Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pasen - HOUD IN GEDACHTENIS...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pasen - HOUD IN GEDACHTENIS...

Houd in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt. 2 Tim. 2 : 8a.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN OPWEKKING TOT HET GEDENKEN VAN DE OPSTANDING VAN CHRISTUS!

Op de Paasdagen herdenkt de Kerk des Heeren weer de opstanding van Christus uit de doden. Van welk een grote betekenis dit heilsfeit is spreekt Gods Woord ons duidelijk. Hoe groot de liefde Gods moge zijn in het zenden van Zijn Zoon in deze wereld, Welke gehoorzaam is geweest tot de dood, ja de dood des kruises. Paulus verklaart ons in Romeinen 8 : 34: Christus is het. Die gestorven is, ja, wat meer is, Die ook opgewekt is.

Als Christus niet was opgewekt uit de dood zou ook Gods Kerk nooit verlost kunnen worden uit het graf der zonden, waarin wij allen in Adams val begrepen zijn. Maar nu kon Christus van de dood niet gehouden worden en zo zal nu ook Gods volk niet in de dood blijven. Het welbehagen des Heeren zal door de hand van de opgestane Middelaar gelukkiglijk voortgaan. God Zelf heeft de Zijnen het eeuwige leven bereid en dat van voor de grondlegging der wereld.

Daarom zullen de uitverkorenen niet in de dood blijven, omdat Christus macht had niet alleen Zijn leven af te leggen maar ook om het weder aan te nemen. Drie dagen zou de Zoon des mensen blijven in het graf. Zoals Simson eenmaal de poorten van Gaza weg heeft gedragen, zo heeft Christus de poorten der hel overwonnen en de dood verslonden tot overwinning.

Door Hem zal Zijn volk uit hun graven uitgaan en het eeuwige leven ontvangen. Ja, van de heilrijke betekenis daarvan spreekt de apostel ook in 1 Korinthe 15 : 14: „En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel en ijdel is ook uw geloof".

En in vers 20: „Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn". De opwekking uit de geestelijke doodstaat en de doorgang tot het eeuwige leven, waar de dood voor Gods Kerk geen betaling meer is voor de zonde, is alleen mogelijk door de opstanding van Christus.

Daarover schrijft de apostel Paulus dan ook aan zijn geestelijke zoon Timotheüs en hij wekt hem op de opstanding van Christus in gedachtenis te houden. Paulus is in de gevangenis in Rome en zijn hart gaat uit naar Timotheüs. Hoe onderscheiden ook de leidingen des Heeren zijn in zijn leven en in dat van Timotheüs, hij voelt zich hartelijk aan hem verbonden. Paulus is zo plotseling neergeveld bij Damaskus, waarheen hij als een vervolger van Gods volk op weg was. Daar is God hem te sterk geworden en werd het: tot hiertoe en niet verder. Bij Timotheüs is er geen sprake van een grote uitwendige verandering. Hij heeft van jongsaf de Heilige Schriften geweten en Gods Geest heeft het zaligmakend geloof in zrfi hart gewerkt. Gods wegen zijn in de toebrenging der Zijnen vrij.

Sommigen kunnen de plaats en de tijd noemen dat God hen als een brandhout uit het vuur rukte. Allen die hen kermen moeten getuigen dat er een wonder in hen is verheerlijkt dat niet in een hoek is geschied. Anderen zijn onder Gods Woord opgevoed en bewaard om zich uit te leven in de zonde. Van hun jeugd aan hebben ze diepe indrukken gehad van dood en eeuwigheid en het was hun begeerte door genade om met Gods volk te leven en te sterven, gelijk Mozes en Ruth. Toch bij alle uiterlijke onderscheiding blijft het ontvangen wonder van genade hetzelfde.

Zulk een betrekking was er ook tussen Paulus en Timotheüs. Beiden kenden de oprechte droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt.

Het werk Gods kemerkt zich door een hartelijk leedwezen dat wij God door onze zonde vertoornd hebben en als een verloren mens alleen in Christus de zaligheid zoeken. De apostel Paulus bemoedigt nu zijn zoon Timotheüs, die te maken heeft met allerlei leugenachtige voorstellingen van de Waarheid. Daartegen moet hij het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord hanteren en in gedachtenis houden dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt.

De Heere is waarlijk opgestaan en heeft getriomfeerd over satan, hel en dood. Hij heeft Zichzelf aan de Zijnen levend vertoond met vele gewisse kentekenen. De tastbare leugen van de wachters is er juist een bewijs van dat Christus is verrezen uit het graf. Jezus Christus heeft het stervende uitgeroepen: Het is volbracht. Aan de gerechtigheid Gods is voor al de Zijnen voldaan. De Rechter heeft Hem vrijgesproken en heeft Hem opgewekt, maar ook is Hij opgestaan. Als de Leeuw uit Juda's stam heeft Hij teniet gedaan die het geweld des doods had, dat is de duivel. Dat ons oog op

Hem mocht zien, Die heerst over het graf en Die de sleutels draagt der hel en des doods. Hij bevrijdt verlorenen van het eeuwig verderf. Wie wij ook zijn. Hem is daartoe gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. De Koning over de dood heeft het vermogen om gebondenen in banden van de dood en angsten der hel daaruit te verlossen.

Meerdere malen lezen we dat God Hem opgewekt heeft. In Christus zijn de gegevenen des Vaders gerechtvaardigd, want Christus is overgeleverd om hun zonden en opgewekt om hun rechtvaardigmaking. Romeinen 4 : 25. Welk een hechte grondslag der zaligheid is er gelegd opdat Gods kerk in Christus vrijuit gaat, het oordeel des doods ontkomt en in Hem een recht ontvangt ten eeuwigen leven.

In Gods recht kan niets van ons, maar alleen de eeuwiggeldende gerechtigheid van Christus gelden. Aan al het onze ontvalt de grond, maar alleen de dood en opstanding van Christus is het fundament waarop Gods kerk wordt gebouwd.

In de opwekking van Christus uit de dood ligt de opwekking van Gods kerk uit hun doodstaat. Ik leef en gij zult leven, zo spreekt Christus. Van nature liggen wij allen van God gescheiden. Als Christus niet opgewekt was uit de dood zou nooit één van Adams geslacht zalig hebben kunnen worden. Jezus Christus verwierf door Zijn opstanding het leven voor de Zijnen. De ure komt dat doden zullen horen de stem des Zoons Gods en die ze gehoord hebben zullen leven. Johannes 5 : 25.

Als de Vorst des Levens verheerlijkt Hij Zich in dat volk. Paulus schrijft ervan in Efeze 2:2 : 1: „U dan heeft Hij mede levend gemaakt daar gij dood waart door de misdaden en de zonden". Maar dan moeten zij ook in gedachtenis houden dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt.

In gedachtenis houden wil zeggen: Christus kennen door het geloof, want hoe zal een mens, die verduisterd is in zijn verstand Christus kennen? De natuurlijke mens verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn, omdat zij geestelijk onderscheiden worden. Al openbaart God het ons duidelijk in Zijn Woord, wij verstaan niet het heilgeheim dat in de opstanding van Christus is verklaard. Maar God doet door het zaligmakend geloof Hem kennen aan wie Hij Zich openbaart gelijk Hij Zich niet aan de wereld openbaart. Dat zien we wel duidelijk op de dag der opstanding. Christus had de dood overwonnen en was opgestaan en toch zitten Zijn discipelen achter gesloten deuren vanwege de vreze der Joden.

De vrouwen zoeken de Levende bij de doden. Zelfs al is de steen afgewenteld en het graf geopend, zij verstaan het niet dat Christus is verrezen. Daartoe moet Hij Zichzelf aan hen openbaren, opdat Hij hen zal zijn als de opstanding en het leven. Christus opent de gesloten deuren en getuigt het dat Hij dood geweest is en nu leeft. Alleen door Zijn kracht hebben de vrouwen en de discipelen kunnen gedenken dat Christus uit de doden is opgewekt. Ook de Emmaüsgangers zijn hier een duidelijk bewijs van. Zij hoopten dat Hij het was Die Israël verlossen zou. Zelfs in het openen van de Schriften, waarin Hij hen leert dat de Christus al deze dingen moest lijden en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan, kennen zij Hem niet, maar Hij openbaart Zich in de breking des broods en zij kennen Hem in Zijn opstanding.

Gods volk kan in eigen kracht niet geloven gelijk zovelen in onze tijd die menen dat het de leer der Schriften is dat men elkaar opwekt: je moet geloven en aannemen. Maar men mist het werk des Geestes, waardoor Gods kerk zijn schuld leert kennen opdat in hun harten plaatsgemaakt wordt voor Christus.

Alleen door de trekking des Vaders komt een verloren zondaar tot Christus. De Heere leert ook op Zijn leerschool dat men zelf niet aannemen en geloven kan, maar als Christus Zich openbaart in Zijn volheid en algenoegzaamheid wordt geloven een vanzelfheid.

De weg ten leven wordt in de weg van sterven hen verklaard. Vele twijfelingen kunnen dikwijls het hart vervullen. Er kan zoveel vrees zijn dat het nog eenmaal omkomen wordt. Nee, wij hebben het niet voor het ongeloof op te nemen. Verre vandaar. Zie het maar bij Thomas. Maar al kunnen we het ongeloof nooit goed praten, alleen doordat Hij Zelf het geloof schenkt zal onze ziel uit de banden worden bevrijd om een levendig gebruik van Hem te maken, ook in Zijn opstanding. Van onszelf vermogen wij niets maar Hij Zelf verheerlijkt Zich in Zijn kracht ten leven in hun ziel, zodat zij alles in Hem mogen vinden wat tot het leven en de gelukzaligheid van node is. Zoals ze één plant met Hem worden in de gelijkmaking Zijns doods, zullen ze het ook met Hem zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding.

Dat is de sterkte en troost als Gods kinderen door het geloof mogen gedenken dat Christus uit de doden is opgewekt. Daar worden de ongetroosten getroost en de ellendigen verheugd en de rouwdragenden door heil verheven. Al legt alles het aan op de ondergang van Gods kerk en spannen duivel en wereld samen met de Verdorvenheden van ons hart, als God het geloof oefent van Zijn volk mogen zij in Hem meer dan overwinnaars zijn. Nee, God laat Zijn kerk niet omkomen, maar Hij geeft hen door Zijn kracht des geloofs om Zijn opstanding te gedenken.

Daarom kan Paulus er ook niet van zwijgen om zijn mede-arbeider Timotheüs op te wekken toch Christus te gedenken in de kracht Zijner opstanding. De prediking welke van Christus niet spreekt is niet de rechte prediking. Wie Hem mist, mist alles en zal eeuwig verloren gaan. God binde de ernst daarvan op onze harten opdat we ons zouden haasten om ons levens wil en geen rust zouden hebben buiten Hem.

Het is nu nog de welaangename tijd en de dag der zaligheid. Christus is de Machtige om alle banden van de dood te verbreken en uit het graf der zonde en des doods te verlossen.

Hoe vele zijn de graven van Gods volk van ongeloof en twijfel, van moedeloosheid en vijandschap, maar zo dikwijls als het Christus mag gedenken Die opgewekt is, mag het uit het graf opkomen. Eenmaal zullen Gods kinderen alle zonden en ellende voorgoed afleggen, en zullen al degenen die met Zijn bloed gekocht zijn eeuwig overwinnen. Zij zullen Hem gelijkvormig zijn en eeuwig bij de Heere wezen. Houd dan in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, opdat we Hem mogen zien gelijk Hij is. Die eeuwig leeft en Zijn volk het leven geeft.

Waardenburg

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

Pasen - HOUD IN GEDACHTENIS...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976

De Saambinder | 8 Pagina's