Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jona’s beroepsbrief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jona’s beroepsbrief

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jona 1 : 1-3.

(3)

Waarom geweigerd?

Ongetwijfeld speelde eigenliefde Jona parten. Hij had zichzelf er niet voor over. Gods kinderen en knechten zitten zo vol met eigenliefde. Daarnaast was Jona een Jood. De zaligheid was toch alleen voor Israël? Alleen Israël was toch het volk Gods? Het was toch ongehoord, dat hij het Woord Gods moest gaan prediken aan heidenen? Dat kunnen wij ons nu niet meer zo goed voorstellen. Wij leven na Pinksteren. Het Evangelie is zijn loop begonnen naar alle volkeren. Maar Jona leefde nog midden in het Oude Testament. Toen was het ongekend het Woord te prediken aan de heidenen. Daar zal Jona ook moeite mee hebben gehad.

Toch is het diepste motief Man Jona's weigering nog iets anders geweest. Daarvan leest u in Jona 4 : 2: Want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwaad". Wat was Jona's vrees? Hij vreesde, dat Nineve op zijn prediking tot bekering zou komen. Dat wilde hij niet. Hij vreesde, dat het oordeel over Nineve dan niet zou komen, omdat de Heere een lankmoedig en goedertieren God is. En hij wilde niets liever dan de ondergang van Nineve, die grote Assyrische stad. Jona heeft zich dus geërgerd aan de goedheid Gods! Wat kunnen Gods kinderen toch ver weg zijn! Zelf zijn zij uit enkel goedertierenheid opgeraapt uit de modder van de zonde en dan ergeren zij zich later als de Heere diezelfde goedertierenheid aan anderen bewijst. Wij ergeren ons als de Heere in Zijn lankmoedigheid de zondaar nog door laat gaan. De zonden van Nederland roepen naar de hemel en de Heere grijpt niet in. Wat kunnen wij ons daaraan ergeren! En als een lid van de gemeente in de zonde valt, tot inkeer komt en in een hartelijk berouw Gods goedertierenheid en genade mag ervaren, dan ergeren wij ons en draaien ons hoofd om als wij hem tegenkomen. En als hij naast ons in de kerk komt zitten, dan zouden wij graag een eindje opschuiven. Zo was Jona! Zou u durven zeggen, dat dit nooit eens in uw hart leeft? De Heere wilde die prediking tegen Nineve om Nineve te behouden, maar Jona wilde de ondergang van Nineve. Wat zou u denken van een predikant, die de preekstoel opgaat met het gebed of de Heere door zijn prediking niemand bekeren wil? Zo'n predikant was Jona!

Wat zou het toch verschrikkelijk zijn als Nineve tot bekering kwam! Zover kan het komen met Gods kinderen en knechten. Jona stelde zijn eigen gedachten en overleggingen boven het Woord Gods. Bent u daar ook nog steeds mee bezig? Stelt u ook nog steeds uw eigen inzicht boven Gods inzicht? Zou u ook zo graag een streep willen halen door Gods rekening? Dwaas, die u bent! Wie zijt gij, o mens, dat gij tegen God antwoordt? Vergis u niet. De Heere weet u wel te vinden. Ik hoop, dat u het vandaag nog van God verliezen mag en dat de Heere u te sterk wordt. Dan houden al onze redeneringen op en dan leren wij onze gedachten gevangen geven onder de majesteit van het Woord Gods. Ja, dan wordt het een vragen: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? Gelukkig mens, die zijn overleggingen leert kruisigen en onder God terechtkomt.

"Maar":

Jona bedankte voor het beroep, dat God op hem deed. Gods beroepsbrief zinde hem niet. "Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, van het Aangezicht des Heeren" (vers 3). Het woordje "maar" duidt op een tegenstelling. Als dat "maar" een tegenstelling inhoudt tegenover de duivel en de zonde, dan is dat een voortreffelijke zaak. Maar als het tegen de Heere ingaat is dat ontzettend. Het "maar" van Jona was een vreselijk "maar", omdat het inging tegen het Woord en de opdracht Gods. Er is een "maar" van de kant van God en van de kant van de mens. Er is een "maar" van de kant van God tot behoudenis. Denk aan Rom. 6 : 23: Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere". Denk ook aan Efeze 2 : 4: Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft". Dat "maar" van Gods genade, dat is begonnen in de eeuwigheid, in de eeuwigheidsdiepten van Zijn goddelijke vredesgedachten. Dat goddelijke "maar" doorbreekt de macht van de zonde en de dood. Eeuwig wonder, als dat "maar" mag doorklinken in het hart.

Want tegenover dat "maar" van God staat het "maar" van de kant van de gevallen mens. Wij komen met onze "ja maars". Wij willen niet vallen onder het Woord Gods. Wij zijn bittere vijanden tegen God en Christus en tegen vrije genade. Weet u, wat het wonder wordt voor al Gods kinderen? Dat het "maar" van God sterker is dan ons "maar". Als dat niet waar was, dan zou nooit iemand zalig kunnen worden.

Wie Jona tegenover de Heere was

Het was Gods barmhartigheid over de honderdduizenden van Nineve van waaruit Jona de opdracht kreeg om tegen Nineve te prediken. Daartegenover stelde Jona zijn "maar". Hij wilde Gods reddende arm niet tot behoud van anderen. Waar God "ja" had gezegd, daar zei Jona "nee". Bent u beter? Hebt u nooit last gehad van die "ja maars"? De geschiedenis van Jona kenmerkt zich door dat steeds wisselende "maar": Maar Jona, maar de Heere, maar Jona, maar de Heere.

Maar Jona vluchtte per schip, maar de Heere wierp een grote wind op de zee, maar de Heere vroeg, maar Jona zeide. Hier ziet u wie Gods knechten en kinderen in zichzelf zijn en blijven. Vol tegenspraakl Maar hier ziet u ook, Wie de Heere is, dat Hij zulke tegensprekende zondaren draagt en verdraagt, ja zelfs gebruiken wil in Zijn dienst.

Kunnen wij de Heere ontlopen?

Het Woord des Heeren riep Jona's tegenspraak op. Want het Woord Gods doet altijd wat. Een mens blijft daar nooit dezelfde onder U leert eronder buigen, of u blijft u ertegen verzetten. U moet niet denken, dat u ooit de kerk uitkomt zoals u erin kwam. Als het Woord u niet tot bekering leidde is uw schuld en verantwoordelijkheid weer groter geworden. Bij Jona wierp het Woord verzet op. Hij maakte zich op om het Woord van zich te werpen. "Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, van het Aangezicht des Heeren". Wat een onrust in Jona's ziel. Wat een koortsachtige activiteit om onder de wil Gods uit te komen. Dat is nu het beeld van een mens, die het Woord Gods ontlopen wil. U moet niet denken, dat u rust vindt voor uw ziel, als u God en Zijn Woord ontlopen wilt. Dat betekent onrust op onrust en het loopt uit op de eeuwige onrust. De goddelozen hebben geen vrede, zegt God. Onrustig is mijn hart in mij, totdat het rust vindt in U, o God. Door onrust gedreven ging Jona naar Jafo. Daar vond hij een schip, dat naar Tarsis zou varen. Niet Tarsen in Klein-Azië, maar Tarsis in Spanje! Dat was een uithoek van de toenmaals bekende wereld. Verder kon Jona niet. Het zou hetzelfde zijn als er nu iemand naar een eilandje in de Stille Zuidzee zou vertrekken. Zo vluchtte Jona weg van Gods Aangezicht. Hier hebt u het beeld van de mens, die God ontlopen wil, die voor God wil wegvluchten. Dwaas die u bent. God is nooit te ontlopen. "Waar zou ik heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw Aangezicht? " (Psalm 139 : 7).

Zeist, ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1995

De Saambinder | 12 Pagina's

Jona’s beroepsbrief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1995

De Saambinder | 12 Pagina's