Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

„Daniël nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem aan." Daniël 6:11 (midden)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In onze tekst wordt aandacht gevraagd voor Daniël die in de grote stad Babel als gevankelijk weggevoerde verkeerde. Ten tijde van Nebukadnezar was hij de raadgever des konings geweest, maar ook boetprediker die de koning toeriep: „Breek o Koning uw zonden af door gerechtigheid en uw ongerechtigheden door genade te bewijzen aan de ellendigen".

En na Nebukadnezar's dood is Daniels leven meer verborgen geweest totdat in het paleis van Belsazar het handschrift des Heeren aan de wand wordt gezien: „Mené, Mené, Tekel, Upharsin". En in diezelfde nacht, werd Belsazar der Chaldeeën koning gedood. De Meden en Perzen veroverden Babel, en ook Daniël kwam onder de koning Darius te staan, die hem tijdens zijn regering begon te eren.

Als eerste van de drie vorsten komt hij over de 120 stadhouders te staan. Daniël kreeg aan het heidense hof één van de hoogste plaatsen. We zouden zeggen, kan dat de goedkeuring des Heeren wel wegdragen? Mogen Gods kinderen zulke hoge plaatsen wel innemen? Kan dat in onze tijd ook nog? Maar weet u wel dat de Heere juist Zijn volk soms plaatst in regeringskringen om daardoor het goede voor Zijn kerk te zoeken.

Ziet u eens naar andere plaatsen in Gods Woord. Jozef werd onderkoning in Egypte, hier lezen we van Daniël en zijn godvrezende vrienden. In het Nieuwe Testament lezen we van Jozef van Arimathea en Nicodemus. Nee, we moeten niet denken dat het een benijdenswaardige positie is, maar diegenen die het van Hem verwachten op zulke posten, komen niet beschaamd uit.

Weet u, Daniël had van de Heere open vensters gekregen, hij was gebonden aan de troon van Gods genade en aan de dienst van Israels God. De Heere bewaarde hem, dat hij niet meegleed met de stroom van zonde en werelddienst, neen hij mocht tegen de stroom oproeien. Hij was bedeeld met grote wijsheid, dit blinkt uit in zijn regeren.

Daniël mocht het recht des Heeren handhaven, en daar mocht hij Gods hoge goedkeuring op ontvangen. Zijn leven was, doordat hij dicht bij de Heere mocht leven, onberispelijk. Wat een groot voorrecht. Is ons leven ook onberispelijk? Helaas is dat niet altijd zo, ook niet in het leven van Gods kinderen. En dan wordt de naam des Heeren erdoor onteert.

Is de ere Gods ons op de ziel gebonden, hebben we deze lief gekregen? Denk erom dat de wereld de vinger op Gods volk en de gemeente probeert te leggen Beware de Heere ons dat we de vijanden geen stok in de hand geven. En wanneer men niets in het leven van Daniël aan kan merken, dan zoekt men iets te vinden in de wet Zijns Gods. Want de rivaliteit bestond ook al tijdens Daniels verblijf in Babel. Nee, nog eerder, reeds bij Kaïn, kort nadat de mens van God is afgevallen. Als Daniël tot de hoogste sport van de ladder is geklommen, dan benijdt men hem, dat duldt men niet, dat moet veranderen.

De vorsten en stadhouders zoeken hem lagen te leggen. Als zij niets in zijn levenswijze en handelen kunnen vinden, dan probeert men het zo dat het gebod des konings in strijd kwam met het bevel van Daniels God. Zie dan was het gewonnen. Of Daniël zou van God afvallen, of hij zou het gebod des konings overtreden. Een van beiden, het zou hem zijn geestelijk of tijdelijk leven kosten. Maar vallen zal hij. Alle medemenselijkheid waar de wereld de mond vol van heeft wordt aan de kant geschoven. De haat en vijandschap die men gezworen heeft tegen de Heere en Zijn Gezalfde komt openbaar.

Men komt op vleiende wijze tot de koning Darius. O koning leef in eeuwigheid koning, we hebben beraadslaagd een koninklijke ordinantie te stellen, en een sterk gebod te maken, dat al wie in dertig dagen een verzoek zal doen van enig god of mens, behalve van u o koning, die zal in de kuil der leeuwen geworpen worden. Nu o koning, gij zult een gebod bevestigen, en een' schrift tekenen, dat niet veranderd worde, naar de wet der Meden en der Perzen, die niet mag wederroepen worden. En Darius tekende dat schrift en dat gebod. Het was nu maar een kwestie van uren dat Daniël in hoogheid was gezeten.

Toen nu Daniël verstond, dat dit schrift getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem aan), en hij knielde drie tijden daags op zijn knieën, en hij bad, en deed belijdenis voor zijn God, ganselijk gelijk hij voor deze gedaan had. Nee, hij deed het gebed niet stil in het verbor­gen, want het gold de eer des Heeren. Als hij het stil gedaan had, dan zou hij de dienst van zijn hemelse Koning hebben verloochend.

Daniël had bevindelijke kennis aan de andere Vorst bij Wiens gratie Darius regeerde. Dan hadden de vijanden gezegevierd.

Jonge vrienden, we kunnen in onze godsdienst niet neutraal blijven tegenover de wereld. De dienst des Heeren mag niet beperkt worden tot de kerk en onze woonkamer. Zie om op alle terrein des levens voor de Naam des Heeren uit te komen, daar is de Geest der genade voor nodig. De Heere schenke ons toch open vensters, want anders zijn ze dicht voor de dienst van Koning Jezus. Want door de zonde zijn de vensters naar Jeruzalem gesloten, we hebben de hemel gesloten door onze goddeloosheid van tegen God op te staan. Aan de God des levens hebben we ons onttrokken, en de toorn Gods ons waardig gemaakt.

Onze vensters staan open voor de wereld en zingenot, voor geld en goed en eer en aanzien en noem maar op. Ontzettende staat waarin we zijn gekomen. Dragen we er smart over? Nee, van onze kant geen open vensters meer.

Maar ziet, nu heeft Christus gewerkt wat door de zonde verbroken is. Jesaja heeft uitgeroepen: Och dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt. Hij heeft de hemel geopend door Zijn verzoenend bloed. Door Zijn borglijden en sterven en het wederkeren tot Zijn Vader is de hemel ontsloten voor een wederhorig kroost. O wonder van Goddelijke genade. Door die geopende vensters gaan de gebeden en verzuchtingen van Gods kinderen. De Heere Jezus zegt: „Vader Ik weet dat Gij Mij altijd hoort". Gelukkig volk die open vensters heeft gekregen zoals Daniël. Hebben wij die al gekregen? Onderzoekt het bij uzelf.

Middelharnis

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1974

De Saambinder | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1974

De Saambinder | 8 Pagina's