Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE (2)

„Daniël nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem aan." Daniël 6 : 11 (midden)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daniël heeft van de Heere open vensters gekregen tegen Jeruzalem aan. Bij ons zijn die vensters zo menigmaal gesloten, ja altijd tenzij de Heere de wonderen van genade in ons leven verheerlijkt.

Voor de tijdelijke dingen staan onze vensters wagenwijd open, dan zouden we er een verbouwing voor over hebben. Maar indien de Heere klopt door middel van Zijn Woord aan de deur van ons hart: „Heden indien gij Zijn stem hoort", dan blijven de vensters gesloten. Gesloten tegen Jeruzalem aan. Gods volk moet ook zo menigmaal zeggen met belijdenis van hun zonden dat de vensters gesloten zijn. Daarom verkeren zij zoveel in donker.

Echter zij weten wat het zeggen wil: Open vensters tegen Jeruzalem aan te hebben. Zij hebben geleerd dat de Heere hen voert met smekingen en met geween. Die vensters kreeg Paulus als hij op de weg naar Damaskus is neergeveld door de almachtige kracht Gods. Wat staat er? Want zie hij bidt.

Alleen door hartvernieuwde genade leren we bidden, anders blijven de vensters gesloten. Als God ons door Zijn Geest aan schuld en zonde ontdekt, dan geeft Hij open vensters om onze nood voor God uit te klagen. Daardoor houdt de Heere Zijn gekenden staande, daarbuiten bezwijken ze. Door die open vensters mogen ze adem halen. De levendgemaakte ziel kan niet buiten het gebed. Dat zijn geen lange gebeden, ze stamelen soms maar enkele woorden. Maar ze mogen ervaren dat God van hen afweet, mogen hun nood bij God kwijtraken. De Heere neemt dan hun last over. Want de Heere hoort het geroep Zijner ellendigen. Deze ellendige riep, en de Heere hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. Ps. 34 : 7.

We sluiten door onze zonden en afwijkingen steeds weer die vensters. En dan kan de zieleklacht er niet door. Veel handen worden gevouwen en veel ogen gesloten, maar evenwel kan de ziel zich niet opheffen tot Gods heiligdom.

Jonge mensen leest eens aandachtig. Maar wonder dat de Heere een verrassend God is. De Hogepriester leeft aan de rechterhand des Vaders. Die Hogepriester die in alles medelijden hebben kan met de zwakheden Zijns volks. Onuitsprekelijk wonder. Die in al hun benauwdheden benauwd is geweest. Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht. Hij betoont Zijn welbehagen aan een rechteloos volk. O zalig toch hij die in dit leven, Jacobs God ter hulpe heeft.

Toen nu Daniël verstond, dat dit schrift getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem aan), en hij knielde drie tijden 's daags op zijn knieën, en hij bad, en deed belijdenis voor zijn God, ganselijk gelijk hij voor deze gedaan had. Hij stort zijn hart voor de Heere uit. Daniël heeft in zijn binnenkamer geworsteld, gebeden, zijn schuld voor de Heere beleden, en de schuld van zijn volk. In zichzelf had hij geen recht voor God. Maar hij mag de Heere aankleven.

In tijden van beproeving en verzoeking gaat de Heere het koren van het kaf scheiden, dan komt openbaar wie de Heere dient met de mond of met het hart. Als godsdienstig zijn een eer is, en er winst mee te behalen is, dan is het niet zo moeilijk, maar als de tijden veranderen en we smaad en spot moeten verwachten, zullen we dan staande blijven? Of zullen we dan terugkeren? Die godzalig willen leven zullen vervolgd worden. Als de stormen gaan loeien, de vijanden aanrukken en hun zegelied reeds doen weerklinken, dan komt openbaar wat het Sion Gods in zulke tijden aan de Heere heeft. Wat een voorrecht om onze vensters open te hebben naar de kant van Jeruzalem. Dat heeft Daniël ervaren. ^

De vijanden komen met hopen opzetten om hem te bespieden, en-ze vinden hem biddende en smekende voor zijn God. En wat is het bevel des konings? Al wie in dertig dagen een verzoek zal doen van enige god of mens, behalve van de koning, die zal in de kuil der leeuwen geworpen worden. Bevel is bevel, het is een wet der Meden en Perzen, en die mag niet herroepen worden, dus Daniël is des doods schuldig.

Al is de koning bedroefd, al tracht hij hem de hele dag door te redden, maar de wet heeft gesproken. Het vonnis moet voltrokken worden. De vijanden juichen over de trouwe knecht des Heeren. Nu is het met hem afgelopen, de leeuwen zullen hem verslinden. Zie daar sleuren ze hem naar de kuil der leeuwen, de gerichtsplaats. Geloof maar dat de hel gelachen heeft, maar de Heere de God der legerscharen, is met ons, hoedt ons in gevaren.

Het hart van koning Darius bloedt, hij heeft geen rust, kwelling en zorg vervullen hem. Hij laat geen vreugdespel horen, de slaap kan hij des nachts niet vatten. En nauwelijks is de dageraad aangebroken of de koning begeeft zich naar de leeuwenkuil en roept: O Daniël, gij knecht des levenden Gods, heeft ook uw God, Die gij geduriglijk eert, u van de leeuwen kunnen verlossen?

En hoort.. . Mijn God heeft Zijn engel gezonden, en Hij heeft de muil der leeuwen toegesloten, dat zij mij niet beschadigd hebben, omdat voor Hem onschuld in mij gevonden is; ook heb ik, o koning tegen u geen misdaad gedaan.

Diezelfde God leeft nog vrienden. Ik de Heere worde niet veranderd. Daniël is gered door zijn God. Lees eens aandachtig Hebreeën 11, maar in het bijzonder vers 33. Daar staat: Welke door het geloof koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen de muilen der leeuwen toegestopt.

Daniël heeft in de kracht des geloofs overwonnen, in de diepste beproevingsweg mocht hij vasthouden aan de Heere zijn God. Het geloof is een vaste grond, der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet.

Het is Israels God, Die krachten geeft, van Wie het volk zijn sterkte heeft. Looft God, elk moet Hem prijzen.

Gelukkige Daniël, bevoorrecht volk des Heeren, rijke jongens en meisjes die open vensters tegen Jeruzalem aan mogen hebben.

Meliskerke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 1974

De Saambinder | 8 Pagina's

MEDITATIE (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 1974

De Saambinder | 8 Pagina's