Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Al den volke

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Al den volke

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

En heeft ons geboden den volke te prediken en te betuigen, dat Hij is Degene, Die van God verordend is tot een Rechter van levenden en doden. Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam. Handelingen 10 : 42 en 43.

We lezen in dit verband van de rijke ontmoeting tussen Petrus en Cornelius. Een ontmoeting, die door de Heere een bijzondere bedoeling had, namelijk om de weg te openen tot de prediking van het heil al den volke. De Heere wijst Zelf de weg aan, nadat Hij de opdracht voor Zijn heengaan meerdere malen bevolen had. Hij doet ook Zelf middelen en wegen samenvallen. De Heere zorgt immers Zelf voor de vergadering van Zijn gemeente. Het is immers alles Zijn werk. Petrus vond er velen, die samengekomen waren (vs. 27) en mocht geen mens gemeen of onrein heten (vs. 28).

Hij heeft ons geboden den volke te prediken. De opdracht kwam van de Koning der Kerk. Maar de inhoud van de prediking is ook de Koning van de Kerk als de Middelaar Gods en der mensen. Het is een boodschap belangende Jezus van Nazareth.

Het is geboden te prediken en te betuigen. Een opdracht om met gezag en kracht dat getuigenis door te geven. Want Hij is verordend van God tot een Rechter van levenden en doden. Hij, Die van God gezonden is zal ook eenmaal wederkomen om te oordelen de levenden en de doden.

Het is immers het welbehagen des Vaders, dat ook op deze wijze nog gelukkiglijk zal voortgaan. Het is de prediking van het heden der genade, de welaangename tijd, de dag der zaligheid voor zowel Jood als heiden. Het zal een verschrikking zijn om eenmaal geopenbaard te worden voor de rechterstoel van Christus als we Hem niet kennen als onze Zaligmaker. Veel van Hem gehoord te hebben, maar in feite in Hem niet geloofd te hebben (Joh. 16 : 9). Dat getuigenis komt ook altijd nog tot ons, maar we leggen het van nature naast ons neer en gaan liever over tot de orde van de dag.

Maar het is een onbegrijpelijk wonder van Goddelijke barmhartigheid, dat naar Zijn souverein welbehagen een volk vergaderd wordt, dat Zijn lof zal vertellen. Daar heeft geen mens om gevraagd, maar ontspruit aan de innerlijke bewegingen der barmhartigheden Gods. Die grote zaligheid wordt ons voorgehouden in Hem van Wie wij gehoord hebben. In vers 37 staat: Gijlieden weet de zaak, die geschied is... Het gaat over die enige Naam tot zaligheid, die van God gegeven is, want er is onder de hemel geen andere Naam gegeven. Bij Zijn komst ging er reeds een rijk getuigenis van Hem uit. Voor Zijn geboorte is ervan getuigd tot Maria: en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven... en tot Jozef: en gij zult Zijn Naam heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. In de geslachtsregisters is Hij getekend als de Zoon van Adam, maar ook als tweede Adam. Tot de herders is getuigd: Die al den volke wezen zal en Simeon heeft ervan gezongen: die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: een Licht tot verlichting der heidenen. Nu is het werkelijkheid geworden voor Petrus en hem is geboden dat te prediken en daarvan te getuigen.

Dezen geven getuigenis. Het is altijd hetzelfde getuigenis. Van Dezen! Zo is Deze reeds aangekondigd in de moederbelofte, maar ook beloofd aan de bijbelheiligen, zoals Abraham, Jakob, David. Hij is voorgesteld en van Hem werd getuigd en gepredikt in de ceremoniën en schaduwdienst. Bewijsplaatsen te over om dat aan te tonen. Zelfs is Hij verkondigd door hen, die geen deel aan Hem hadden, zoals eenmaal Bileam. Een ster moest gaan uit Jakob en de scepter moest uit Israël opkomen. Het is steeds weer hetzelfde profetische getuigenis, waarvan ook de liederen Sions gewagen: Hij zal Israël verlossen van al haar ongerechtighe- den. Maar nog rijker en voller wordt het getuigenis door de profeten van de oude dag. De tijd, wanneer; de plaats, waar; de omstandigheden, waaronder en de opdracht, waartoe is allemaal even klaar erin vervat. We denken ook weer aan Jesaja 53, 61, 63, enz. Micha, Zacharia. Het ging altijd om Hem, om Deze, als de Gegevene des Vaders, maar ook, als Degene Die wederkomen zal om te oordelen. Het is altijd hetzelfde getuigenis. Maar het is ook tot ons gekomen, die het voorrecht genieten onder de openbaringsvorm van het verbond te leven en daarvan het teken aan het hoofd te dragen. Maar wat zegt het ons? Heeft het ons gebracht tot het getuigenis van de pinksterlingen: Wat zullen wij doen, mannen broeders?

Het is immers ook hetzelfde geloof, dat alleen deel geeft aan de inhoud van de belofte des heils. Dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden zal ontvangen. Het geldt voor Jood en heiden, voor degenen, die Hem gekruisigd hebben of Hem niet wilden aannemen.

Maar de Heilige Geest zal ervoor zorgdragen dat ze zullen komen, namelijk zonen en dochters, jongelingen en ouden, dienstknechten en dienstmaagden, Cornelius en zijn ganse huis (vs. 48). Maar dat geldt ook nu nog. Gelukkig, dat die Heilige Geest het doet, want anders kwam er geen één. Er is immers niemand, die naar God vraagt of zoekt. Het gaat om dat echte waar zaligmakend geloof, dat in de wedergeboorte wordt ingeplant. Niet als iets, dat op zichzelf staat of waardigheid in zichzelf heeft, maar als een van God gegeven hand en dat gericht wordt op het Voorwerp des geloofs. Zo immers werkt de Heilige Geest altijd. Hij zal het uit het Mijne nemen en zal het u verkondigen. Maar Die Geest ontdekt daartoe aan zonden en schuld. Hij kan alleen waarde krijgen voor een gans verloren zondaar. De opdracht luidde: m in Zijn Naam te prediken bekering en vergeving der zonden (Luk. 24 : 47).

Het gaat immers om verzoening met God en herstel van de breuk tussen God en onze ziel. Dat is het, wat die Heilige Geest werkt in de wedergeboorte. Dan wordt de ellende gezien en aanvaard zonder God op de wereld te staan. Een droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid. Maar zalig worden wordt van onze kant zo'n onmogelijkheid. Met soms wonderlijke uitreddingen en zoete vertroostingen of het van de daken horen prediken, wat er in het hart leeft geeft geen bestaansrecht voor God. Met al onze betrachtingen wordt de rechtvaardige vervloeking beleefd. Zijn doen is rein en Zijn vonnis gans rechtvaardig. Maar dat is ook hetzelfde geloof van het oude en nieuwe testament, dat plaats maakt voor de ene Naam, en die deze Naam dan ook gaat openbaren. Het wordt een ontdekking van iets, dat we eigenlijk van kindse dagen al wisten, maar nooit beleefden. Een weg van eeuwigheid reeds uitgedacht, dat er toch een mogelijkheid van za­ lig worden is, maar dan buiten ons in een Ander. Eén, die van God verordend is om de dingen te doen, die bij God te doen waren. Alleen in Hem kan de breuk hersteld en verzoening geschonken worden.

Die in Hem gelooft zal vergeving der zonden ontvangen. Daar gaat het immers om. Dat is immers hetgeen die breuk veroorzaakt heeft. Hoe rijk is dan die prediking en hoe zoet zijn dan die onderwijzingen. Alles, dat vroeger op de catechisatie geleerd werd kan dan zo'n bijzondere inhoud krijgen. Elk van Zijn namen worden dan zo vol inhoud, omdat in elk van die namen een bijzonder aspect van Zijn wezen ligt uitgedrukt. Zijn afkomst. Zijn werk, Zijn plaats. Zijn opdracht, enz. De ambten van Die Middelaar zijn zo wonderlijk en allen afgestemd om afgezette ambtsdragers in die bondsbreuk in Adam weer te herstellen in die oorspronkelijke staat. Het wonder wordt zo groot, dat God bereid heeft in Hem, Die Hij daartoe gegeven heeft. Zijn naturen zijn dan geen dogmatische constructie meer, maar het krijgt zo'n hoge en diepe waarde. Waartoe Hij waarachtig God en waarachtig en rechtvaardig Mens moest zijn. O, diepten des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods... Zijn staten zijn een fontein van verwondering, als de Heere het opent en toepast. Hoe dierbaar is Hij dan, maar hoe wordt Hij ook noodzakelijk om in Hem geborgen te zijn.

Vergeving van zonden is een grote weldaad en menigeen van Gods kinderen, die rijk getuigenis kunnen geven van de schoonheid die aan Hem gevonden wordt gaan bekommerd over de aarde. Die kunnen het zo maar niet pakken. Die zijn niet gearriveerd met al de weldaden, die ze ontvangen hebben. Want het moet toegepast worden. Echter, het lijkt helaas soms of hetgeen in de eerste tijd een zorg was, namelijk om met God verzoend te worden, niet belangrijk meer is. Werd het maar eens werkelijkheid.

Het gaat altijd in de prediking en dus ook in het leven van Gods Kerk om die ene Naam. Over die Naam raakt Petrus nooit uitgepreekt. Het geldt immers Jood als heiden en dus ook ons. Het kan alleen door Hem. Er moet niet alleen in Zijn Naam gepredikt worden als een last of opdracht, maar heel uitdrukkelijk kan het alleen ook door Zijn Naam. In Zijn Naam ligt alles, dat een arme zondaar nodig heeft. Kent U nu die Naam. Het is echt nodig, want Hij is ook verordend van God tot een Rechter van levenden en doden!

Kampen,

ds. P. Honkoop.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 1992

De Saambinder | 12 Pagina's

Al den volke

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 1992

De Saambinder | 12 Pagina's