Ons kerkelijk jaarboek

Eindelijk is het Kerkelijk Jaarboek 1976 verschenen. Het is bijna september nu het jaarboek ter beschikking komt. Dit is veel te laat; onaanvaardbaar laat. Volgens informatie ligt dit niet aan de drukker, noch aan het kerkelijk bureau. Er is lang (veel te lang) gewacht op een vaste bijdrage, die nog niet gereed was. Naar mijn mening moet een volgend jaar het jaar­boek dan maar zonder die vaste bijdrage verschijnen om meer op tijd te verschijnen.

Voor het overige biedt ons jaarboek de bekende gegevens over de gemeenten en is daarom een onmisbare vraagbaak voor allen, die met ons kerkelijk leven medeleven. Na het „Ten geleide" en „Kerkelijk jaaroverzicht 1975" van de hand van ds. H. Rijksen is er een onderwerp van de hand van de heer I. A. Kole, waarin „enkele aspecten van de moderne theologie" wonden behandeld; gezien de geweldige invloed, die deze theologie op denken en doen van onze tijd uitoefent, is het goed de aard van deze verwoestende beschouwingen te onderkennen. Wel is opmerkelijk, dat de gebruikelijke plaats van „het artikel" in ons jaarboek is veranderd: voorheen trof men dat achter, nu vóórin het jaarboek aan. Het artikel is overigens het lezen waard; het loopt uit op de konklusie dat de Heere regelen heeft gegeven voor het persoonlijke en kerkelijke leven, die niet „tijdgebonden" zijn; met het begrip, dat dit woord aangeeft, pogen de modernen het gezag van de Heilige Schrift aan te randen en de gemeenten te beroven van het Woord, dat ook nu een lamp voor onze voet en een licht op ons pad is. Het is góéd dit artikel te lezen en te verwerken.

Daarna volgt de lijst van predikanten, die in onze gemeenten in Nederland en Verenigde Staten en Canada werkzaam zijn en werkzaam zijn geweest (de emeritius predikanten).

De gedachtenis aan de voorgangers, die in het verleden onder ons hebben gediend, wordt bewaard door de lijst van predikants-weduwen te vermelden, alsmede de lijst van overleden dienaren des Woords. Op de lijst van de laatsten treffen we nu ook de naam van ds. Gerrit Jan van den Noort aan, die in 1976 is overleden.

De kerkelijke opgaven omvatten dan ruim 100 bladzijden. De binnen de gemeenten uit kracht van een Synodaal mandaat werkzame deputaatschappen (waaronder we ook het Curatorium van onze Theologische School rekenen), worden vermeld; de aard van de werkzaamheden en de samenstelling van de diverse colleges. Het geeft een goede indruk van het vele werk, dat gedaan mag worden binnen de gemeenten.

De „kerkelijke structuren" worden duidelijk in de indeling in de vier Particuliere Synodes, n.l. die van Zuid, met de classes Goes, Middelburg en Tholen, die van Noord-West met de classes Amsterdam, Gouda en Rotterdam, die van Zuid-West met de classes Dordrecht, Middelharnis en Ridderkerk en tenslotte de laatste, maar niet de geringste, die van Oost met de classes Barneveld, Kampen en Utrecht.

De gegevens uit de gemeenten zijn opgenomen naar de laatst beschikbare informatie, die nog kon worden opgenomen en verwerkt.

Ook van de gemeenten in Amerika en Canada zijn de gegevens opgenomen; deze zijn in de Engelse taal opgenomen. Dat laatste lijkt mij voor het in Nederland verschijnende jaarboek niet juist. In onze Amerikaanse en Canadese gemeenten verschijnt een eigen „Yearbook"(Jaarboek) waarin al de gegevens aan te treffen zijn. Voor hen die slechts Engels kunnen lezen zijn deze gegevens dus in hun eigen jaarboek beschikbaar, terwijl in Nederland velen deze bijdrage niet lezen kunnen.

Bij de overzichten ontbreekt een mededeling over Nieuw-Zeeland. Reeds sedert de laatste Generale Synode wordt er met synodaal mandaat in Nieuw-Zeeland door ouderling Groen gewerkt. Dat had reeds lang in het jaarboek behoren vermeld te zijn. Nu zeer recent de gemeente in Silverstream officieel geïnstitueerd' is zal dat een volgend maal in het geheel niet mogen ontbreken.

De Kerkelijke Statistiek blijkt altijd grote belangstelling te hebben. Men leest er, althans meent dat te kunnen, het wel en wee van de gemeenten in. Dat is natuurlijk niet helemaal waar. De ware gang van zaken laat zich niet in een statistiek vastleggen.

De groei is dit jaar niet zo groot, een aantal van 78. Op zichzelf beschouwd is het een zaak, die tot blijdschap stemt, dat er (nog) niet van achteruitgang sprake was. Toch is vergeleken bij andere jaren dit getal wel kleiner. Nu zijn er enkele oorzaken, die hierbij moeten bezien wor­den. Een doorlichting van de ledenadministratie in een drietal gemeenten bracht een aantal fouten aan het licht, die reeds lang geleden gemaakt zijn, waardoor meer dan 600 namen nog steeds te boek stonden, die allang uit die administratie hadden moeten wonden overgeschreven. Om een voorbeeld te noemen: Een scriba telde jaren aaneen wel degenen, die belijdenis deden bij het getal van de belijdende leden, maar Het deze ook op de lijst van de doopboeken staan.

Nu deze fouten zijn hersteld, beïnvloedt dat natuurlijk ook het totaal.

Dan is er het negatieve saldo in het grensverkeer en bij het zich aan de kerk onttrekken. Helaas zijn dat cijfers, die tot nadenken prikkelen. Toch moet hierbij bedacht, dat de handhaving van de identiteit van onze gemeenten, die herkenbaar is aan de bevindelijk-Schriftuurlijke leer en het daarbij behorende leven in deze tijd tot spanningen en breuken lijden kan. Dat is te betreuren, diep te betreuren, maar om der wille van het getal zullen we nooit het van God gegevene mogen opgeven. Dat is opdracht: „Bewaar het pand U toebetrouwd, een afkeer hebbend van het ongoddelijk ijdel roepen". Wel zal de zorg om bij het Woord des Heeren en het leven in de vreze Gods te bewaren ons altijd moeten dwingen tot een getrouwe pastorale zorg. We mogen het anderen niet gemakkelijk maken de gemeenten, waarin we geboren en getogen zijn los te laten; ook zelf mogen we dat niet gemakkelijk kunnen aanzien: een worstelen om het behoud van zielen zal in de persoonlijke bearbeiding duidelijk waarneembaar moeten zijn. Maar dan zijn er de grenzen, die niet overschreden mogen worden: Dan beware de Heere ons bij hetgeen Hij ons gaf, opdat bevestigd wordt, wat de Heere sprak van de gemeente te Filadelfia: „want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend.

De bekende overzichten over kerkelijke bladen, kerkboden der gemeenten, zending, kerkelijke verenigingen en het schoolwerk ontbreekt ook ditmaal niet. e

Allen, die meeleven met onze gemeenten, zullen ook dit jaarboek, dat keurig verzorgd is, niet willen missen.

Hartelijk dank aan het Kerkelijk Bureau voor de accuratesse, waarmee ook ditmaal is gewerkt. De prijs is slechts ƒ 7, 00. Verkrijgbaar bij hét Kerkelijk Bureau, Prof. Lorentzlaan 53,

Zeist.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen