Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gebed om een gebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gebed om een gebed

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Heere! leer ons bidden ".

Luk. 11 : lm.

Eén van de laatste dingen die iemand tot zijn deugden blijft rekenen eer hij sterft aan zichzelf, is zijn gebed. Als je iemand vraagt naar zijn geloofsleven en hij beschaamd erkent, geen geestelijk leven te bezitten, dan wordt daar meestal aan toegevoegd: "maar ik bid er steeds om." Een ander zegt: "Een mens kan zichzelf niet bekeren, maar hij kan er toch om bidden." Dikwijls wordt er dan bij gedacht: "Ik begrijp niet dat God mij nog steeds niet verhoort; Hij heeft het toch beloofd!" En zo blijft men steunen op de beste, of misschien al wel de laatste van zijn goede werken die men angstvallig vasthoudt, om niet alles kwijt te raken. Zou men dat iemand ook durven afnemen? We zouden het niet kunnen. Maar de Heere kan het wel. En Hij doet het ook. Dan houdt men niets over. Dan sterft men, geestelijk, en... gaat men bidden om een gebed!

Bidden. De Heere heeft het bevolen en bij Zijn bevel een belofte gevoegd. "Bidt en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden", sprak de Heere Jezus in de bergrede (Matth. 7 : 7). En de apostel Paulus zegt zelfs: Bidt zonder ophouden" (1 Thess. 5 : 17). Ook op andere plaatsen vinden we dikwijls opwekkingen om te bidden, vergezeld met aanmoedigingen of beloften. Wee, wie al die bevelen zo maar naast zich neerlegt en afdoet met: at moet een mens maar gegeven worden. Zou de Heere die bevelen zo bedoeld hebben? Dat zal toch niemand durven beweren? Hij wil, dat wij Zijn geboden onderhouden en Zijn inzettingen bewaren. Ook mag Zijn bevel om te bidden ons vrijmoedigheid geven om het te doen, al voelen we ons nog zo onwaardig en onmachtig. We mogen er in ons gebed bij zeggen, dat de Heere Zelf ons bevolen heeft Hem te bidden, en vragen of Hij ons daarom ook verhoren wil.

Om het gebedsleven te bevorderen kennen wij vaste tijden, waarop we tot God naderen in het gebed. We leren het onze kinderen al: 's morgens bij het opstaan, voor en na de maaltijden en voor het naar bed gaan. Ook houden we hen voor, dat ze ook op andere tijden mogen bidden en daarvoor een stil plekje mogen opzoeken. Dan zijn er daarnaast nog de gebeden in de kerk, op school, bij catechisatielessen of op verenigingen. We hebben de gewoonte allerlei samenkomsten of belangrijke werkzaamheden te beginnen en te besluiten met gebed. En dan kennen we natuurlijk ook onze biddagen. Weliswaar is het wat aan het afslijten en zijn er al veel gemeenten die helaas geen hele dag meer afzonderen, maar toch is het nog een goede gewoonte, bij alle andere gebedsgewoonten. Gewoonten, goede gewoonten, ja, dat zijn het, maar is het niet meer? Zijn we nu toch aan het vervallen in de oude Roomse dwaling, die het gebed als verdienstelijk aanmerkt? We zitten er veel dichter bij dan we denken. Want als we Gods geboden gehoorzamen uit gewoonte en we prijzen er onszelf heimelijk om, dan vallen we in de dwaling, die altijd weer in de kerk de kop opsteekt, omdat ze ons in onze natuurstaat eigen is. Het is de dwaling van het steunen op eigen werk. Het is de gedachte dat we in de weg van het werkverbond nog een heel eind kunnen komen. Op deze wijze maken we van ons bidden ook heimelijk een grond, waarop we verhoring verwachten. En iedere grond die we daarvoor aandragen, is een loochening van de enige grond: het offer van de Heere Jezus Christus! Daarom gaat de Heere die moeilijke weg met arme zondaren en laat Hij ze sterven in hun gebedsleven. Het leert ze ondervindelijk, dat er geen grond voor verhoring is in hen en in hun bidden, maar alleen in Christus en Zijn offer, in die enige Voorbidder ter rechterhand des Vaders.

Als u gewoontegetrouw uw gebeden doet, wordt dan niet boos als u gezegd wordt, dat u met uw bidden niets kunt verdienen. Wie onbe- keerd is, wordt toch boos. "Dan kan ik ook wel stoppen met bidden", zei eens een meisje tegen me, toen ze hoorde, dat dit beste werk wat ze nog dacht te kunnen doen, werd afgekeurd. Zo zult u niet meer spreken, als u uw zondennood hebt leren kennen. Een drenkeling kan door eigen schuld in het water terecht gekomen zijn, maar dat zal hem toch niet beletten om hulp te roepen. En al verdient hij niet eruit gehaald te worden, toch zal hij zijn stem verheffen om gehoord te worden. Zo zal het ook zijn met een ziel in nood.

Als u tot God bidt vanwege de nood van uw ziel, laat u dan niet door de duivel wijs maken, dat u niet verhoord zult worden omdat uw gebed niets verdient. Die aartsleugenaar gebruikt steeds waarheden om zijn leugenen aan de man te brengen. Het is waar, geef het maar toe, dat uw gebed het gebed van een onwaardige is. Erken het maar, dat uw roepen en zuchten niets verdient en met duizend zonden besmet is. Maar zeg erbij, dat u bidt, omdat God het ons geboden heeft. En ga door, omdat u het niet laten kunt. En waarom kunt u het toch niet laten? Wat is die geheimzinnige drijfkracht, die u bij dag en nacht doet zuchten? Ach, wie zal Gods Geest herkennen in die onuitsprekelijke zuchten, die uit het zondaarshart naar boven vluchten? De Heere herkent Zijn werk. Maar de zondaar ervaart zijn dood. Hij kan niet bidden zoals het behoort. Hij weet niet alleen de juiste woorden niet te vinden, maar ook de juiste zaken dikwijls niet. Wat zal de Heere toch behagen? In de hevigste aanvechtingen verstomt het gebed geheel. Het kan zijn dat men, terwijl men op de knieën ligt, niets meer hoort dan de lasteringen en beschuldigingen van de duivel. En waren het nu nog maar herkenbare leugens, maar hij werpt ons onze zonden voor de voeten en bij ons gaat de hand op de mond. O, dan ligt daar een biddeloze bidder, die geen gepast woord meer bij de Heere kan brengen. Het zou verloren zijn voor zo een, als... er niet een Voorbidder was in de hemel, van Wie Paulus schrijft: Die ook ter rechterhand Gods is. Die ook voor ons bidt" (Rom. 8 : 34). En Hij wil Zich aan die biddeloze bidders openbaren, in wier hart nog slechts de verzuchting ligt: Heere, leer ons bidden!"

Iemand die de Heere vreest, kan niet zonder gebed. Eerder zou men kunnen leven zonder adem te halen, dan dat een ziel leven kent, die het gebed niet nodig heeft. Het gebed is de ademtocht der ziel. Het lichaam heeft het erg benauwd, als het niet ademen kan. Zou de ziel dan niet benauwd zijn, die niet bidden kan? Al Gods geboden houden hun geldigheid. Ze mogen uitdrijven tot gebed. Ze zullen het ook doen, bij hen die hun dodelijke onmacht inleven. Zo ook het gebod tot het gebed. Het mag uitdrijven tot een gebed om een gebed.

De discipelen hebben dit gebed gebeden, en het heeft de Heere Jezus behaagd. Dit blijkt uit de verhoring die Hij hun gaf, toen Hij hun het volmaakte gebed leerde. Daarin liggen de zaken verwoord, die Hij als begeerten werkt in het hart van de ware bidders. Onderzoek u daarin nu eens. Liggen de zaken van het volmaakte gebed als begeerten in uw ziel? Dan krijgt u opening in uw gebedsleven, want dan geeft Gods Geest getuigenis in uw hart, dat uw begeerten de Heere behagen. Dan zal Hij u ook geven al uw begeerten! Maar wat klaag ik, HEER der Heeren, mijn begeren is voor U, in al mijn leed, met mijn zuchten en mijn zorgen, niet verborgen; daar Gij alles ziet en weet.

Vlaardingen,

ds. C.J. Mccuse.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1993

De Saambinder | 12 Pagina's

Een gebed om een gebed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1993

De Saambinder | 12 Pagina's