Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geest der aanneming tot kinderen, in tegenstelling tot de Geest der  dienstbaarheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geest der aanneming tot kinderen, in tegenstelling tot de Geest der dienstbaarheid

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

(2)

Want zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Want gij héht niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen de Geest der 'aanneming tot kinderen, door Welke wij roepen: Abba, Vader! Dezelve Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Romeinen 8 : 14-16.

Romeinen 8 : 14-16 God de Vader is de Vader van onze Heere Jezus Christus, van Hem als de, Zoon Gods, als de tweede Persoon in het Goddelijk Wezen, waar Hij van de Vader van eeuwigheid tot eeuwigheid gegenereerd wordt; van Hem als de Middelaar. Want, nietwaar, dat moet ge altijd onderscheiden, de Heere Jezus is de eeuwige Zoon Gods, de tweede Persoon in het Goddelijk Wezen. Daar staat Hij niet onder de Vader, maar als God is Hij de Vader gelijk. Hem komt dezelfde eer toe als de Vader. Maar Hij is Knecht geworden. Hoe? Als Middelaar! En nu is Hij, als Middelaar ook wederom van de Vader gegenereerd, in dit opzicht dat de Vader Hem verkoren heeft tot Middelaar. Hij is de Vader van onze Heere Jezus Christus ook als Middelaar, uit kracht daarvan, dat de Vader Hem verordineerd en bekwaam gemaakt heeft door de Heilige Geest.

Maar in geheel andere zin wordt Hij de Vadervan Gods volk genaamd. Er staat in onze tekst geschreven: „Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze, maar de Geest der aanneming tqt kinderen, door Welke wij roepen: Abba, Vader! Dat geldt al de uitverkorenen. Die worden Gods kinderen genaamd uit kracht van geboorte uit de Heilige Geest. Zij worden wéderomgeboren mt een onvergankelijk zaad, namelijk het Woord Gods. En uit kracht van die wedergeboorte zijn zij Gods kinderen. Zij worden Gods kinderen genaamd uit kracht van aanneming, dat God de Vader hen, die verdoemelijk in Adam lagen met alle mensen, in Christus aangenomen heeft; 'dat aan hen dat eeuwig wonder volvoerd worden zal, dat welbehagen des Vaders in hen, om hen aan te nemen krachtens Zijn souvereine wil, hen, die van nature waren kinderen des toorns gelijk al de anderen; en ten derde, zij zijn kinderen Gods uit kracht van de Goddehjke aanneming in Christus; dat zij kinderen Gods zullen worden in de oefeningen van het geloof. En daarop ziet nu de apostel hier. Want hij zegt, dat zij roepen: „Abba, Vader!"

Nu moet ge één zaak opmerken. Dat is de tegenstelling, die in onze tekstwoorden gemaakt wordt; de grote tegenstelling, die de apostel hier maakt, zeggende: „Maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen. Dat is dezelfde Geest, doch onderscheiden in Zijn werkingen. Laat ik dat nu maar duidelijk maken met dat onderscheid, dat er is tussen de bekering van het Oude en die van het Nieuwe Testament. Hoe was de werking van de Geest onder het Oude Verbond? Zo, dat, hoewel de volheid der zaligheid aan Israël is ontsloten, evenwel die rijkdom der genade lag in de bolster van de wet; en uit kracht daarvan was het de Geest der dienstbaarheid tot vreze. De apostel zegt: Zo lange tijd de erfgenaam een kind is, verschilt hij niets van een dienstknecht. Hij is in dienstbaarheid, hij is in vreze. En zo was de werking van Gods Geest onder het Oude Testament. En daarmede staat dit in verband, . dat gij in geheel dat Oude Testament niet leest de persoonlijke toeëigening des geloofs van dat Vaderschap, Waar hier van gezegd wordt: Zij zullen roepen: Abba, Vader! Was die Vadernaam dan onbekend • onder het Oude Testament? Neen, zeker niet; leest slechts in de profetieën van Jesaja en Jeremia. Dat volk zegt: „Gij zijt toch onze Vader, want Abraham weet van ons niet en Israël kent ons niet", en de Heere Zelf komt hierop terug en zegt: „Ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? " Nietwaar, die Naam was niet onbekend; maar al was nu de betrekking ontsloten en voorgesteld in het verbond, mijn geliefden, het had meer de toepassing op geheel dat volk, dan op de toeëigening van de particuliere gelovige. Leest in de Bijbel. Overal waar gij die Vademaam leest, zult ge het merken. Dat "hield verband met de bediening des Geestes onder het Oude Verbond, on­ der de bediening van de wet. Want het handschrift der zonde, dat tegen ons was, was nog niet vernietigd; dat handschrift der zonde, dat God zegt: Ziet, hier is Mijn eis. Ik eis betaling voor de schuld, voldoening voor de ongerechtigheid. Ik eis een offer, dat alleen maar voldoen kan en dat uitroepen zal op Golgotha: Het is volbracht! Zo lang dat offer er niet was, bleef de schuld openstaan; dit was het handschrift der zonde, dat tegen ons was, in inzettingen bestaande. Want die offeranden, die dagelijks gebracht werden, waren niet genoegzaam, hoeveel duizend varren er ook werden geofferd; de schuld bleef openstaan, want zij konden God niet genoegdoen. Hier ziet, gij de bediening van de Geest der dienstbaarheid tot vreze. Maar hoort nu wat de Heere Jezus zegt: „Die Geest zal de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel".

Er komt een tijd, dat de Heere Zijn volk overreedt van de staat van hun ellende; Dat doet 'Hij door middel van Zijn Woord, als God er in mee komt en die pijl in het hait geschoten wordt. Die pijl raakt en God de Heilige Geest doet die indringen in het hart van de verloren zondaar en hij gaat heen als een dodelijk verwonde en zegt: Het is buiten hoop! Dit wordt hem een dienstbaarheid tot vreze; er komt een vreze voor het oordeel en er komt een vreze in het gemis, en een bekommering of het werk wel waarheid is, of het werk wel het stempel des Geestes draagt. En mijn hoorders, vele mensen zijn er buitengewoon op gesteld van Gods volk goedkeuring te ontvangen, terwijl het< ware volk er wel soms in verblijd kan zijn als er mede getuigenis gegeven wordt van hetgeen in hun hart is, maar als het op de zaak aan komt, dan kan het hen zo benauwen, dat Gods volk nog iets goeds van hen denkt, en dat het toch alles op bedrog uitlopen zal. En als ze straks in hxin gemis geraken met alle ontvangen genade, dan leidt die Geest in de dienstbaarheid tot vreze; want Hij zet hen voor het rechtvaardig oordeel Gods en er blijft niets anders dan Jezus Christus en Die gekruist. Het is een raadsel voor hun eigen hart, dat ze de weldaden, die God hun geschonken heeft, niet ontkennen kunnen, en de genade niet wegwerpen kunnen, en evenwel

met dat alles tekort schieten. Het wordt een dienstbaarheid tot vreze, als dat volk onder de wet geplaatst wordt, ook in oefeningen van heiligmaking, dat het gerechtvaardigde volk in zoveel dienstbaarheid komt, dat de weg tot Gods genadetroon gesloten wordt en de Heere hen iets leert kennen van dat werk van die Geest der dienstbaarheid tot vreze. Vandaar dat de apostel in de Galatenbrief tegen het volk zo scherp wordt en zegt: „Staat dan in de vrijheid, waarmede Christus u vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen". Want daar gaat de kerk heen en verloochent Christus, Die alleen het leven is. Maar nu zegt de Heere: „Zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods". Wat gaat God toch Zijn eigen werk bevestigen. Zelf kunnen zij het dikwijls niet geloven, en anderen geloven het soms ook niet van hen en veroordelen hen vaak met hoge woorden. Maar ziet nu hoe God er een stempel op zet: Zij zijn kinderen!

Wat zal het die kerk eens meevallen! Als ze er eens iets van hebben in de gelovige oefeningen, dan komen ze uit de banden en benauwing uit. Maar de apostel maakt deze tegenstelliftg; en nu gaat het niet over de wedergeboorte, want daar heeft al dat volk de aanneming tot kinderen en die Geest ontvangen, maar over de oefeningen van het geloof, over deze tegenstelling van het Oude en het Nieuwe Verbond en die onderscheiden werkingen des Geestes, opdat zij uit de dienstbaarheid zullen geraken en de aarmeming tot kinderen verkrijgen in de gelovige gemeenschap met dat Lam, Dat geslacht is van de grondlegging der wereld en het offer heeft gebracht op Golgotha en is ingegaan in de gemeenschap met Zijn Va- • der. En nu maakt de toerekening van Hem hen vrij voor God. Niet wat ze aannemen, maar wat ze verkrijgen; het is een gegeven Jezus, Die is de verzoening van hun schuld, de verlossing van hun dienstbaarheid aan de wet, en door Hem verkrijgen zij de aanneming tot kinderen, door die Geest, door welke zij roepen: Abba, Vader!

Dat „Abba" is een Syrisch woord, in het Hebreeuws: Ab, Vader. Er staat dus eigenlijk tweemaal hetzelfde: „Door Welke wij roepen: Vader, Vader!" En als de apostel dit tweemaal schrijft, is dit niet zonder betekems. Dan wil hij daarmee de grootheid, de rijkdom, het onuitsprekeUjke van het voorrecht van die gelovige omhelzing het volk voorstellen. Door die Geest roepen zij, dat „Abba, Vader!"; het is dat ingaan in Gods gemeenschap, dat zich verliezen in Gods liefde, dat gedrukt worden aan Gods Vaderhart, dat zij zeggen: „Vader in Christus Jezus, zondaren met God verzoend en erfgenamen des eeuwigen levens geworden. Htm rijkdom is onuitsprekelijk; en zij zijn mede-erf­ genamen van Christus. Dat geldt nu voor die ganse kerk, maar in die toepassing en geloofsomhelzing daarvan, ziet, dan staat er aan de ene kant die Geest der dienstbaarheid tot vreze. Paulus wil nu de kerk uit die dienstbaarheid uithalen, door de rijkdom in Christus Voor te stellen, om in Hem alleen het leven te doen vinden, want, en dit is mijn derde hoofdgedachte, die Geest getuigt.

Wijlen Ds. G. H. Kersten

(wordt vervolgd):

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 1978

De Saambinder | 4 Pagina's

De Geest der aanneming tot kinderen, in tegenstelling tot de Geest der  dienstbaarheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 1978

De Saambinder | 4 Pagina's