Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het leven in de Bijbelse landen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het leven in de Bijbelse landen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(12)

De spening

Toen maakte Abraham een grote maaltijd op de dag, als Izak gespeend werd. Gen. 21:8.

Als een kind de leeftijd bereikt had dat het buiten moedermelk kon, werd het gespeend. Dit werd feestelijk gevierd. Daar was wel reden toe: er stierven in die tijd vele babies. Die overgang was erg ingrijpend. Deze werd niet zonder meer door het kind geaccepteerd. De ontevredenheid duurde echter niet lang. Het kind is onderworpen en blij dat moeder er is. David gebruikt dit mooie beeld in Psalm 131. Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stilgehouden, gelijk een gespeend kind bij zijn moeder! Mijn ziel is als een gespeend kind in mij.

Jesaja gebruikt dit beeld ook in de bestraffing van Efraim. De groten van het land leven zich zo uit in dronkenschap dat ze niet in staat zijn het Woord des Heeren te horen. Daarom roept Jesaja uit in hfdst. 28:9: ien zou Hij dan de kennis leren en wien zou Hij het gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden van de melk, den afgetrokkenen van den borsten?

De apostel Paulus zal ook aan deze situatie gedacht hebben als hij in 1 Corinthe 3 klaagt: Ik heb u met melk gevoed en niet met vaste spijs". Er zijn wel nieuwgeboren kinderkens in die gemeente, maar zij blijven in de kinderschoenen staan. Dat blijkt uit de verdeeldheid. Zo zouden we van deze tijd kunnen zeggen dat er weinig opwas merkbaar is in het nieuwe leven. Er lopen a.h.w onder Gods volk veel ongespeenden rond! Wast dan op in de genade en kennis van onze Heere Jezus Christus! 2 Petr. 3:18.

De zoon woonde vanaf die tijd in de tent van zijn vader. Het onderwijs was aanvankelijk huisonderwijs en omvatte lezen en schrijven voor 't maatschappelijke leven. Het werd belangrijk gevonden dat de jongens leerden lezen en schrijven, niet alleen die van hogere standen en rijken. In de tijd van Gideon bleek een willekeurige jongeman uit Sukkoth te kunnen schrijven. Echter boven alles stonden de kennis van de Wet en geschiedenis van het volk Gods. In Deuteronomium 6, Psalm 78, het Spreukenboek o.a. lezen we van de Goddelijke opdracht om kinderen "de vreze des Heeren te leren". De vreze des Heeren was en is immers het beginsel der wijsheid. De bedoeling daarvan was dat zij de daden des Heeren niet zouden vergeten en gehoorzaam zijn aan Zijn geboden.

Ook leerde een jongen al snel hoe hij zijn vader kon. helpen bij het werk. Op het land of in de wijngaard was werk genoeg. Vaak hoedde een jongen de kudde van zijn vader.

De dochter bleef tot haar huwelijk onder leiding van haar moeder. In later tijd kwamen er scholen voor Wetsstudie. Hoofdzaak was dan het van buiten leren en behandelen van gevallen waarop de wet van toepassing was. Deze werden alleen door jongens bezocht. Een jongen van 5 jaar moest daar al beginnen met het leren van de Mozaïsche wetten. Later kwamen daar ook nog de overleveringen bij. "Gij hebt gehoord dat van de ouden gezegd is".

De tucht was streng. Bij voorkomende gevallen werd de roede gebruikt. Vooral in het Spreukenboek wordt dat tuchtmiddel nogal eens genoemd. Het gezag van de ouders over de kinderen was onschendbaar. Het kind dat zijn ouders vloekte wordt niet alleen bedreigd met de goddelijke vloek, maar moest gedood worden. Dit gold ook voor degene die zijn vader of moeder sloeg. Volgens Deut. 21:18-21 hadden ouders het recht om een onhandelbare zoon bij de rechter aan te klagen, waarop de dood door steniging volgde. Laten wij hetzelfde doen met onze onuitroeibare zonden, die we immers zelf voortgebracht hebben en ons hopelijk tot smart zijn!

De kinderen hadden ook hun spelen. Graag bootsten ze begrafenissen en bruiloften na. (Matth. 11.). Straat en veld waren de plaatsen van vermaak. Dit doet ons denken aan die prachtige tekst: ach. 8:5: En de straten dier stad zullen vervuld worden met knechtjes en meisjes, spelende op haar straten". Zacharia mag zegeningen voor Jeruzalem aankondigen. Er zal geen ontvolking meer zijn door oorlogsgeweld. Een grote kinderschaar is teken en waarborg van de vervulling der belofte aangaande de talrijkheid van het volk (Zach. 2:4). Kinderen hoeven niet meer vol vrees binnen te zitten zoals in tijd van oorlog. Geestelijk gezien zal Gods Kerk vruchtbaar zijn; er zal weer kindertaal' gehoord worden. Wie zal daar niet naar verlangen?

Scherpenzeel,

Iz. den Dekker.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1989

De Saambinder | 12 Pagina's

Het leven in de Bijbelse landen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1989

De Saambinder | 12 Pagina's