Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods eenzijdige ontferming over Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods eenzijdige ontferming over Israël

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Koningen 18 : I-I6.

(3)

Het oordeel Gods

Elia is dus op weg gegaan uit Zarfath terug naar Israël naar het woord des Heeren. Maar tegelijk zijn er nog twee, die op weg gaan, koning Achab en zijn hofmeester Obadja. Deze Obadja staat aan het hoofd van al het paleispersoneel en is verantwoordelijk voor het goede verloop van alle werkzaamheden aan het koninklijke hof, voor het onderhoud van alle koninklijke roerende en onroerende goederen. En nu valt alles onder de voorzienigheid Gods. De Heere leidt het zo, dat Achab en Obadja de profeet Elia onderweg ontmoeten.

Hoe is het intussen in Israël? "En de honger was sterk in Samaria" (vers 2). Overal grijpt het oordeel om zich heen, overal sterven mensen. De Heere is een God, Die de zonde niet door de vingers ziet. Ook uw zonde niet. De bezoldiging der zonde is de dood. De zonde moet gestraft worden krachtens de heiligheid van de rechtvaardige God. Welgelukzalig als onze zonde gestraft is aan die grote Ander, aan Christus Jezus! Als wij voor Zijn rekening liggen. Anders zullen wij zelf onze zonde moeten dragen tot in alle eeuwigheid. Dat zal zo verschrikkelijk zijn. De zonde betaalt zo duur uit. Het oordeel over Israël wijst heen naar het eeuwige oordeel. Dan zullen wij eeuwig hongeren, zonder ook maar een kruimeltje tot verzadiging. Dan zullen wij eeuwig dorsten, zonder ook maar een druppel water. Dat het ons niet met rust zou laten, voor wij weten mochten te delen in het werk van Hem, Die het oordeel voor Zijn volk gedragen en weggedragen heeft.

Toch nog een Obadja!

Het is verrassend, dat wij hier plotseling iemand ontmoeten, die zijn knieën niet gebogen heeft voor de Baals, de hofmeester Obadja. Na Achab de belangrijkste man aan het koninklijke hof. Van deze man lezen wij iets, dat wij zeker niet verwacht zouden hebben: "En Obadja was de Heere zeer vrezende" (vers 3). Heeft Achab het niet geweten, dat Obadja de Heere vreest? Natuurlijk wel! De vreze des Heeren blijft niet verborgen. Als men in uw gezin, in uw omgeving, op uw werk niet merkt, dat u de Heere vreest, dan is dat een heel slecht teken. De vreze des Heeren komt naar buiten openbaar, in heel de levenswandel. Dat komt openbaar niet alleen op zondag, maar ook door de week. Dat komt openbaar ook in uw gesprekken. De vreze des Heeren kent de hartelijke behoefte om goed en groot van God te spreken en de smart, dat wij er van onszelf niets van terechtbrengen. De vreze des Heeren kan ook niet buigen voor de Baals van onze tijd, de afgod van geld en goed, de afgod van het materialisme, van wereldzin en zondelust. De vreze des Heeren kan niet met de wereld mee. Zou dat niet te merken zijn? Zou Achab het niet gemerkt hebben? Zou hij niet ontdekt hebben, dat Obadja niet buigt voor de Baal? Dat is niet aan te nemen.

Gehandhaafd aan het hof

Waarom heeft Achab zijn hofmeester Obadja aan het hof gehandhaafd, hoewel deze de Heere vreesde? Ongetwijfeld omdat Obadja betrouwbaar geweest is, omdat het beheer van de koninklijke goederen bij Obadja in veilige handen geweest is.

De vreze des Heeren maakt in het dagelijks leven geen luie en onbetrouwbare mensen. Ook Daniël is daar een treffend voorbeeld van in de Schrift. Toch is er nog iets, waar sommige schriftverklaarders ons op wijzen: Achab wil van twee walletjes eten. Hij dient de Baals en de Astartes. Maar tegelijk wil hij Jehovah tevreden stellen, vandaar dat hij de godvrezende Obadja handhaaft aan zijn hof. Wij achten deze verklaring zeer aannemelijk. Het past bij de slappe figuur van Achab. Bovendien zit het ons in vlees en bloed om God en de wereld samen te dienen. God en de afgoden samen aan de hand te houden. Van hoeveel kerkmensen geldt dat niet! 's Zondags zitten wij dan in de kerk, maar in de week kunnen wij met alles meedoen en is het niet te merken, dat wij 's zondags onder het Woord zitten. Er is zoveel halfslachtig zondagschristendom, dat God en de wereld samen wil dienen. Ik vrees, dat dit geldt van vele rechtzinnige en godsdienstige kerkmensen. Maar het loopt wel uit op een eeuwige teleurstelling. Gij kunt niet God dienen en de Mammon, zo zegt Christus.

In Obadja zien wü Gods ontferming over Israël

Achab is dus een slappe en halfslachtige figuur. Hij laat zich op sleeptouw nemen door zijn vrouw Izebel. Wij lezen, dat Izebel de profeten uitroeide, niet Achab deed dat. Maar Achab heeft dat alles wel toegelaten. In dit verband nu wordt Obadja genoemd. Hij heeft twee groepen van ieder vijftig profeten verborgen en onderhouden met brood en water (vers 4). Hoe hij dit gekund heeft, weten wij niet, maar het is wel een heldendaad des geloofs geweest. De Heere heeft door middel van Obadja honderd van Zijn profeten bewaard. Daarin zien wij toch iets van Gods ontferming over Israël, in het midden van het oordeel. Zolang de Heere nog een overblijfsel naar de verkiezing Zijner genade bewaart, is dat een bewijs, dat de zaak nog niet afgesneden is. Er is nog een kerk in Israël, ook al zucht die kerk onder het oordeel. Wij zullen nog horen over de zevenduizend, die de knie niet gebogen hebben voor Baal. Al is die kerk verborgen, toch is er nog een overblijfsel.

Het is een bewijs, dat de Heere Israël nog niet heeft opgegeven. Ook in Nederland is nog dat overblijfsel, al is het dan ook vaak verborgen, al gaat er voor het oog van de wereld vaak weinig invloed van uit, het is er nog. Het is een bewijs, dat de Heere Nederland nog niet geheel heeft overgegeven, dat Hij nog werkt, dat Hij nog twist met Nederland. Maar laten wij tegelijk beseffen, dat er een grens is aan Gods geduld. Want hoe­ veel van Gods kinderen zijn er al weggenomenl De rechtvaardige wordt weggeraapt voor de dag van het kwaad, zo zegt de Schrift. Als de Heere Zijn volk uit een land of uit een gemeente wegneemt, dan wordt het geloof weggenomen en de gebeden en worstelingen aan de troon der genade. Dat is in Israël nog niet weggenomen. Daarvoor is Obadja een middel geweest. Daarom mag hij zijn naam met ere dragen, want Obadja betekent knecht van Jehovah.

Een antitype van koning Jezus

Samen gaan Achab en Obadja op weg om gras te zoeken voor de paarden en muilezels. Op een zeker ogenblik gaan ze ieder een kant op. Hoe tekent dit alles de uiterste verharding van Achab. We weten, dat hij veel paarden gehad heeft, mede ook voor zijn strijdwagens. Die paarden vormen zijn rijkdom, maar ook zijn macht. Hij heeft zijn politieke invloed immers te danken aan zijn strijdmacht. Het oordeel Gods tast dus Achabs rijkdom en macht aan. Dat is voor hem belangrijker dan zijn volk. In plaats van zijn volk op te zoeken, de nood van zijn volk te lenigen, is Achab alleen maar op zoek naar gras voor zijn paarden. Een koning dus, die niet het heil van zijn volk zoekt, maar die zichzelf zoekt.

Dan is Achab hier een antitype, een tegenbeeld, van Koning Jezus. Want Koning Jezus zoekt niet Zichzelf. Hij heeft gezegd: Ik zoek niet Mijn eer, maar de eer Desgenen, Die Mij gezonden heeft. Hij heeft de eer van God gezocht en het heil van verloren zondaren. Hij was met innerlijke ontferming over de scharen bewogen. Maar Achab zoekt zichzelf. Ziet u zich al naast Achab staan? Van nature zijn wij allen zoekers van onszelf. Hebt u daar al last van gekregen? Is dat u al tot smart geworden? Dan kan het een wonder worden, dat Koning Jezus nooit Zichzelf heeft gezocht, maar altijd de eer Gods en de zaligheid van zondaren. Mijn ziel mocht wel beven, was er Koning Jezus niet! Maar nu Koning Jezus er is, kunnen zoekers van zichzelf nog zalig worden.

Zeist,

ds. J.J. V. Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1994

De Saambinder | 12 Pagina's

Gods eenzijdige ontferming over Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1994

De Saambinder | 12 Pagina's