De opwekking van Tabitha (1)
,,Maar Petrus hebbende hen allen uitgedreven, knielde neder en bad; en zich kerende tot het lichaam, zeide hij: Tabitha, sta op. En zij deed haar ogen open, en Petrus gezien hebbende, zat zij overeind. Hand 9 : 40.
De geschiedenis, waarvoor we uw aandacht vragen, verplaatst ons in Joppe of Jafo, een havenplaats aan de Middellandse Zee. Deze plaats is ons niet onbekend, want het is dezelfde plaats waar Jona zich inscheepte, toen hij vluchtte voor het aangezicht des Heeren. Het was een plaats met drukke scheepvaart, met welvaart en rijkdom. En ook hier had de Heere Zijn gunstgenoten en een gemeente die Hem diende naar de eis Zijns Woords.
Twee van hen worden in dit hoofdstuk met name genoemd: Allereerst Tabitha en in 't laatste vers Simon de lederbereider. En voor hetgeen Tabitha overkwam en het wonder Gods, dat aan haar werd verheerlijkt, vragen we in het bijzonder uw aandacht. Tabitha is een Griekse naam en in vers 36 staat hetwelk overgezet zijnde, is gezegd Dorkas.
Het is een schone naam, want het woord Dor- kas betekent hinde of ree. Wij weten niet waarom zij juist deze naam gedragen heeft, maar mogelijk heeft ze die gekregen vanwege haar vaardigheid en vlugheid en dan inzonderheid om anderen te helpen. We lezen echter nog iets anders van haar, wat van veel meer betekenis is namelijk dat zij een discipelin was. Hiermede wordt te kennen gegeven, dat zij een volgelinge was van Jezus van Nazareth. Sommigen willen, wat ook in 't geheel niet onf mogelijk is, dat ze behoord heeft tot de vrouwen, die Jezus volgden gedurende Zijn omi wandeling op aarde. Die aan Hem verbonden werden met onverbrekelijke liefdebanden en Zijn verschijning hebben liefgekregen. Anderen zijn van gedachten, dat zij een van degenen was, in wien de Heere op Jeruzalems Pinksterfeest Zijn genade had verheerlijkt. Echter hoe het ook zij, dit staat vast, dat het Woord Gods in haar hart was gevallen als in een toebereide aarde. God had Zich woning in haar hart gemaakt.
Zij was een geroepen heilige, een uitverkoren vat, een gekende en beminde des hemels. Een wedergeborene door onvergankelijk zaad. Haar naam stond geschreven in het boek des levens en des Lams. God had haar lief met een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1986
De Saambinder | 8 Pagina's