Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Predikant - dichter Willem Sluiter 1627 - 1673

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Predikant - dichter Willem Sluiter 1627 - 1673

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Niet om 't dichten, maar om 't stichten"

(3)

Zijn werk

Het oeuvre van Sluiter is vrij uitgebreid. Dichten was voor hem ontspanning te midden van zijn ambtelijke bezigheden. Naast het verschil in vorm en inhoud, ook kwalitatief, blijft toch één eigenschap gelden voor al zijn werk: de stem van de ongekunstelde vroomheid en ernst van een gewetensvol dienstknecht des Heeren, die het buitenleven als een gave uit Gods hand intens beminde. Het leven dicht bij de Heere en dicht bij de natuur gaan bij hem hand in hand. Wanneer we het gedicht Als men alleen over weg gaat uit de bundel Eibergsche Sanglust lezen, denken we onwillekeurig aan de aartsvader Isaac, van wie we lezen dat hij was uitgegaan om te bidden in het veld, tegen het naken van de avond:

Al ga ik in een eenzaam veld. Ik ga met mijnen God verzeld, Die mij den tijd zo zoet verkort. Dat 't mij aan geen gezelschap schort.

En enkele strofen verder lezen we:

Wie dus^) met U gemeen kan zijn. Voelt van zijn eenzaamheid geen pijn. Ja is nooit minder eenzaam dan Wanneer hij eenzaam wezen kan.

')zo

Dezelfde sterke behoefte aan eenzaamheid en afzondering lezen we in de bundel Somer - en Winterleven in het gedicht Die Jezus recht bemint, zoekt meestal stil en eenzaam bij Hem te wezen:

'k Mag met danken, bidden, smeken, Mijn begeerten rond uit spreken. Hier, voor U, in 't vrije veld Daar ik nu geniet dit voordeel. Dat geen mens lichtveerdig oordeel Over mijn gebeerden^) velt,

2) gebaren

Maar niet altijd is er de vrije natuur als entourage voor zijn poëzie. Sluiter blijft, ook in zijn

gedichten, predikant. De wekelijks terugkerende prediking heeft ongetwijfeld ook haar invloed op denken en spreken in zijn gedichten. Vooral zijn geestelijke liederen getuigen hiervan. In zijn eerste bundel. Psalmen, Lof-Sangen, ende Geestelijke Liedekens, zien we duidelijk de lijn van de orde des heils, die we ook uit de gereformeerde geloofsleer kennen, in de volgorde zoals de Heidelberger Catechismus die geeft: zondekennis, kennis van Christus en werken der dankbaarheid. Iets dergelijks zien we trouwens ook bij de dichter - predikant Revius. En al is Sluiter niet zo'n uitgesproken dogmatisch denker als eerstgenoemde, als rechtgeaard gereformeerd predikant heeft hij deze lijn niet verwaarloosd.

Zoals gebruikelijk in die tijd, geeft Sluiter bij zijn liederen de melodieën aan waarop ze gezongen kunnen worden. Dit zijn, overeenkomstig Sluiters standpunt in dezen, uitsluitend melodieën van psalmen of van geestelijke liederen. Hij acht nl. het gevaar niet denkbeeldig, dat de inhoud van wereldse liederen onwillekeurig met de melodie zijn invloed zou kunnen uitoefenen.

Van Lodensteyn tilt aan dit bezwaar niet zo erg. Hij citeert met instemming wat zijn collega ds. BushofF hierover schreef De voys (wijs) en weegt God niet of die is swaar of ligt. En zelf schrijft Van Lodensteyn over deze kwestie: Heeft de wereld iets zoets gevonden en gebruikt, zij bezitten het onrechtvaardig: wij nemen het onze. (Voorreden bij zijn Uitspanningen). In de bundel van Van Lodensteyn komen we dan ook herhaaldelijk melodieën van wereldlijke liederen tegen. In de latere bundels van Sluiter vinden we ze ook aangegeven. Dr. Blokland zegt dat na de dood van Sluiter de uitgevers hiertoe zijn overgegaan. (a.w., blz. 115).

In zijn bekende Buiten leven en Eensaem Huis-en Winterleven verheerlijkt Sluiter het landleven en plaatst het voortdurend tegenover het in zijn ogen veelal verworden stadleven. Dit werk is meer episch-didactisch.

Waardering

Sluiter heeft tijdens zijn leven niet te klagen gehad over waardering van zijn werk. Het zal hem ongetwijfeld goed hebben gedaan, wanneer hij bemerkte dat in zijn eigen gemeente de geestelijke liederen die hij had geschreven, aan hun doel hebben beantwoord. Vooral in de achttiende eeuw beleven zijn bundels druk op druk. Na deze eeuw gaat zijn populariteit snel tanen, zodat in de twintigste eeuw Sluiter vrijwel een vergeten dichter is geworden. Gelukkig is dat de laatste tijd ten goede veranderd. Geleerden als Van Es, Heeroma e.a. hebben hem weer voor 't voetlicht gebracht. Vooral hebben we voor onze kennis over Sluiters leven en werk zeer veel te danken aan de doorwrochte dissertatie van dr. C. Blokland: Willem Sluiter 1627-1673 (Assen, 1965).

Het is verblijdend dat ook in onze kring de belangstelling voor Sluiter weer groeiende is. Zijn werk verdient het ongetwijfeld.

Gouda,

J. Koppejan.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1988

De Saambinder | 8 Pagina's

Predikant - dichter Willem Sluiter 1627 - 1673

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1988

De Saambinder | 8 Pagina's