Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET PROBLEEM VAN DE ANENCEFALIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET PROBLEEM VAN DE ANENCEFALIE

4 minuten leestijd

COMMENTAAR

In "Koers" van 4 maart 1988 schrijft Mevr. Hoek-van Kooten over het medisch-ethisch probleem van de anencefalie.

Anencefalie is een aanlegstoomis, die door er felijke en/of uitwendige faktoren wordt veroorzaakt. Met de moderne apparatuur van tegenwoordig kan deze afwijking reeds voor de geboorte worden vastgesteld. En daar beginnen dan ook de problemen met de anencefalie. Vroeger, toen men deze apparatuur nog niet bezat, kon men wel een vermoeden hebben, dat een vrouw zwanger was van een kind met anencefalie, maar veelal was men er toch onwetend van. Nu liggen de zaken anders en meteen veel moeilijker.

In het geval van anencefalie zijn grote gedeelten van de hersenen afwezig. Het schedeldak ontbreekt. Deze kinderen zijn niet levensvatbaar. Zij worden meestal te vroeg en dood geboren. Soms duurt de zwangerschap echter abnormaal lang en als deze kinderen levend geboren worden, leven zij slechts een paar uren tot enkele dagen. De geboorte geeft dikwijls moeilijkheden, omdat de schouders van zo'n kind vergroot zijn. Het laat zich verstaan, dat de zwangerschap en de geboorte van een kindje met deze afwijking enorme spanningen en emoties met zich meebrengen voor de moeder, de vader en de eventuele andere kinderen. Er zijn na de geboorte geen levenskansen voor een kind met deze afwijking. Men weet dus van tevoren (indien er onderzoek heeft plaats gehad), dat men een kind draagt en ter wereld brengt, dat zo ernstig misvormd is, dat het niet levensvatbaar is. Ook dit is een enorme emotionele belasting voor de ouders.

Indien dan ook anencefalie is vastgesteld bij de ongeborene, wordt in de meeste gevallen de spontane bevalling niet afgewacht, maar wordt de zwangerschap beëindigd. Tenminste, dit zullen de artsen aan de moeder adviseren en soms met sterke verbale aandrang doordrijven. Men stelt dus abortus voor.

In het artikel van Mevr. Hoek-van Kooten ging het dan ook om de vraag: Mag men instemmen met een vroegtijdige beëindiging van de zwangerschap in zulke gevallen? Haar antwoord is bevestigend. Indien er wel enige levenskansen zouden zijn voor het kind, dan wilde zij de risico's van de zwangerschap en de geboorte wel nemen, maar nu dat niet het geval is, kan zij toch instemmen met vroegtijdige beëindiging van de zwangerschap, dus abortus. Een zelfde standpunt wordt door haar uitgesproken in Het Richtsnoer van augustus 1986. Dit is wel een verreikende uitspraak.

Het betekent, dat abortus altijd verkeerd is, behalve.... in het geval van anencefalie! Wordt hier geen nieuwe indicatie gecreëerd? In de reformatorische ethiek is toch alleen de abortus van het kind toegestaan, bij een levensbedreigende situatie van de moeder, de zgn. vitale indicatie.

Deze grens wordt nu overschreden.

Met alle begrip voor de ontzaglijke smart en de lichamelijke en geestelijke consequenties voor de moeder van een anencefaal kindje, kan ik toch geen levensbedreigende situatie voor de moeder aanwezig vinden. Ik vind het dan ook, vooral temidden van de ontwikkelingen rondom euthanasie, ontzaglijk gevaarlijk om de levenskwaliteit van het te verwachten kind en de geestelijke emoties van de moeder als norm te nemen voor zwangerschapsbeëindiging. Waar blijft dan de grens tussen een geoorloofde en een ongeoorloofde abortus? Straks brengt iemand weer een ander geval van niet te dragen emotie, niet levensvatbaar zijn en gevaar voor de moeder naar voren als nieuwe indicatie voor abortus of euthansie.

Een anencefaal kindje is toch ook een schepsel Gods? De gevolgen van de zondeval en de verstoring, die dit meegebracht heeft, komen hier wel pijnlijk aan het licht, maar het is toch een kind.

Hoe wordt de zwangerschap beëindigd? Krijgt de moeder een medicijn, zodat het kindje in de baarmoeder sterft en dan dood ter wereld komt? Loopt een vrouw, die een gezond kind draagt o'ok geen risico's tijdens zwangerschap en geboorte?

Wanneer we al deze zaken naast het heel bijzondere geval van een anencefaal kindje zetten, zien we in de grond geen verschil.

Hoe zwaar en moeilijk het ook voor zulke ouders is, zo acht ik het bijbelser om God te laten regeren. Het kruis op ons te nemen en het achter de Heere Jezus aandragen acht ik hier de juiste weg. Daar zal ook de rust in gevonden kunnen worden, die toch anders zal ontbreken bij ieder, die weet: ik mag in Gods voorzienigheid niet ingrijpen. Terwijl, volgens mij toch tijdens de zwangerschap, zolang er leven is, voor het kindje gebeden kan worden. Dit gebed zou men zelf afsnijden door een opzettelijke vroeggeboorte tot stand te brengen.

Psalm 22:11 heeft een boodschap voor alle ouders, die kinderen mogen verwachten en ontvangen, maar wel bijzonder voor ouders van een anencefaal kindje, dat geen levensvatbaarheid bezit: Op U ben ik geworpen van den baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God.

Oostkapelle,

ds. C. Harinck.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1988

De Saambinder | 8 Pagina's

HET PROBLEEM VAN DE ANENCEFALIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1988

De Saambinder | 8 Pagina's