Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BELIJDEN DE WEG TOT EENHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BELIJDEN DE WEG TOT EENHEID

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vereniging tot bevordering van het gereformeerd kerkelijk leven „Woord en Geest" heeft een kort geschrift samengesteld met als titel „Belijden de weg tot eenheid", dat men gaarne op grote schaal zou willen verspreiden, teneinde daardoor de eenheid onder de gereformeerde belijders te bevorderen.
Dit geschrift is allereerst bedoeld voor de leden van de Gereformeerde kerken, maar zo stelt men: „Gaat naar we hopen evenzeer de leden van andere Gereformeerde kerkformaties ter harte, zoals de Christelijke Gereformeerde kerken, de Gereformeerde kerken Vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde kerken, de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Bond en de Confessionele Vereniging.
En het richt zich tot allen die, in welke geloofsgemeenschap ook, hun geloof in Jezus Christus, de enige Heiland, geheel naar de Heilige Schrift als het volmaakte Woord van God beleven, maar voor wie de kerkelijke belijdenis geen officieel-bindende functie heeft". Dit geschrift bevat dus een oproep tot eenheid van de gereformeerde gezindte in een brede vorm en zelfs daarbuiten.
Laten we het geschrift nu eerst zelf aan het woord laten. Het begint met een kort overzicht van de geschiedenis van de kerk in Nederland sinds de Reformatie en Nadere Reformatie.
Vanuit dit overzicht komt men tot de conclusie, dat „het gaat om onze onloochenbare en onopgeefbare verbondenheid met de Reformatie". En juist daar begint dan de ongerijmdheid, namelijk dat er een veelheid aan kerkformaties is, die allen de reformatorische belijdenis als grondslag hebben, maar geen „zonen van hetzelfde huis" meer zijn.
Wat de eigen kerk betreft, wordt dan opgemerkt, dat een „belijdenis-verruiming" tot een nieuw verstaan van de Schrift geleid heeft, die met het geloof in de Schrift in strijd is. Vooral met het proces van „Samen op Weg" in het vooruitzicht wil men de kerk dan ook weer aanspreken op zijn belijdenis. De vereniging „Woord en Geest" zou in plaats van de heilloze weg van „Samen op Weg", een vereniging rondom de reformatorische belijdenis willen van allen, die uit het reformatorische erfgoed stammen. Het wordt in het geschrift als volgt verwoord: „Nu er binnen de Gereformeerde Kerken over het reformatorisch-belijden der kerk een crisis heerst, ligt het voor de hand om die Gereformeerde Kerken daarover aan te spreken. Temeer omdat de diverse „kleinere" Gereformeerde kerken en de Gereformeerde Gemeenten, hoe dan ook, via de Gereformeerde kerken afkomstig zijn uit de Hervormde Kerk. En bidden wij niet allen dat ook de Nederlands Hervormde Kerk moge terugkeren tot de reformatorische belijdenis?"
Vanuit dit gegeven komt men dan tot de oproep om een betere weg te kiezen dan „Samen op Weg" en door toenadering en samenspreking de eenheid te bevorderen tussen hen, die het reformatorische belijden onderschrijven. Er wordt nog verwezen naar het werk van het C.O.G.G. en de lauwheid van de kerken als het op werkelijke toenadering aankomt.
Dit stelt ons, volgens dit geschrift, schuldig t.o.v. Jezus' gebed tot Zijn Vader gedaan: „opdat zij allen één zijn." Het korte geschrift eindigt dan met: „Dit schrijven hoopt, met Gods hulp, aanleiding te geven tot verantwoorde kerkelijke activiteiten en wil daarvoor het kerkvolk in beweging brengen tot een geestelijke ontwaking, een Reveil. Het juk van de onverantwoorde verdeeldheid moet met Gods hulp afgeworpen worden."
Ik meen met deze samenvatting de inhoud van dit geschrift en de doelstelling van de vereniging „Woord en Geest" kort weergegeven te hebben.
Men verwacht kennelijk ook van de Gereformeerde Gemeenten een antwoord op hun voorstellen. Wij worden als kerkformatie niet alleen nadrukkelijk genoemd, maar sommigen van ons zijn ook door deze vereniging benaderd om steun en sympathie te betuigen. Het is niet eenvoudig om op dit schrijven een eerlijk antwoord te geven.
Allereerst onderschrijven wij, dat Jezus om de eenheid van Zijn kerk op aarde gebeden heeft en dit als een roeping op Zijn gemeente op aarde heeft gelegd. We kunnen dit niet afdoen met te zeggen, dat de waar bekeerden toch altijd één zijn, al leven ze gescheiden door kerkmuren. Jezus heeft eveneens gebeden: „Opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt."
Het gaat Jezus dus ook over de openbaring van Zijn kerk in de wereld. De eenheid van degenen, die zich naar Christus noemen is bedoeld als een getuigenis voor de wereld.
Verder verzwakt de verdeeldheid de kerk. Een verdeeldheid tussen hen, die toch op hetzelfde Woord van God en de Belijdenis der Gereformeerde Kerken zich beroepen, is schuld en zonde voor God en maakt de gereformeerde belijders zwak en kwetsbaar temidden van de boze wereld, andere religies en ketterse stromingen.
Wijlen Ds. A. Vergunst heeft een artikel over de Gereformeerde Gezindte geschreven met als titel „Quis non fleret?" (Wie zou niet wenen). Hij zegt in dit artikel: „Bovendien is deze verscheurdheid zo schadelijk voor de van elkaar afgeraakte delen zelf. Hun onderlinge vervreemding en helaas soms zo bittere tegenkanting doet de corrigerende werking, die op elkaar zou kunnen worden uitgeoefend, wegvallen."
Hij stelt verder: „De huidige kerkelijke verdeeldheid van de Gereformeerde Gezindte moet ik dus als jammerlijk voor het volksleven, als schadelijk voor de delen van deze gezindte zelf, veroordelen. Bovenal acht ik ze zonde voor God en dus onheilig en verwerpelijk te zijn."
En toch is dezelfde Ds. Vergunst bang voor een eenheid, die door mensen tot stand gebracht wordt. Hij vergelijkt het met het willen samenvoegen van ijzeren leem.
Ware eenheid kan er alleen zijn op-grond van de Schrift en de Belijdenis en vanuit een band, die God Zelf legt. Dit was het bijzondere van de vereniging van 1907, waarin Ds. G. H. Kersten zulk een gezegend aandeel mocht hebben. Men herkende elkaar als mensen, die niet alleen dezelfde reformatorische waarheid onderschreven, maar ook hetzelfde werk van Gods genade in het hart kenden. Er moet een basis zijn voor de eenheid! Die basis is allereerst de Schrift, dan de Belijdenis, maar dan toch ook het werk van de Heilige Geest in de harten of de beleving van het heil. We zeggen dit niet om ons aan onze roeping tot eenheid te onttrekken, maar een eenheid tussen ijzer en leem kan Gods zegen nooit wegdragen en niet werkelijk tot zegen zijn.
Ik zou wensen, dat de vereniging „Woord en Geest" aan deze basis meer aandacht zou geven. Het geschrift is sympathiek, maar mist toch de nodige diepte om de werkelijke basis tot eenheid aan te wijzen.
Wil dat nu zeggen, dat we maar rustig in onze eigen gebouwde vesting moeten blijven zitten?
Zeker niet. De schuld en de smart over de verdeeldheid moet ons naar eenheid doen zoeken, maar dan wel de eenheid, die naar ik vast geloof, Jezus ook op het oog had, een eenheid, die gebaseerd is op „Eén Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die daar is boven allen en door allen en in u allen." Ef. 4 : 5 , 6 .
Naast de objectieve waarheid moet toch ook de subjectieve waarheid samen binden. Het gaat in het zoeken naar eenheid om een eenheid van gevoelen gebaseerd op Schrift en Belijdenis, met het onmisbare cement van het werk van de Heilige Geest in het hart.
Ik wil besluiten met een waarschijnlijk wat onbekend citaat van A. Comrie over de drie stukken van onze Heid. Cat.: „Groot is de twist ten allen tijde geweest over de grondartikelen. Hier hebben wij alles tot drie stukken gebracht. Die deze waarheid kent en bevindelijk gelooft en de kracht daarvan aan zijn hart gevoelt, die is een waar christen, onze broeder en zuster in onze lieve Heiland en Zaligmaker, schoon men in enige andere stukken van elkander mocht verschillen, gelijk als in de verklaring van een tekst of het stellen van deze of gene wijze van kerkbestuur boven een andere of dat men uit zwakheid deze of gene dingen niet durft doen. O, wat heeft de duivel het arme Christendom verdeeld! Het is te beschreien voor een ieder, die met aandacht rondom Sion gaat en haar torens telt."
Het is deze eenheid, die wij van harte voorstaan en deze verdeeldheid, die wij van harte betreuren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 1987

De Saambinder | 8 Pagina's

BELIJDEN DE WEG TOT EENHEID

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 1987

De Saambinder | 8 Pagina's