Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van overzee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van overzee

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mensenvrees

31 augustus 1994 was een bijzondere avond voor onze gemeenten hier. Op die dag had de bevestiging en intrede plaats van kandidaat A.Th. Vergunst. Het was die dag precies 17 jaar geleden dat ikzelf bevestigd werd in mijn eerste gemeente Genemuiden. Eben Haëzer - tot hiertoe heeft de Heere geholpen! Aan de handoplegging nam toen ondermeer deel ds. A. Vergunst. Er gaat wel wat in je om als je dan 17 jaar later zijn zoon mag bevestigen en dat in de plaats waar zijn vader de laatste maanden van zijn ambtelijke loopbaan gestaan heeft.

Beide diensten werden op dezelfde avond gehouden, de bevestiging om 7 uur, en na een korte pauze om 9 uur de intrede.

De tekst voor de bevestigingsdienst was uit Jeremia 15, het tweede gedeelte van vers 19: "Gij zult voor Mijn aangezicht staan; en zo gij het kostelijke van het snode uittrekt, zult gij als Mijn mond zijn".

Het thema was: e boodschapper van God. Deze tekst spreekt van:1. De plaats die de boodschapper inneemt;

2. De taak die deze boodschapper opgedragen is;

3. Het gezag waarmee deze boodschapper is bekleed.

De plaats van de boodschapper is voor het aangezicht van God. Jeremia was een geroepen dienstknecht van God. In hoofdstuk 1 vers 10 wordt zijn roeping meegedeeld: "om uit te rukken en af te breken en te verderven en te verstoren, ook om te bouwen en te planten". Dat was voor Jeremia's vlees geen aangename taak. Dat vlees schreeuwde wel eens onder en rebelleerde soms tegen de taak en de weg die hij gaan moest. Ook Jeremia moest gedurig weer terecht gebracht worden en met berouw weerkeren tot zijn Zender.

Maar dan zal hij ook voor Zijn aangezicht staan, dat is de plaats van een knecht. Zoals Samuel eens zei: Spreek, want Uw knecht hoort" (1 Sam. 3 : 10).

De plaats van een knecht is te luisteren naar de boodschap die zijn Meester hem geeft. Gehoorzaam, gewillig en gereed om deze bevelen uit te voeren en te gaan overal waar Hij hem zenden zal. Daar is een biddend leven, maar ook een ernstig onderzoek van de Schrift voor nodig.

Dit staan voor Gods aangezicht zal alleen kunnen door de arbeid van die grote gewillige Knecht, Die aan de rechterhand des Vaders staat om Zijn Middelaarswerk ook in het toepassen van de verworven weldaden en in het bewaren en verlossen van Zijn kerk, uit te voeren.

De taak van de boodschapper is het kostelijke van het snode uit te trekken. Een uitdrukking die ontleend is aan het zuiveren van metalen zoals bijvoorbeeld goud, door het te ontdoen van alles wat het verontreinigt. zodat het edele metaal alleen overblijft.

Zo moet Gods knecht niet zijn eigen woord, niet een vleselijk evangelie brengen, maar Gods Woord recht snijden.

Wet en Evangelie, dood en leven, zegen en vloek, verkiezing en verantwoordelijkheid, een arme zondaar en een rijke Christus, maar ook hoe die twee bij elkaar komen, moeten gepreekt worden.

De onnaspeurlijke rijkdommen van Christus, Zijn heerlijke Persoon en Zijn werk, Zijn aanstelling, bekwaamheid, gewilligheid, gepastheid om zondaars zalig te maken. Maar ook de leidingen van de Heilige Geest, Die Christus verheerlijkt in de harten van zondaren. Ook het onderscheid tussen het historisch-, het tijd-, het wondergeloof en het zaligmakend geloof Er zal een schriftuurlijke toetssteen in het midden van de gemeente moeten neergelegd worden. Het bloed van de hoorders zal eens van de dienaars geëist worden. Het "Niets uit ons, en alles uit Hem" moet in de boodschap duidelijk doorklinken, opdat God op het hoogst verheerlijkt en de zondaar op het diepst vernederd zal worden.

Het gezag van de boodschapper ligt niet in zijn persoon, gaven, karakter of kennis, maar in het "gij zult als Mijn mond zijn". Zoals Aaron als de mond van Mozes spreken moest in zijn naam, "en het zal geschieden dat hij u tot een mond zal zijn". Exodus 4 : 16.

Zo is een knecht van God de spreker, de boodschapper van God. Wie hem verwerpt, die verwerpt zijn Zender.

De boodschapper moet van zichzelf afwijzen. "Zie het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt". Wat een verantwoordelijkheid. Niet óns woord, niet onze ideeën, maar Zijn Woord alleen moet tot de gemeente gebracht worden.

Zó ook moet de gemeente de dienaar des Woords ontvangen, dat Woord horen en eronder buigen als Gods Woord. Laat dan de dienaar niet zoeken de gemeente te behagen, maar getrouw zijn aan zijn opdracht.

William Gurnall zegt in "De wapenrusting Gods": "Hij die het aangezichtvan mensen vreest, zal zeer waarschijnlijk een moordenaar van hun zielen worden". Wat een ernstige waarschuwing voor alle ambtsdragers! Mensenvrees kan licht leiden tot het schuldig zijn aan de ondergang en het eeuwig verderf van die ons toebetrouwd zijn.

Na het lezen van het formulier en het beantwoorden van de gestelde vragen knielde de jonge dienaar neer onder de geopende Bijbel. Aan de handoplegging namen alle predikanten deel, de dominees Den Boer, Den Hoed, Hofman en Spaans.

Enige persoonlijke woorden werden nog gesproken, ook tot zijn vrouw die, ondanks haar ernstige ziekte, de dienst mocht bijwonen en tot zijn moeder, voor wie het ook zo'n bijzonder ogenblik was.

's Avonds om 9 uur deed ds. A.Th. Vergunst zijn intrede als herder en leraar van de gemeente van Kalamazoo. De tekst voor deze dienst was van Handelingen 4 : 29, 30: En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken; Daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus". Het thema was: en gebed voor de ware evangeliebediening.

1. die spreekt met vrijmoedigheid ondanks de dreiging;

2. die brengt alleen Gods Woord;

3. waarin Gods hand is uitgestrekt.

De apostelen Petrus en Johannes was bevolen niet te spreken van die enige Naam, onder de hemel gegeven tot zaligheid. Maar ondanks dit bevel, ondanks bedreiging, waren ze verenigd in gebed om Gods zegen op hun arbeid. En met vrijmoedigheid zetten ze hun arbeid in de dienst van hun Meester voort. Het geloof in de almacht en de soevereine besturing van God heeft moed en rust, want dan zien we dat de Heere regeert. Ook vandaag komt alles op tegen het werk en de kerk van God. En het Woord van vrije genade, het evangelie van Jezus Christus is ook thans veracht en gehaat door de natuurlijke mens. Niet alleen door de wereldse machten, door hen die vreemdeling zijn van dat Woord, maar ook zo zeer door de godsdienstige mens. Zoals het toen was is het ook thans.

Maar daarom is het gebed zo nodig dat mensenvrees mag worden weggenomen en dat de Heere gepaste vrijmoedigheid geeft in het brengen van Zijn getuigenis. Gods knechten moeten alleen Zijn Woord brengen, dat is: wet en evangelie. De wet, die door de Heilige Geest gebruikt wordt om onze ellende te leren kennen, maar ook het evangelie dat als een verkwikkende regen mag neerdalen op verslagen en gewonde zielen en dat die enige Middelaar bekend maakt.

Het is het werk van de Heilige Geest te overtuigen van zonde. Dan wordt het "Gij zijt die man", 2 Sam. 12 : 7. Maar het is vooral ook het werk van de Heilige Geest Christus te verheerlijken. Het is Zijn werk Christus te openbaren Die machtig is te verlossen, voldoening aan te brengen en de zondaar te verzoenen met God. De prediking van de apostelen was ook het uitstrekken van Gods hand. Hij heeft Zelf getuigd: De gehele dag heb Ik Mijn handen uitgestrekt tot een ongehoorzaam en tegensprekend volk", Rom. 10 : 21. Gods hand snijdt alle werk van de mens af en rukt het uit, en het is een straffende hand over allen die het evangelie van de Heere Jezus Christus ongehoorzaam zijn. Maar het is in Christus ook een genezende, een helende hand. Nadat zielen verootmoedigd zijn en de wet een tuchtmeester geworden is in hun leven is er ook de verkwikkende en helende werking van het evangelie. Het geheimenis moet gepreekt worden dat die bediening ligt in de almachtige handen van Christus. Door die handen zullen ook tekenen en wonderen geschieden, als dode zondaren levend gemaakt worden, graven geopend, vijanden aan Zijn voeten leren buigen. Dat kan alleen geschieden door Christus Die een weg heeft gebaand, een heerlijke en God verheerlijkende weg, waarin "de goedertierenheid en waarheid elkander ontmoeten", Ps. 85 : II.

Na het eindigen van zijn preek sprak de nieuwe dienaar woorden van erkentelijkheid tot curatorium, bevestiger en docent, ambtsdragers, kerkeraad, gemeente, de jeugd. Ook enkele persoonlijke woorden tot familieleden, zijn vrouw en de kinderen. Ondanks de omstandigheden van ernstige ziekte en grote zorg in het gezin was er toch de erkentenis dat de Heere goed geweest was.

Ds. Vergunst werd nog toegesproken door ds. Spaans namens curatorium en classis, ds. Hofman als vroegere predikant van Kalamazoo en tenslotte door ouderling Moerdijk, namens de kerkeraad. Ruim 13 jaar geleden had ouderling Moerdijk ook namens kerkeraad en gemeente de vader van de jonge predikant verwelkomd. Gods wegen zijn wonderlijk en zijn hoger dan onze wegen. Na een woord van dank legde ds. Vergunst voor het eerst de zegen op de gemeente.

Moge de Heere de jonge broeder rijkelijk geven wat we allemaal zo nodig hebben: de zalving, de bediening van de Geest van Christus.

Bergen van onmogelijkheden en bezwaren zullen dan ook zeker in de toekomst in het ambtelijke leven oprijzen, maar waar de Geest des Heeren is, daar is vrijheid.

Mensenvrees maakt dan plaats voor heilige vrijmoedigheid. Zie dat maar op de Pinksterdag in Petrus, maar dat is wel iets heel anders dan brutaliteit of vrijpostigheid. Dan gaan Gods eer. Zijn Naam en zaak, maar ook het heil van zielen, zwaarder wegen dan onze naam, eer en de vriendschap of gunst van mensen. Die opmerking van Gurnall over "mensenvrees" heeft me echt getroffen. O, zullen we, door vrees voor de mens, moordenaars van kostelijke zielen worden?

Zullen we, om mensengunst, zielen, zonder ons vrij te maken, ongewaarschuwd laten voorthollen naar een eeuwig verderf? Ik herinner me, hoe nu al wat jaren geleden bij de bevestiging van een andere kandidaat, de bevestiger erop wees dat die mensenvrees, door dwaze eigenliefde, ons als ambtsdragers zulke parten kan spelen. Dan is het, zei hij, misschien nog niet al te moeilijk eerlijk en getrouw te zijn op de preekstoel, maar zijn we het dan ook in het persoonlijke gesprek, bijvoorbeeld als we op huisbezoek gaan? Durven we dan ook te waarschuwen, in liefde, voor mogelijke valse gronden, waarop het huis van de hoop werd gebouwd? Dan wordt het toch wel eens een wonder, dat de Heere nog geen ontslagbrief heeft gegeven aan een ontrouwe dienstknecht.

"Want Ik, de HEERE, word niet veranderd, daarom zijt gij, o kinderen Jacobs, niet verteerd."

Doe de Heere genadig verzoening over al onze, zovele, ambtelijke zonden in het bloed van die enige getrouwe Knecht, Die voor het aangezicht van Zijn Vader staat, Zijn Kerk ten goede, als de grote Bedienaar van het hemelse heiligdom.

En mag in Zijn bediening alleen, in die gezegende Christus, al onze hoop, kracht en blijdschap zijn.

Een hartelijke groet van overzee,

Wyckoff, U.S.A.,

ds. C. Vogelaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1994

De Saambinder | 12 Pagina's

Van overzee

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1994

De Saambinder | 12 Pagina's