Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE PROFEET ELIA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE PROFEET ELIA

ELIA'S NALATENSCHAP (4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Jericho klaagden de mannen der stad, in hoofdzaak de zonen der profeten, dat er wel goede woningen in Jericho waren, maar het water was kwaad en het land onvruchtbaar. Jericho was dan ook in ongehoorzaamheid aan een gebod Gods gebouwd en de trotsering van de wrake Gods had het leven gekost van al de kinderen desgenen, die het gewaagd hadden die stad weer op te bouwen. Toen Jericho echter gebouwd was, werd evenwel niet geboden om haar weer af te breken. Het was zelfs niet verboden aan Gods profeten en de gelovigen om er te wonen en zelfs waren er huizen van Godsvrucht, gelijk de scholen der profetenzonen. Wij lezen zelfs in Lucas 19 : 1: En Jezus, ingekomen zijnde, ging door Jericho. Ook daar was Eliza, om degenen, die naar een verklaring omtrent het heengaan van Elia zo zeer verlangden, een nauwkeurig verhaal te doen, van hetgeen hij met zijn eigen ogen had gezien. En nu was de ligging van Jericho wel aardig, maar het water deugde niet, en ook het land rondom de stad was nogal onvruchtbaar. Elia hadden zij er niet over geraadpleegd, maar Eliza werd er bij betrokken. Hij zeide: Breng mij een nieuwe schaal en legt er zout in Toen ging hij uit tot de waterwel en wierp het zout daarin en zeide: Zo zegt de Heere: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood, noch onvruchtbaarheid meer van worden. Het water werd ook gezond, naar het woord van Eliza, dat hij gesproken had in de Naam des Heeren. Zelfs de grond werd vruchtbaar, vanzelf niet door Eliza" s kracht en vermogen, maar door de kracht Gods, die volbracht werd in zijn menselijke zwakheid. En dat gezond gemaakte water bleef gezond, het is niet weder kwaad geworden. Er zou geen dood of onvruchtbaarheid meer zijn, had de Heere gezegd, en Hij bevestigde Zijn eigen woord.

Eliza ging vandaar op naar Bethel. Als hij nu op de weg ging, zo kwamen kleine jongens uit de stad die bespotten hem en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op! Kaalkop ga op. En hij keerde zich achterom en hij zag hen, en vloekte hen, in de Naam des Heeren. Toen kwamen twee beren uit het woud, en verscheurden van dezelve tweeenveertig kinderen. De vloek van Eliza was van zodanige kracht dat zo velen verscheurd werden. Maar het was dan ook geen vloek zonder oorzaak. Al was er te Bethel een profetenschool, er was tevens ook de kalverdienst, ingesteld door Jerobeam de zoon van Nebat, die Israël zondigen deed.

Diegenen, die de kalverdienst durfden veroordelen, werden van hen gehaat, zodat de profeten des Heeren wellicht meermalen werden uitgejouwd en nageroepen. De kinderen leerden dat van de ouders, zij werden misschien wel daartoe aangezet, om de profeten uit de stad te verdrijven. Omdat de belediging van Eliza zo zwaar gestraft werd, is het duidelijk, dat zij scholden uit vijandschap tegen de profeet om der wille van de waarheid, dus was het vijandschap tegen God Zelf. Maar de rechtvaardigheid Gods strafte ze met de dood door woedende beren, omdat zij Zijn knecht hadden bespot, om een lichaamsgebrek blijkbaar. Eliza ging vandaar naar de berg Karmel en vandaar keerde hij weder naar Samaria. .

En wat heeft dat alles nu ons te zeggen, mensen van deze tegenwoordige tijd? Dat het een Gode welgevallige bede is, als men de Heere nodig heeft, om twee delen te mogen ontvangen van de geest van geoefende en gelouterde kinderen Gods, die als pilaren mogen wezen in Zijn gemeente. Zodanige bede zal echter van de Heilige Geest gewerkt moeten zijn, en niet moeten voortkomen om wat groots te worden onder de mensen. Die mogelijkheid bestaat immers ook vanwege onze verdorvenheid en eigenliefde, de mens heeft zo ongemerkt vaak zichzelf op het oog. Zo was het bij Eliza niet, die had God op het oog en Zijn eer en hij wist dat hij zonder die geest zijn ambt niet zou kunnen vervullen.

Daarom verkreeg hij zijn ernstige begeerte van de Heere, en mocht dat al dadelijk ondervinden bij zijn doorgang door de Jordaan. Al bleef het verschil in werkzaamheid duidelijk bij Elia en Eliza, zij werden door een en dezelfde Geest geleid, tot vorming van hun persoonlijke geest. En zo kan het ook nu nog voorkomen, dat een beginnende Dienaar des Woords hoog opzien heeft voor een, die aan het einde is gekomen van zijn ambtelijke loopbaan, en uit besef van eigen onbekwaamheid aan de Heere vraagt om twee delen van zijn geest. En als dat gevloeid is uit een oprechte begeerte, om God te mogen verheerlijken en de waarheid vast te houden, zal de Heere die begeerte ook vervullen op Zijn tijd en wijze.

Eliza had niet alleen gezien de heerlijke opname in de hemel, maar kreeg ook Elia's mantel, tot een teken dat hij het werk van zijn meester van God mocht voortzetten. Die mantel was Elia's ambtsgewaad geweest. Hij had die bij zijn hemelvaart niet meer nodig, en Eliza begreep, dat die mantel voor hem bestemd was. Hij had hem eerlijk van God gekregen m Zijn gunst, niet vanwege zijn verdienste, maar naar soevereine genade. Dat moest Eliza weten, maar ook de zonen der profeten, opdat zij hem als hun van God geschonken leermeester zou­den erkennen. Het was geen haren mantel om te liegen, waarvan de Schrift spreekt, ziende op de vele valse profeten, die er onder Israël geweest zijn.

De ware profeten werden dus zelfs in hun kleding door de valse profeten nagebootst, om zodoende ingang te verkrijgen bij het volk. En dat bedrog heeft zich alle eeuwen door voorgedaan, ook in deze tegenwoordige tijd. Het is alleen bij de Alwetende bekend, wie een ambt van Hem gekregen hebben en deswege gerechtigd zijn een kenbaar ambtskleed te dragen. De mens kan dat wel menen en er ruim en verzekerd over spreken, maar het zal dan toch uit de vrucht moeten blijken.

Werkendam

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1975

De Saambinder | 8 Pagina's

DE PROFEET ELIA

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1975

De Saambinder | 8 Pagina's