Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De koperen bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De koperen bergen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

(2)

"En die bergen waren bergen van koper."

Zacharia 6 : Ib.

Die bergen waren bergen van koper! O, die trouw van God! Hij heeft de Zijnen liefgehad van eeuwigheid. Had ü naar God gevraagd, volk des Heeren? Zou u naar God gezocht hebben als Hij niet begonnen was, als Hij Zijn eeuwige liefde niet in u verheerlijkt had in het uur der minne? Immers nee! Maar nu: Die bergen waren bergen van koper. In de raadsvervulling gaat het altijd om de eer van God. En dat is de grond van de troost voor Gods volk. Ja, de grond van hun troost is God Zélf, de Onveranderlijke, Die niet Hegen kan.

Het gaat nooit in de eerste plaats om de mens. De volken zijn minder dan een druppel aan de emmer en een stofje aan de weegschaal. Oók Gods kinderen. Ze gaan meer en meer beoefenen: "Dit zij u bekend, o huis Israels, Ik doe het niet om uwentwil, maar om Mijns groten Naams wil, opdat die verheerlijkt worde". Ziedaar de diepste oorsprong: de verheerlijking van Gods deugden. Maar het gaat niet buiten Gods volk om. God heeft de Zijnen ingeschakeld in Zijn Goddelijk raadsbesluit. Het gehele raadsbesluit is tot Zijn eer, en het Middelpunt daarvan is Christus Jezus en Die gekruisigd. Maar Zijn volk is onlosmakelijk aan Hem verbonden. Hij is vlees van hun vlees en been van hun been. Hij is het Hoofd en zij zijn Zijn lichaam. Hij is de Herder en zij zijn Zijn kudde. En nu heeft de Verbondsgod in Christus een onwankelbaar verbond met Zijn volk gemaakt. O, het is een éénzijdig verbond, het gaat van God uit. Het is een eeuwig verbond dat niet wankelen kan.

Wat ligt hier voor Gods kinderen een diepe troost in als er door het geloof iets van mag worden beoefend! Als ze mogen ervaren met de onderwijzer in zondag 10, dat Gods Vaderhand hun leven leidt. Zeker, er zijn veel vraagtekens, ook in het leven van Gods Kerk. Ziet dat maar eens in Jozef Wat een raadselachtige wegen! Wat zal het ook in het hart van Jozef menigmaal gestormd hebben! Het gaat dikwijls zo anders dan wij denken. Maar God volvoert Zijn raad door alle wegen van onmogelijkheid; door wegen die wij niet begrijpen.

Gods raad gaat zelfs over de zonde. Nee, God werkt de zonde niet, want denkt erom, dat wij verantwoordelijk blijven voor onze zonde. Maar ze gaat niet buiten het raadsbesluit van God om. Leest u maar wat Hellenbroek ons leert in de les over Gods voorzienigheid. Hij zegt dat Gods voorzienigheid óók gaat omtrent de zonde. God laat ze toe. Hij bepaalt ze en bestuurt ze tot een zeker einde. Dan zegt Jozef: "Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, opdat Hij deed gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden".

O diepte des rijkdoms! De raad van God is soeverein, hetzij tot verharding, hetzij tot vernedering. Hij is rechtvaardig en geeft geen rekenschap van Zijn Goddelijke daden. Die bergen zijn bergen van koper. Ziet het in Ezau, in Farao en in Judas. Hij is een rechtvaardig God, Die Zijn rechtvaardigheid verheerlijkt en openbaart in de vaten des toorns. Maar Hij volvoert Zijn raad óók tot vernedering. Ziet het in David. Ziet het in Petrus. Was Petrus beter dan Judas? Denkt eens aan Petrus in de zaal van Kajafas. Maar o dat wonder van genade, dat eeuwig welbehagen! Petrus heeft het later een weinig verstaan toen hij schreef: "Weest met de ootmoedigheid bekleed, want God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade".

O dat wonder! Als Gods kinderen door het geloof zich een ogenblik mogen vastklemmen aan die God, Die gezegd heeft: "En die bergen waren bergen van koper", dan mogen ze onder Hem buigen; dan mogen ze onvoorwaardelijk hun leven in Zijn hand neerleggen. Bergen van koper: Eeuwig wonder voor Gods Kerk. Waarom? Wel, Sion is van God begeerd. Nee, niet de trotse Basan en de schone Libanon, maar de kale, onvruchtbare kruin van Sion is van God geliefd.

O rijke troost in die bergen van ko- per! Want zij wijzen heen naar Christus, naar Hem, Die het raadsplan volvoerd heeft tot zaligheid van Zijn kinderen.

Gods volk moet veel, ja, alles verliezen. Het broodkoren moet verbrijzeld worden. Dat wordt ook menigmaal ingeleefd in het gestaltelijke leven.

Er is een volk op aarde dat geen vreemdeling is van de wedergeboorte, dat geen vreemdeling is van die stille tranen vanwege het Godsgemis. In de stille eenzaamheid storten ze hun klacht uit voor God: "Ik heb gedaan, dat kwaad was in Uw oog, dies ben ik, HEER', Uw gramschap dubbel waardig". Zij hebben die smartelijke breuk leren kennen tussen God en hun ziel. Of ze dan uit de brute goddeloosheid gehaald zijn, of getrokken zijn vanaf hun kinderjaren, zij zullen leren dat ze van nature buiten God en zonder God op de aarde zijn. Dat is een smartelijk gemis. Dan gaan ze hun bedstede doornatten met hun tranen. O, dat aanklevende leven aan de troon der genade! Dan mogen ze bij ogenblikken weleens vertroostingen ontvangen uit het Woord, en in de verdere wegen in de ontsluiting van de bediening van Christus. Maar als dat gestaltelijke is geweken, gaan de tranen opdrogen en wordt het steeds onmogelijker om zalig te worden. Dan zeggen ze: "Was ik toch als vroeger, toen ik mijn gangen wies in boter!"

Maar die bergen waren bergen van koper. "Ik, de HEERE, word niet veranderd, daarom zijt gij, o kinderen Jakobs, niet verteerd". Ziet, als Gods kinderen eens een ogenblik in het licht van die onveranderlijke God hun ongeloof inleven, als zij in dat licht hun eigen zwakheden en struikelingen gaan kennen, o, dan vallen ze vol schaamte onder God. Als God hun de zonde van het ongeloof doet zien, van dat "God verdenken", wat gaan ze diep, diep voor God in het stof buigen! Ja, als ze een ogenblik mogen geloven dat God de God van "ja en amen" is, wat buigen zij dan diep! Dan heeft Job uitgeroepen: "Met het gehoor van het oor heb ik U gehoord, maar nu ziet U mijn oog, daarom verfoei ik mij en heb berouw in stof en as".

Maar die bergen zijn bergen van koper. Gods raad wordt volvoerd. In die raad ligt een rijke troost voor Gods kinderen, maar aan die raad is óók onderwerping nodig. In de onderwerping aan Gods raad is rust. Asaf zegt in Psalm 73: "Gij zult mij leiden door Uw raad". Dan is er rust. Dan is er onderwerping. Dan is het: "In stilheid en vertrouwen zal uw sterkte zijn". Wat heeft Asaf gevochten tegen de raad van God! Wat is zijn wil in opstand geweest! Maar wanneer de Heere Asaf leidt in het heiligdom en hij iets van Gods raadsplan mag aanschouwen en door genade daaronder buigen, wordt hij een groot beest bij God. Dan zegt hij: "Heere, Gij zult mij leiden door Uw raad". Dan is er sprake van onderwerping en anders nooit. Van nature spreken we over het noodlot of in de gunstige omstandigheden over gelatenheid. Nu ja... Maar ziet, hier is geloofsrust. Dan zegt de dichter van Psalm 62: "Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil". Dan zegt David: "Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!" Ja: "De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Al moet ik ook door het dal van de schaduwen des doods, geen nood! Uw stok en Uw staf die vertroosten mij!"

Dat is geloofsrust. Dan zijn we al onze zaken in God kwijtgeraakt. Maar dan mag de Kerk ook zeggen: "Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde". Dan mogen Gods kinderen zich aan God vastklemmen, door het geloof, in de bangste omstandigheden. Dan mogen ze zich neerleggen in de handen van de Almachtige. Dan doet God geen onrecht, al zou Hij voor eeuwig een voleinding met ons maken. Maar dan die onveranderlijke trouw: Die bergen zijn bergen van koper! Zijn rechterhand zal nooit hun val gedogen. Laat het maar gaan door wegen van onmogelijkheid. Laat Zijn weg maar zijn door de zee en Zijn pad door grote wateren. Hij zal Zijn volk leiden door Zijn raad en daarna in heerlijkheid opnemen. O, dan zullen ze het volkomen eens zijn met de raad en de weg van God! Die onderwerping is tot verheffing van de Goddelijke deugden en doet rusten in het welbehagen van God. Die bergen waren bergen van koper!

Wijlen ds. H. Ligtenberg.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1994

De Saambinder | 12 Pagina's

De koperen bergen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1994

De Saambinder | 12 Pagina's