profeten om hen Zijn heilig Woord te onderwijzen.
Zacharia, een priesterzoon, werd door God aan het volk gegeven om het Woord der genade te verkondigen. Deze godsman profeteerde in de Naam des Heeren dat de Verlosser tot Sion zou komen. Hoe schoon zijn de nachtgezichten van Zacharia! Ze zijn vol heerlijke beloften en dierbare onderwijzingen. Ze spreken ons van Gods onuitsprekelijke genade, die Hij schenkt aan Zijn gunstvolk. De Spruit Davids, de Zoon van God, de Heilige Israels, zou komen om de schuld te betalen en een eeuwige verlossing aan te brengen. De Messias stond gereed om te komen. Hij zou de menselijke natuur aannemen om zondaren met God te verzoenen. De Heere zou over Zijn kerk uitstorten de Geest der genade en der gebeden. Hij zou de kerk verlossen van de zonde, van schuld en van de dood. De Zoon van God is de verdienende oorzaak van de ganse zaligheid. Hij heeft voor Zijn volk de eeuwige zaligheid verworven.
Wat is nodig om een gevallen zondaar, een verloren mens te redden van het eeuwige verderf? Dat er voldaan wordt aan Gods heilig recht. Het hemels paradijs kan alleen geopend worden wanneer de zondeschuld wordt betaald en het beeld Gods in onze ziel wordt hersteld. Er is verzoening met God mogelijk, maar alleen door voldoening aan het heilig recht des Heeren. Zacharia tekent in beeldrijke woorden de worstelstrijd van Vorst Messias. Hij profeteert over het grote lijden en de zware zielestrijd van de Zoon van God. „Zwaard, ontwaak tegen Mijn Herder en tegen de Man, Die Mijn Metgezel is".
Wie spreekt deze ontroerende woorden? Het is de Heere der heirscharen, de Schepper van hemel en aarde, de eeuwige God. God de Vader spreekt, Hij treedt op als Rechter en Handhaver van Zijn goddelijke deugden. De Heere is een heilig God, Hij kan met de zonde geen gemeenschap hebben. Hij moet de zonde straffen. Wee de zondaar die tegen God opstaat, want het zal vreselijk zijn om de toom des Heeren eeuwig te moeten dragen. Het zal voor ieder onbekeerd zondaar ontzettend zijn om te vallen in de handen van een levend God. De Heere laat niet met Zich spotten. Eens komt de zondaar voor Gods geduchte rechterstoel. De geschiedenis van de mensheid geeft vele voorbeelden van Gods wrekende gerechtigheid. Denkt eens aan de zondvloed, aan de ondergang van Sodom en Gomorra en de oordelen des Heeren over Egypte. God rekent met iedere zondaar af. Laten we nooit in ons hart denken: „Het zal wel meevallen".
Duizenden denken en spreken: „Laten we genieten van het leven zoveel we kunnen". En zo wordt de zonde ingedronken als water. Velen geloven niet meer in Gods Woord en in een leven na dit leven. Hemel en hel zijn voor hen verouderde begrippen en ze leven alsof er geen eeuwigheid komt. Wat zal het een ontnuchtering zijn wanneer ze gedagvaard zullen worden voor Gods heilige rechterstoel! De mens heeft in het paradijs aan God de oorlog verklaard, daarom is hij zo ellendig geworden. De Heere moest naar Zijn heilig recht de zondaar voor eeuwig van voor Zijn aangezicht wegwerpen. Het zwaard I van Gods gerechtigheid moest ons doden en de toorn des Heeren moest ons treffen. Is er voor ons nog redding mogelijk? Kunnen wij verlost worden van onze zonden en schuld? Gods heiligheid en rechtvaardigheid eisen dat de zonde wordt gestraft en dat de schuld wordt betaald. Maar o wonder van genade, de Heere der heirscharen heeft uit eeuwige ontferming en soevereine liefde een weg tot zaligheid geopend. Reeds in de stilte der eeuwigheid is er gesproken om verloren zondaren te redden en te zaligen. Hoort, daar klinkt Gods stem: „Wie is er die met zijn hart borg wordt om tot Mij te genaken? " „Wie wil de zondeschuld van de uitverkorenen op zich nemen en voldoen aan Mijn heilig recht? Wie wil de beker van Mijn toorn tegen de zonde ledigen en sterven voor de zonde van de kerk? " En zie, daar treedt de Zoon van God naar voren: Hij geeft Zich vrijwillig om voor de zonde van verloren Adamskinderen te lijden en te sterven. Eeuwige liefde brandt in Zijn hart. Hij wil de uitverkoren zondaren redden uit de macht van satan, hel en dood. Wie kan deze liefde begrijpen? Wie kan dit wonder verstaan? Hier past ons aanbidding en verwondering. Zacharia zag in de geest de Messias komen om voor de schuld van Sion te betalen. De profeet gebruikt hier drie namen voor de Zoon van God om Zijn middelaarswerk te verklaren en Zijn grote liefde voor Zijn volk te tekenen. Hij wordt genoemd Gods Herder, de grote Herder, de goede Herder.
Christus leidt Zijn volk door het moeitevolle leven en bewaart hen overal. Hoe groot en heerlijk is de liefde die Christus heeft voor Zijn bruidskerk! Hij beschut al Zijn schapen tegen het geweld van de satan en de listen van de hel. Wanneer we Christus mogen kermen als onze Herder wordt het zalig beleefd: „De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken", _.
Christus wordt in de tweede plaats genoemd „de Man". Deze benaming van de Zoon van God ziet op Zijn menselijke natuur. Christus heeft ons vlees en bloed aangenomen om in onze natuur te kunnen lijden en sterven. O, wat een diepe vernedering voor de Koning der koningen! Aan Gods recht moest voldaan worden, daarom was het nodig dat Christus mens werd.
Ten derde wordt Christus „Gods Metgezel" genoemd. Christus is de eeuwige Zoon des Vaders, Gods Metgezel. Hij bezit hetzelfde Wezen met de Vader en de Heilige Geest.
Deze Herder, deze Man, deze Metgezel van God is de Verlosser van zondaren. Hij heeft Zich vrijwillig gesteld onder het recht van een beledigd God. Zacharia zag in een profetisch vergezicht de lijdende Verlosser en het heilig recht van God, waaraan Christus moest voldoen. Het zwaard van Gods gerechtigheid dreef Adam uit het paradijs. De engel des Heeren aan de ingang van de hof van Eden was een verdediger van Gods recht. Christus, de tweede Adam, zal de toegang tot het nieuwe paradijs ontsluiten. Wanneer Christus optreedt om Zijn volk te verlossen, Hij komt dadelijk in aanraking met Gods recht. Het zwaard van Gods gerechtigheid ontwaakt.
Tegen Wie keert zich het zwaard Gods? Wel, tegen de Herder, tegen de Man, Die Gods Metgezel is, tegen Christus. De Zoon van God heeft in Zijn ganse leven kermis gemaakt met dit zwaard. Dit heeft Hem gewond, ja, zelfs gedood. Het zwaard van Gods gerechtigheid trof Christus, de Herder der schapen. Wat een zee van lichaamslijden en zielesmart heeft Christus moeten doorwaden! Hij werd gewond door het zwaard van Gods recht, zodat Hij in de benauwdheid der ziel uitliep: „Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan". Christus is de Held Gods. Hij moest alleen strijden. De machten van de hel vielen in Gethsémané op Hem aan, zodat Hij geheel bedroefd werd. De toorn van God, het zwaard van Gods gerechtigheid benauwden en verschrikten Hem. Zijn ziel werd ontroerd van angst en schrik. Christus is de sterke God, maar toen het zwaard van Gods gerechtigheid Hem in de ziel trof was Zijn benauwdheid zeer groot!
De Zoon van God heeft de wet des Heeren gehoorzaamd en aan al de eisen van Gods heilig recht voldaan. God is verzoend door de dood van Christus en daarom kan een schuldig zondaar zalig worden. Ieder die tot God bekeerd wordt leert iets van het recht des Heeren kermen. Het is voor ons allen nodig dat we Gods recht van harte toevallen. De Heere is vrij van ons bloed en wij zijn des doods waardig. Gelukkig het volk dat wandelt in de weg der gerechtigheid en God mag kermen als zijn toevlucht en sterkte. Sion wordt door recht verlost. Zalig de mens die Gods recht mag omhelzen en op grond van het goddelijke recht vrijgesproken wordt van alle zonden!
Middelburg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1974
De Saambinder | 4 Pagina's