Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Praktijk der godzaligheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Praktijk der godzaligheid

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

De bron van godzaligheid

In 1 Timotheüs 3 : 16 spreekt de apostel van de verborgenheid der godzaligheid. In het vervolg van deze tekst blijkt dat Paulus dan spreekt over de Heere Jezus Christus. Immers hij vervolgt met: od is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.

In deze tekst wordt door de apostel waarschijnlijk een oud kerkelijk lied geciteerd. Een lied dat reeds bekend was bij de eerste christengemeenten, waarin Paulus en Timotheüs werken. Dit lied spreekt van het middelaarswerk van Christus, van Zijn vernedering en verhoging, van de prediking van Zijn Naam en de vrucht daarvan op aarde. Hij is gepredikt onder de heidenen en geloofd in de wereld.

Kortom het is de prediking van Christus. Hij is de verborgenheid der godzaligheid. Dat is een uitdrukking van de apostel die hij meer gebruikt, ook in andere verbanden. Hij spreekt in 1 Timotheüs 3 : 9 van de verborgenheid des geloofs. Daarmee bedoelt de apostel de leer of de belijdenis van het evangelie, die doorgaans een verborgenheid wordt genoemd, omdat deze de mens niet uit de natuur, maar door Gods openbaring bekendgemaakt is. Op dezelfde wijze spreekt Paulus in 1 Corinthe 2:7; "Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God tevoren verordineerd heeft tot onze heerlijkheid eer de wereld was". De kanttekenaren merken bij het woord verborgenheid op: Zo noemt de apostel de leer van het evangelie, omdat dezelve door geen menselijke wijsheid ooit is gevonden, maar was bedekt, totdat God die door Zijn profeten en apostelen heeft geopenbaard."

In Christus Jezus is de bron van godzaligheid, omdat in Hem ook de bron van leven en zaligheid is. Buiten Hem is er geen ware godzaligheid te vinden. Hijzelf heeft als Enige op volmaakte wijze godzalig geleefd. Hij heeft godzalig geleden en is godzalig gestorven. Als 12-jarig Kind wist Hij te moeten zijn in de dingen Zijn Vaders (Luk. 2 : 49). Hij is de grote Leidsman en Voleinder des geloofs die het kruis heeft verdragen en schande veracht (Hebr. 12 : 2). Hij heeft, zegt Petrus, ons een voorbeeld nagelaten, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen; Die geen zonde gekend heeft, en daar is geen bedrog in Zijn mond gevonden; Die als Hij gescholden werd niet weder schold, en als Hij leed niet dreigde; maar gaf het over aan Die, die rechtvaardig oordeelt (1 Petrus 2 : 21-23). Als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; Als een Lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap dat stemmeloos is voor het aangezicht van zijn scheerders, alzo deed Hij zijn mond niet open (Jes. 53 : 7). Biddende is Hij Zijn laatste lijden op de kruispaal begonnen: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen" (Luk. 23 : 34). Biddende heeft Hij dat lijden ook beëindigd: Vader! in Uw handen beveel Ik Mijn geest" (Luk. 23 : 46). Godzalig heeft Hij het leven afgelegd en Zijn ziel uitgestort in de dood.

Wij zullen het leven uit Hem moeten ontvangen door de zielsvereniging met Hem door het geloof. Wij zullen door Zijn Geest vernieuwd moeten worden naar Zijn beeld. Het gebed is ons allen nodig: O, Zoon maak ons Uw beeld gelijk!

De bron van de godzaligheid ligt alleen in Hem. Paulus vangt 1 Timotheüs 3 : 16 aan met: uiten alle twijfel... Er staat in de grondtekst eigenlijk, dat ze allemaal hetzelfde zeg- gen. Het is de belijdenis dus van de ganse levende kerk des Heeren, dat Christus alleen de bron van alle godzaligheid is.

Vandaar dat Paulus in 2 Timotheüs 3 : 12 schrijft dat allen die godzalig willen leven in Christus Jezus, vervolgd zullen worden. Allen die de christelijke leer standvastig willen belijden, beleven en verbreiden zullen vervolgd worden. Er staat hier nadrukkelijk bij "in Christus Jezus". Dat wil zeggen (het is een uitdrukking die zo vaak door de apostel wordt gebruikt) in nauwe gemeenschap met de Heere leven. Wij denken hier aan Johannes 15:4 waar gesproken wordt van de rank in de wijnstok. "Gelijk de rank geen vrucht kan dragen van zichzelf, zo zij in de wijnstok niet blijft; al zo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft." Het is alleen vrucht uit Hem (Gal. 2 : 20; Fil. 3 : 10).

Tot alle dingen nut

Paulus heeft zijn zoon Timotheüs uit liefde telkens gewezen op het nut en de kracht van de godzaligheid. Een leven voor het aangezicht van God, tot Gods eer, is een gezegend leven. Psalm 1 : 1, 2 zingt ervan, evenals Psalm 119 in het eerste berijmde vers.

Welzalig zijn d' oprechten van gemoed.

Die, ongeveinsd, des HEEREN wet betrachten;

Die Hij op 't spoor der godsvrucht wand'len doet;

Welzalig, die, bij dagen en bij nachten,

Gods wil bepeinst, en Hem als 't hoogste goed.

Van harte zoekt met ingespannen krachten.

Door het geloof wordt Christus omhelsd. Door middel van een wandel in alle godzaligheid wordt Hij verheerlijkt. Het gaat dus om de verheerlijking van God en Christus in de allereerste plaats. Vandaar de aansporing van de apostel: efen uzelf tot godzaligheid (1 Tim. 4 : 7). Daarbij komt echter ook een belofte. Paulus schrijft: Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte van het tegenwoordige en toekomende leven" (1 Tim. 4 : 8).

De apostel houdt de jonge evangelist voor dat hij zich moet afkeren van de ongoddelijke en oudwijfse fa­ bels. Verwerp die! Het is duidelijk dat de apostel hier terugkomt op hetgeen door hem in de verzen 1 tot en met 3 van hoofdstuk 4 is geleerd. Met name ook het verbod om te trouwen, zich van spijze te onthouden, die God geschapen heeft tot nuttiging met dankzegging, voor de gelovigen en die de waarheid hebben gekend. Het zijn leringen waarover Paulus in Colossensen 2 : 21-23 zeer scherpe dingen heeft gezegd. Het lijkt allemaal heel mooi, zegt hij, die eigenwillige godsdienst, en van het lichaam niet te sparen, maar het heeft helemaal geen enkele waarde. Het dient zelfs tot verzadiging van het vlees. Dat wil zeggen dat het nergens toe dient dan om er zelf wat mee te worden. Je krijgt aanzien onder de mensen. Maar voor God telt het niet. In tegendeel. Verwerp die ongoddelijke en oud­

Verwerp die ongoddelijke en oudwijfse fabelen. Daar is de nuchtere leer van zonde en genade. De goddelijke leer van Christus. Laat dat u genoeg zijn. Oefen u zelf in godzaligheid.

Er moet een voorbeeld worden gegeven. De ambtsdragers hebben een voorbeeldfunctie in de gemeente. Daarop wijst hier de apostel met klem en kracht. Dat eist uw aandacht, daarvoor moet u zich moeite getroosten. Daarin moet u zich oefenen. Paulus zegt: dat is de rechte studie en uw juiste zorg. U moet u niet tevergeefs met al die andere dingen bemoeien. De hoogste beloning van uw moeite zult gij verwerven, indien gij u met heel uw hartstocht en al uw vermogen op de godsvrucht alleen toelegt. Aldus schrijft Calvijn. En dan bedoelt Paulus met godzaligheid de geestelijke dienst van God, die gelegen is in een goed geweten voor God.

Dat hij met godzaligheid doelt op het zuivere geweten voor God, blijkt wel uit de volgende tekst (1 Tim. 4 : 7), waar hij schrijft dat de lichamelijke oefening tot weinig nut is; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en toekomenden levens. Dit is een tekst waarin nogal veel te doen is geweest over dat "lichamelijke oefening". Wat is dat? Moeten wij daarbij denken aan wat wij nu lichamelijke oefening noemen, wat jaren geleden nog steeds werd aangeduid met gymnastiek? Inderdaad gebruikt het grieks het woord gymnasia. Dit kan inderdaad op de licha­ melijke oefening duiden zoals wij dat nu noemen. En dan zou er staan dat het wel enig nut heeft, maar godzaligheid oneindig veel meer. Toch denk ik, dat wanneer ik nog eens rustig dit hoofdstuk overzie en lees wat er geschreven is over de dwaalleer van de verleidende geesten en dergelijke, dat wij met Calvijns uitlegging in zullen moeten stemmen:

Want de oefening van het lichaam stelt hij niet hetzij in de jacht, of in de wedloop, of in het graven, of in de worsteling, of in de mechanische arbeid; maar met dit woord (gymnasia) duidt hij aan alle uitwendige handelingen, welke ook maar, die uit hoofde van godsdienstige overtuiging ondernomen worden; zoals daar zijn doorwaakte nachten, langdurig vasten, op de grond slapen en al dergelijke meer. Paulus vindt in uitwendige handelingen niets dat hij van grote waarde acht. Want altijd helt de wereld over naar die kant dat zij God door uitwendige gedienstigheden wil eren; wat een verderfelijk verzinsel is, meent Calvijn. En terecht!

Het is allemaal van weinig nut. Het gaat om de bijzondere dingen van de buitenkant van het leven. De godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte van het tegenwoordige en toekomende leven. Het gaat om het leven voor Gods aangezicht in oprechtheid van het hart. Dat is de vrees des Heeren. Het leven voor Gods aangezicht, het leven in alle godzaligheid is het begin, midden en einde van het christelijk leven. Dat leven heeft beloften. De godzaligheid heeft de belofte van het tegenwoordige en toekomende leven. De Heere Christus Zelf heeft deze belofte gegeven. De kanttekenaren verwijzen ons naar Mattheüs 6 : 33: Zoek eerst het koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden". Deze dingen zijn de dingen van dit leven. De Heere had daarvan gesproken tot Zijn discipelen. Het gaat over eten en drinken, kleding en wat er verder nodig is voor deze tijd. Zoek die dingen niet. Stel daar uw hart niet op. Laat overmatige bezorgdheid voor die dingen u niet kwellen, zo heeft de Heere Jezus tot Zijn discipelen gezegd. Uw Vader, Die in de hemelen is weet dat ge al deze dingen behoeft. Zoek eerst het Koninkrijk Gods. De heidenen die God niet kennen, hebben een voortdurende angstige bezorgdheid voor de dingen van deze tijd. Doe dat niet. Wees hen niet gelijk! Uw Vader weet dat gij al deze dingen behoeft. U krijgt ze juist in die weg toegeworpen. Als een toegift. U krijgt het erbij. Ze worden u bij alle andere zaken als toegeschoven. De belofte van het tegenwoordige leven. Wat zeggen de psalmen daar ook bijzondere dingen over. Lees Psalm 37 daarbij. De rechtvaardige wordt ondersteund, in hongersnood worden zij verzadigd, hij wordt nooit verlaten, zijn zaad zal geen brood behoeven te zoeken en bovendien zal het einde van die man vrede zijn. De rechtvaardige is hier de godvrezende, de man die in de wegen van de Heere wandelt.

Maar ook de belofte van het toeko­ mende leven. Want de dingen voor deze tijd zijn toch altijd vermengd met verdrietelijkheden. Zij zijn niet volkomen. Bovendien zorgt God zo, dat zij nooit overvloed kennen, want wij kunnen daar niet tegen. Het is altijd weer nodig, dan op deze, of dan op andere wijze Zijn kinderen dicht bij Zich te houden. De Heere zorgt dat de Zijnen zullen gaan verlangen naar de hemelse goederen, de erfenis die voor hen weggelegd is. Die erfenis wordt hun ook beloofd. De Heere geeft hun hier een voorsmaak van Zijn goedheid. Maar de godzaligen zullen straks na dit leven Zijn volle gunst genieten.

(Wordt vervolgd)

Moerkapelle,

ds. D. Rietdijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1992

De Saambinder | 12 Pagina's

Praktijk der godzaligheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1992

De Saambinder | 12 Pagina's