Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het huisbezoek (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het huisbezoek (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook de Reformatie heeft het grote belang van het huisbezoek gezien en daar alle nadruk op gelegd. Calvijn, de grote organisator, ook van de bijzondere verzorging der zielen, heeft in de confessies door hem of onder zijn invloed opgesteld, duidelijk doen uitkomen dat het herderlijke werk bestaat in meer dan alleen publiek het Woord bedienen.

Het breedst wordt dit werk omschreven in de Confessie Helvetica posterior (1566), die in artikel 18 over de dienaren der kerk handelt en noemt onder de verplichting der dienaren des Woords: „Onderwijzen en vermanen de onbedrevenen, en opwekken tot voortgaan op de weg des Heeren die stilstaan of slechts met trage schreden daarop wandelen, ook vertroosten en versterken de bedroefden en wapenen tegen de verschillende verzoekingen van de satan, de zondaren bestraffen, de dwalenden op de rechte weg terugroepen, de gevallenen oprichten, de tegensprekers overtuigen, de wolven eindelijk van des Heeren schaapskooi weren, met voorzichtigheid en ernst de misdrijven en die ze begaan hebben bestraffen, niet door de vingeren zien boos gedrag of het zwijgen daartoe doen, de onwetenden onderrichten, kranken en die aan onderscheidene beproevingen zijn blootgesteld bezoeken, onderrichten en op de weg des levens houden, alles wat tot de vrede, tot de rust en het heil der kerk strekt steeds bevorderen".

Ook de formulieren ter bevestiging van dienaren des Woords en van de ouderlingen gaan uit van de dringende noodzakelijkheid der bijzondere verzorging. Zo wordt in het formulier van bevestiging der ouderlingen onzer kerken gezegd, dat het hun ambt is met de dienaren des Woords opzicht te hebben over de gemeente die hun bevolen is; naarstig toe te zien, of een iegelijk zich behoorlijk gedraagt in belijdenis en in wandel. Voor hen wordt gebeden, dat zij getrouw mogen zijn in vlijtig opzicht te nemen op de leer en wandel, in het weren van de wolven uit de schaapskooi, en in het vermanen en bestraffen der ongeregelde mensen. Uit bovenstaande moge blijken dat onze vaderen grote waarde hebben gehecht aan het huisbezoek. Het is dan ook opvallend, hoe vaak op kerkelijke vergaderingen over het huisbezoek is gehandeld.

Op het Convent van Wezel werd in 1568 het volgende besloten: Het is daarom buiten alle kijf, dat hun ambt (nl. der ouderlingen) hierin bestaat, dat zij, een iegelijk over zijn eigen parochie (of wijk) naarstig de wacht houden en de hun toevertrouwde (gemeenteleden) van huis tot huis minstens éénmaal per week en '(voorts) zo dikwijls het de gewoonte.zal zijn naar de regeling van elke kerk bezoeken, vooral echter tegen de tijd der Avondmaalsviering; dat zij naar de zuiverheid van hun levenswandel en zeden, naar hun getrouwe onderwijzing van hun huisgenoten, naar de gebeden die zij in de morgen en avond voor hun huisgenoten doen en naar soortgelijke dingen nauwkeurig onderzoek doen; dat zij hen kalm en toch ernstig vermanen en naar de gelegenheid en bevind der zaken hetzij tot standvastigheid hen vermanen, hetzij tot lijdzaamheid hen versterken, hetzij tot de ernstige vreze Gods hen opwekken; een iegelijk, die hetzij troost, hetzij bestraffing van node heeft, vertroosten of bestraffen en overal waar dit noodzakelijk zal wezen, de zaak ter behandeling zullen brengen bij hen, die met hen gesteld zijn over de broederlijke vermaningen, om gezamenlijk met dezen de terechtwijzing naar gelang van de overtreding vast te stellen. Zij zullen er ook aan denken allen en een iegelijk in hun wijk te vermanen, opdat zij hun kinderen ter catechisatie zenden. In het derde artikel werd voorgeschreven om de uitvoering van hetgeen in het tweede artikel bepaald was, mogelijk te maken: Om dit in het werk te stellen zal het nodig zijn om zo spoedig mogelijk elke kerk in vaste wijken te verdelen naar gelang van de menigte en het gemak der gelovigen, die deze plaatsen bewonen; aan het hoofd van elke wijk enkele ouderlingen te stellen, die elke week op een vastgestelde dag zullen mededelen of alles in him wijk recht en naar wens toegaat. En zij zelf moeten zich aldus gedragen, dat zij indachtig zijn, dat zij niet alleen voor de kerk, maar ook voor God zelf rekenschap zullen moeten geven van de zielen die hun toebetrouwd zijn. Onder de bepalingen betreffende het Heilig Avondmaal komt dan nog het volgende voor: Wij achten het zeer nuttig, veertien dagen van tevoren de tijd, waarop het Avondmaal gevierd zal worden, aan het volk bekend te maken, zowel opdat de afzonderlijke leden der kerk zich bijtijds voorbereiden kunnen, alsook opdat de ouderlingen hun ambt in het bezoeken der wijken op de rechte wijze kunnen volbrengen.

Het moet ons wel opvallen, dat in deze bepalingen het huisbezoek aan de ouderlingen wordt opgedragen, niet aan de dienaren des Woords. Dit geschiedde echter met een bijzondere reden. Het getal der predikanten was zeer klein, de tijden waren vanwege de hitte der vervolging zwaar. De predikanten waren merendeels in dienst van meer dan één kerk en moesten steeds van de ene naar de andere plaats trekken, terwijl de ouderlingen met minder gevaar voor hun leven dit werk konden verrichten dan wel de predikanten.

Te Dordrecht werd in 1574 niet bepaald afzonderlijk gesproken over het huisbezoek, maar uit meer dan één bepaling blijkt toch zeer duidelijk dat deze synode van de veronderstelling uitging, dat het huisbezoek geregeld moest plaatsvinden. Zo wordt in artikel 73 als der dienaren en consistoriën ambt omschreven: Vlijtig acht te nemen, wie de lidmaten der gemeente zijn, of voormaals geweest zijn. Idem of zij telkenmale communiceren, zo niet, hun in het bijzonder aan te spreken of door andere bekwamen laten aanspreken.

Hier wordt dus niet, gelijk te Wezel, speciaal aan de ouderlingen maar aan de dienaren en de ouderlingen samen opgedragen de leden der gemeente te bezoeken. Het wekelijkse bezoek wordt niet geëist. Waarschijnlijk was uit de praktijk wel gebleken dat dit onuitvoerbaar was.

Op deze synode werd wel een eigenaardig werk aan de dienaren en de ouderlingen opgedragen, hetgeen zij bij hun huisbezoek hadden te verrichten. Onder de middelen om valse leringen en dwalingen die door het lezen der ketterse boeken zeer toenamen uit te roeien, wordt in de derde plaats genoemd, dat de dienaren zullen „in de huisbezoekingen der lidmaten der gemeente bezien of in hare huizen schadelijke boeken zijn, opdat ze haar vermanen mogen zulke boeken weg te doen"!

De Synode van Dordrecht van 1578 schreef met beslistheid voor, dat voor elke Avondmaalsbediening huisbezoek zou worden gedaan, met name bij de zwakken in het geloof. In artikel 67 bepaalde deze synode: „Voor het Avondmaal zullen de dienaars en de ouderlingen de lidmaten der kerk bezoeken, voornamelijk de zwaksten en degenen, die het meest van doen hebben, opdat ze zoveel in hen is, met leren, vermanen, troosten opgerezen zwarigheden neer te leggen, de gemeente tot deze hoogwaardige handeling recht bereiden". Ook hier dus zowel aan de dienaren als aan de ouderlingen het huisbezoek opgedragen. Ook de synode van Middelburg van 1581 handelde over het huisbezoek en zij bepaalde: En wanneer het gaat tegen het Avondmaal des Heeren, degenen, die haar tot hetzelve begeven hebben te gaan bezoeken, opdat ze zich te beter daartoe bereiden.

Een soortgelijk besluit nam de synode van 's-Gravenhage in 1586. In artikel 21 wordt van der ouderlingen ambt gezegd, dat zij moeten „die bezoeking doen, naardat de gelegenheid des tijds en der plaatsen, tot stichting der gemeente, zo voor als na het Avondmaal kan lijden, om bijzonder de lidmaten der gemeente te vertroosten, te onderwijzen en ook anderen tot de christelijke religie te vermanen".

Het verschil met de bepaling te Middelburg gemaakt, is dus, dat hier de huisbezoeking niet alleen beperkt wordt tot de tijd onmiddellijk aan het Avondmaal voorafgaand, maar ook uitgebreid tot na de bediening van het Avondmaal; en ook niet alleen wordt bedoeld de goede voorbereiding voor de viering van < ïit sacrament, maar de geestelijke welstand van de gemeente in het algemeen, en zelfs het vermanen van anderen tot de christelijke religie. De ouderlingen zijn dus aangewezen om met de dienaren des Woords de zorgen te helpen dragen, uitgenomen de bediening des Woords en der sacramenten, zodat dit vooral tot zijn recht komt in het huis- en ziekenbezoek. Opmerkelijk is ook, dat telkens weer de nadruk gelegd wordt op het huisbezoek in verband met het Heilig Avondmaal.

Amersfoort

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

Het huisbezoek (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1976

De Saambinder | 8 Pagina's