Franciscus Gomarus
Gomarus, wat heeft middelijkerwijs gesproken de gemeente des Heeren in ons vaderland veel aan hem te danken. De Heere heeft hem willen gebruiken om het remonstrantisme, dat bezig was (en dat met behulp van de overheid) de kerk der reformatie in ons land geheel te overwoekeren, de voet dwars te zetten, toen hij op de Leidse Universiteit met zijn collega Arminius in conflict kwam. Deze man. die zijn dwalingen bedekt uitstrooide in het studentenleven. werd gedwongen, zich uit te spreken.
Wat had het onzalig onkruid toen reeds diep wortel geschoten!
Op 30 januari 1563 is Gomarus in Brugge geboren. Zijn ouders waren Godvrezende mensen, die terwille van de opvoeding van hun kinderen (let daar op!) van Brugge verhuisden naar De Paltz in Duitsland. Zo was hel mogelijk Franciscus naar het reformatorisch gymnasium van Johannes Sturm in Straatsburg te sturen en later naar de theologische school in Neustadt, waar Junius, Ursinus, Zachaüs en Tossanus doceerden. Franciscus komt in Oxford en Cambridge (Engeland) in aanraking met de puriteinen. Hij studeert dan nog van 1585 - '86 af in Heidelberg, dat inmiddels weer van luthers gereformeerd is geworden. Het is te verstaan, dat de jonge Franciscus met hart en ziel de leer der praedestinatie is toegedaan.
Gomarus dient dan van 1586 tot 1597 de reformatorische gemeente te Frankfort a.d. Main.
In verband met zijn benoeming in Leiden aan de universiteit promoveert hij bij professor Tossanus in Heidelberg tot doctor in de theologie. Tot 1603 werkt Gomarus rustig in Leiden. Maar in 1603 benoemt het Leidse curatorium Jacobus Arminius tot professor in Leiden. De bedenkingen tegen deze Amsterdamse predikant leiden tot een gesprek met Gomarus. Arminius zegt achter de catechismus te staan. Bij Gomarus promoveert hij zelfs tot doctor in de theologie. Reeds in 1604 getuigen de collega's van Arminius, dat hij de verkiezing en de verwerping ziet als een besluit, dat God neemt op grond van voorgezien geloof en goede werken. Arminius voelt zich gerugsteund door zijn politieke vrienden, die maar al te graag zijn leer, waarin de mens kan beslissen over zijn eeuwig wel of wee krachtens zijn vrije wil, aangrijpen.
Grote onrust verwekt deze valse leer in de gemeenten. Gomarus wordt aangewezen om met Arminius te spreken. Telkens weer. Het wordt duidelijk, dat Arminius ook dwaalt in het stuk van de rechtvaardigmaking des zondaars voor God. Het geloof rekent God tot rechtvaardigheid: mèt de gerechtigheid van Christus. Daarom ondergraaft Arminius de leer der reformatie in haar totaliteit. En. . .zijn vrienden zijn legio!
Wat een gevaarlijke toestand!
Voor het laatst stonden Gomarus en Arminius in Den Haag lijnrecht tegenover elkaar. Arminius ging ziek naar huis en overleed op 13 oktober 1609.
Toen (onbegrijpelijk!) in Leiden de sociniaan Vorstius benoemd werd als opvolger van Arminius en er weer een hevige strijd oplaaide, gaf Gomarus, de strijd moe, er de voorkeur aan rust te nemen. Van Leiden vertrekt hij naar Middelburg, vandaar naar Saumur (Frankrijk), vandaar naar Groningen.
Dan roepen de Staten-Generaal hem naar de Synode van Dordrecht (1618-'19). Hier, waar de strijd tussen remonstranten en contraremonstranten beslecht zal moeten worden, nam Gomarus een zeer belangrijke plaats in.
Wat heeft hij, met anderen, bewonderenswaardig scherp de consequenties doorzien van het arminianisme! Gebonden aan Schrift en belijdenis, trof Gomarus zijn tegenstanders Episcopius en Limborch telkens weer in het hart van hun dwaalleer; vooral ook, omdat het niet alleen de leer der praedestinatie betrof, maar de leer der kerken der reformatie in haar geheel.
Het is vooral Gomarus geweest, die (hij kende de leer van Arminius van nabij!) er steeds op heeft gewezen, dat de leer van Arminius alle gronden der zaligheid op zeer gevaarlijke wijze aantastte. Van hem is de uitspraak, in Den Haag gericht tot Johan van Oldebarnevelt. die als raadspensionaris grote invloed had en Arminius met hand en tand verdedigde: ,,lk zou het er nooit op durven wagen, met de leer van Arminius voor Gods gericht te verschijnen".
Hij had het bij bevinding geleerd en door geloof mogen doorleven, dat alleen de hem toegerekende en uit genade geschonken gerechtigheid van Christus en niet het vertrouwen op zijn geloof, voor Gods gericht bestaan kon.
En daarmede had Gomarus het oprechte volk des Heeren aan zijn kant.
Na sluiting van de synode keerde Gomarus terug naar Groningen. Nog één keer riep de kerk des Heeren Gomarus naar Leiden om daar aan de werkzaamheden van de statenvertaling deel te nemen.
Op ongeveer 78-jarige leeftijd nam de Heere Zijn getrouwe dienstknecht weg uit dit leven (1641).
Zijn werken volgen hem na tot op deze dag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1985
De Saambinder | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1985
De Saambinder | 8 Pagina's