Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hermann Friedrich Kohlbrugge (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hermann Friedrich Kohlbrugge (5)

ZIJN LEVEN, ZIJN PREDIKING EN ZIJN GESCHRIFTEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

een bundel studies samengesteld door Dr. W. Aalders en Ds. D. van Heyst.

Kohlbrugge en Hoedemaker (b)

Dr. Scheers begint mèt mee te delen dat er tussen Kohlbrugge en Kuyper wel direkt kontakt geweest is, maar dat dit nooit plaatsgevonden heeft tussen Kohlbrugge en Hoedemaker. Deze zijn nooit met elkaar in aanraking geweest en ze hebben met elkaar ook geen korrespondentie gevoerd. Bovendien is Hoedemaker 30 jaar later geboren dan Kohlbrugge. Merkwaardig is het echter wel dat zij dikwijls in één adem genoemd worden, vooral dan als tegenstelling tot Kuyper. Hoedemaker en Kohlbrugge hadden dan ook veel overeenkomsten, maar er waren ook verschillen.

Zowel Hoedemaker als Kohlbrugge zijn van kindsbeen in de Heilige Schriften onderwezen, zij „woonden in de Schrift". Beiden aanvaarden de gehele Schrift, en niet dan de Schrift als de enige regel voor geloof en wandel. Beiden hebben zich scherp gekeerd tegen de oud- en nieuw-testamentische wetenschap van hun dagen, die aan de echtheid en de historiciteit van bepaalde bijbelboeken of bijbelgedeelten afbreuk deden. Deze „bijbelkritiek" werd betiteld als de eisen van het dwalend verstand, de neuswijze wetenschap, het bedrieglijk gevoel. Zowel Kohlbrugge als Hoedemaker haidden een voorliefde voor het Oude Testament, voor hen was het evangelie in het Oude Testament geheel getuigenis van Christus. En wie niet in Christus de sleutel vindt tot de verklaring van het Oude Testament is niet bij machte Gods Woord te verstaan.

Toch is er verschil bij beiden in hun preken. De prekeni van Hoedemaker zijn meer beschouwelijk, synthetisch, meer van psychologische •uitleg, heeft meermalen iets schoolmeesterachtig. Kohlbrugge is de dienaar van het Woord waar steeds de strijd van „het nochtans des geloofs" in te vinden is dat ingaat tegen wet.

oordeel, wereld, duivel, dood. Kohlbrugge is de zielszorger die steeds weer terugkomt op de persoonlijke verhouding van de mens tot God, of liever van God tot ide mens in Christus.

Wat de gedachten over de kerk betreffen, Hoedemaker en Kohlbrugge zijn beide kerkelijke denkers. Beiden hadden vooral „de grote kerk", de nationale kerk, de volkskerk lief. Toch zijn er accenten (verschillen? ). Als de kerk aan de orde komt, komt Hoedemaker in zijn element. Kohlbrugge voelt er zich minder in thuis dan wanneer het gaat om Schrift en prediking. De vraag van kerk en kerkorganisatie blijft bij Kohlbrugge veel meer op de achtergrond dan bij Hoedemaker. Bij Kohlbrugge komt de uiterlijke kerkorganisatie weinig aan bod. Het gaat bij hem meer over de zuivere prediking van de rechtvaardiging van de goddeloze.

Het harmonisch kerkbegrip van Hoedemaker, om niet te zeggen zijn kerkideaal (zie vorig artikel) is niet iets waar Kohlbrugge het over heeft. Hij spreekt voor alles over de kerk naar haar geestelijke zijde als de bruid van Christus. Daarmee bedoelt hij niet de Ned. Herv. Kerk of de Pruisische landskerk mee. Was bij Hoedemaker de reorganisatie nummer één, Kohlbrugge zegt: als het Woord maar weer eens in de kerk kwam, men zou nog wonderen zien.

En als Kohlbrugge over de ambten schrijft, valt de klemtoon vooral op de geestelijke zijde van de taak van predikanten en ouderlingen. Ook bij Kohlbrugge is de wijze waarop de kerk ingericht is allerminst onverschillig, maar hij zou toch wel bedenkingen hebben gehad als Hoedemaker de reorganisatie de sleutel van de pontie noemde. In ieder geval was er bij Kohlbrugge geen „hoogkerkelijk protestantisme", maar wel zo laag-kerkelijk als maar mogelijk is.

Het is Hoedemaker hoe langer hoe minder om de kerk op zichzelf te doen geweest en hoe langer hoe meer om de plaats van de kerk in de staat. „In het herstel onzer kerkelijke vergaderingen gaat het niet om een bloot kerkelijk, maar om een allesomvattend nationaal belang". Het was dan voor Hoedemaker vooral te doen om de historische rechten van de Herv. Kerk. Bij Hoedemaker naderde zijn theologie steeds meer de politiek. Bij Kohlbrugge was dit zeker niet zo. Als Kuyper naar Elberfeld reist om advies te vragen aan Kohlbrugge of hij zich beschikbaar moet stellen voor een Tweede Kamer-kandidatuur, is het antwoord: U moet het -zelf^ weten, ik dank God ervoor, dat ik bij de theologie gebleven ben. En voor Kohlbrugge was de theologie voor alles pastorale theologie. Het ging bij hem vrijwel uitsluitend over zonde en genade, geloof en ongeloof, rechtvaardiging en heiliging, val en opstanding, wet en evangelie. De kerk komt er nauwelijks in voor en de staat helemaal niet.

De eindkonklusie van dr. Scheers is dan ook: Bij Kohlbrugge meer diepte, bij Hoedemaker meer breedte.

In één der laatste artikelen wondt geschreven over de politiek-kerkelijke gedachten van Kohlbrugge. Voor Kohlbrugge was het niet: Kerk- Vaderland-Oranje, maar wel: Kerk-Oranje- Vaderland. In dit opzicht was Kohlbrugge dan ook meer luthers dan calvinistisch. Van politieke partijen moest hij niets hebben, zelfs het optreden van Groen kon zijn goedkeuring niet wegdragen. In het politieke vlak leefde Kohlbrugge in een droomwereld. Voor hem was het alleen absolute gezag van de Oranje-vorst het behoud des vaderlands. Zoals hij in zijn opvatting over de heiligmaking te eenzijdig was, zo was hij het ook in dit opzicht.

In het laatste artikel stellen Dr. Aalders en Dr. v. Heyst de vraag welke blijvende betekenis nu Kohlbrugge heeft. Zij geven het antwoord in de uitspraak van Voetius: Hoe ver strekt zich het gezag van de Schrift uit? Kan het geloof zo vèr de wereld ingaan, dat het Woord zijn werking verliest en geen profetische kracht meer heeft?

De schrijvers stellen deze vraag ook met als achtergrond Kuyper, die zoals in een vorig artikel reeds is geschreven, een te optimistische kijk heeft gehad over de belangrijkheid van de cultuur, en te weinig oog heeft gehad dat de zonden in alles een heersende macht houdt. Kuyper heeft wel „de kleine luyden" zich in hun christelijke roeping bewust gemaakt, heeft hen de wereld ingezonden en hen in aanraking gebracht met de moderne cultuur. Maar hoevelen zijn er nadien niet geweest, volgens de schrijvers, die op grond van bittere en smartelijke ervaringen de vraag van Voetius hebben overgenomen: Quo usque — hoe ver?

Kohlbrugge is de man geweest die de volle betekenis van de vraag van Voetius heeft ingezien, en daar in zijn persoonlijk en ambtelijk leven ernst mee gemaakt. Kohlbrugge wist de grenzen in acht te nemen van Paulus: profetie naar de maté van het geloof. (Rom. 12 : 7). Dan zijn er terreinen van cultuur en wetenschap die het geloof zal moeten laten liggen. Dan zal er ingetogenheid, afstand moeten blijven, anders zal de profetie verbasteren, smakeloos worden, . en aan de wereld ten onder gaan.

In het 3e gedeelte van dit boek zijn enkele onbekende geschriften van Kohlbrugge opgenomen en wel een 70-tal bladzijden. Men kan dan niet over Kohlbrugge lezen, maar ook wat Kohlbrugge zelf heeft geschreven. Het zijn meestal stukjes uit „Der Evangelische Sonntagsbote". Verder staat aan het eind nog een memorietafel van Kohlbrugge's leven.

Gezien de aandacht die ik aan dit boek heb gegeven is het een belangrijk boek voor degene die wat meer wil weten over Kohlbrugge en tevens over de verhouding van Kohlbrugge tot anderen. Daar de artikelen door meerdere personen geschreven zijn, komt overlapping natuurlijk wel eens voor. Maar bij het lezen daarvan is het voor mij niet hinderlijk geweest.

Jammer voor onze kringen is dat het woord Heere steeds met één e is geschreven, dat doen wij in onze kringen niet.

Dit boek van 291 bladzijden is uitgegeven in een stevige blauwe band. De prijs is ƒ 39, 50. Gezien de huidige prijsontwikkeling niet te duur. Het is een uitgave van Voorhoeve Den Haag, en de Uitgeversmaatschappij J. H. Kok B.V. te Kampen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

Hermann Friedrich Kohlbrugge (5)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1976

De Saambinder | 8 Pagina's