Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gebouw Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gebouw Gods

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Tot Welken komende, als tot een levende Steen, van de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en dierbaar; zo wordt gij ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus ".

1 Petrus 2 : 4 en 5.

Het koninkrijk Gods zal gebouwd worden ondanks de sterke tegenstand van Satan. De middelmuur des afscheidsels is doorbroken en de Heere zal Zelf voor de uitbreiding en de fundering van Zijn Kerk zorgdragen. Hier gebruikt de Heere Petrus als instrument om die uitbreidende gemeente te troosten en te onderwijzen. Hij richt het schrijven in het bijzonder tot de Joden in de verstrooiing, want hij heeft voornamelijk onder hen gearbeid, die onder de openbaringsvorm van het verbond leven. Onderwijs is ook ons zo hard nodig... Juist de Kerk des Heeren, als nieuwgeboren kinderkens, is zo aangewezen op die redelijke onvervalste melk van het evangelie, opdat zij door dezelve moge opwassen. In het verband van onze tekst maakt Petrus gebruik van het beeld van een gebouw, dat opgetrokken wordt. De Kerk in haar geheel, maar ook iedere gelovige in het bijzonder, wordt in Gods Woord meermalen daarbij vergeleken. Terecht is hiervoor dan als uitgangspunt het fundament gekozen, omdat dat van bijzondere betekenis is. Het wordt genoemd een komen tot de levende Steen en begrijpelijk, dat hiermee bedoeld wordt Christus Zelf als het fundament, de hoeksteen, het Hoofd van de gemeente Gods. Het is vandaag voor ons belangrijk, maar in het bijzonder voor de Jood, die in het Oosten wist hoe belangrijk het fundament is voor een gebouw. Als het fiindament goed is, dan zal het gebouw duurzaam zijn. Het gaat dan niet in de eerste plaats om het mooie, wat stijl of indeling betreft, of het ftinctionele, maar om het houdbare, het duurzame. Het functioneren van de gemeente als een levende gemeente wordt in dit verband alleen als mogelijk gezien, als zij verbonden is met die levende Steen Christus. Christus wordt hier een levende Steen genoemd om verschillende oorzaken. In de eerste plaats om het duurzame, de vastheid en het onvermurwbare aan te geven, maar daartegenover ook duidelijk als levend.

Het leven van de Kerk is geen dode materie, maar geeft warmte en leven door de verbondenheid met Hem, Die hun leven is. Onze kanttekening wijst erop, dat het woordje levende vooral ziet op de vervulling van de oudtestamentische schaduwen. Toen was alles nog leeg en dood, maar door de komst van Christus is het alles levende werkelijkheid geworden. Het gaat om de inhoud van het oude, namelijk het nieuwe, geopenbaard in Hem, Die beloofd was om de zaligheid van Zijn Kerk te verdienen. Christus heeft Zichzelf ook meermalen het Leven genoemd. Hij is dood geweest en is weder levend geworden. Hij is het Leven krachtens Zijn Goddelijke natuur. God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God. Hij is van eeuwigheid tot eeuwigheid, de altijd levende eeuwige God. Maar Hij is ook het Leven krachtens Zijn menselijke natuur Hij was en is immers zonder zonde en mitsdien de dood niet onderworpen. Hij is tot zonde gemaakt ten behoeve van Zijn Kerk, die Hij kocht, maar Hij is het Heilige, Dat uit de maagd geboren is. Wat echter ook inhoudt, dat Hij als de Middelaar Gods en der mensen ook het Leven is. Hij heeft immers ook het leven voor de Zijnen verworven. De Kerk des Heeren kan dan ook alleen leven in verbondenheid met Hem, door deel te hebben aan Hem. Hij is in het menselijk geslacht afgedaald en Zijn broederen in alles gelijk geworden om het leven te verwerven voor hen door de dood te verslinden. Daartoe stelde Hij Zijn ziel tot een rantsoen voor velen.

Hij is het eeuwige levende fundament van de kerk en buiten Hem is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Maar Hij is van de mensen verworpen. Niet alleen dat er voor Hem geen plaats was bij Zijn komst, ook tijdens Zijn leven is duidelijk gebleken, dat Hij gekomen is tot de Zijnen en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. Ondanks Zijn leven en werken is Hij uitgespuwd en aan het vloekhout gehangen, terwijl Hij het Leven was. De mensen, dat wil zeggen U en ik, niet die anderen. Het is het verschrikkelijke van de doodstaat. Niet alleen verloren in zonden en schuld, maar ook het middel tot verlossing verwerpende. De drenkeling, die de boei der verlossing wordt toegeworpen, pakt hem niet eens. Dodelijk onmachtig en goddeloos onwillig. Hoe dan tot hem komen?

Maar Hij is bij God uitverkoren en dierbaar. Hij is de eeuwig geliefde des Vaders. Maar daarin komt ook het welbehagen des Vaders openbaar, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Het zijn de eeuwige gedachten Gods, maar Hij zorgt ook voor de wonderlijke uitvoering daarvan. God heeft Zijn Zoon uitverkoren ten behoeve van die uitverkoren gemeente. En juist ook zo is Hij Zijn Vader dierbaar, omdat Hij die eeuwige liefde des Vaders mogelijk maakte in de uitvoering. Hij is de Vader dierbaar in Zijn overgave om de Zijnen tot die zaligheid te brengen. Hij is de Vader dierbaar in Zijn lijden, in Zijn sterven, in Zijn opstanding en in Zijn hemelvaart en zitten ter rechterhand Gods. Van eeuwigheid tot eeuwigheid is Hij de Vader dierbaar. Maar hoe dan komen?

Als er een fundament gelegd wordt, dan weet iedereen, dat er een gebouw verrijzen zal. Dan moeten de stenen bij het fundament gebracht worden en niet het fundament bij de stenen. Het moet een eenheid worden, die stenen moeten ermede verbonden worden tot een eenheid. En dat is nu het werk van die goddelijke Geest. Deze gaat uit van de Vader en de Zoon om de zaligheid toe te passen en de Zijnen tot het fundament te brengen. Daartoe is nodig de godsdaad van levendmaking.

Dan worden die stenen met het ftindament verenigd en dat komt openbaar in de rijke vruchten des geloofs. Als nieuwgeboren kinderkens zijn zij be­ gerig naar de redelijke en onvervalste melk. Dat betreft de Kerk als geheel, maar ook iedere gelovige in het bijzonder. Daarom is dat begerig zijn zo noodzakelijk. Zo werkt ook altijd de Heilige Geest. Zij komen tot dat fundament met smeking en geween in overtuiging van zonden en schuld. Het oordeel Gods waard. Dan wordt het zo onmogelijk om zalig te worden. Tegen een goeddoend God gezondigd en die ene Naam tot zaligheid verworpen te hebben. Het is zo hopeloos om bij die levende Steen te komen. Maar wat is het wonderlijk rijk en een ontdekking van 's hemelswege als het fundament ontdekt wordt aan de ziel. Dat is de enige Weg en mogelijkheid om weer voor God te kunnen bestaan, om te leven. Tot Welke komende door de werking van Gods Geest, Die in alle waarheid leidt. Die Steen is zo dierbaar en beminnelijk. Alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Tot Hem komende worden zij ook zelf als levende stenen gebouwd tot een geestelijk huis. In het Oosten, waar dit beeld zo duidelijk sprak, wist men heel goed, dat die stenen pasklaar gemaakt moeten worden. Wij kermen de fabrieksstenen, waar zo weinig verschil in afmeting of samenstelling aangetoond kan worden. Maar in het Oosten moesten ze gefatsoeneerd en bewerkt worden om in het geheel te kunnen passen. Zo moet ook geestelijk alles afgekapt worden, wat er teveel aan is en een zorgvuldige verbinding met het fiindament onmogelijk maakt. Daartoe is die redelijke onvervalste melk onmisbaar. Daartoe werkt de Heilige Geest door het woord, opdat alles afgebroken wordt dat een scheiding zou kurmen veroorzaken tussen die stenen en het fundament. Alle eigengerechtigheid, eigenwillige godsdienst (en dat is verschrikkelijk veel) alle grond in ons bidden en worstelen of rijke gebedsverhoringen kunnen voor God niet bestaan. Het gaat om die eniggeldende en eeuwiggeldende gerechtigheid van Hem, Die alles alleen heeft aangebracht. Het moet worden tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom. Wat dat is? Priester zijn betekent volle overgave. Zijn voetstappen leren drukken. Door goed gerucht en kwaad gerucht Hem dienen. Geestelijke offeranden zijn er velen. Niet hetgeen wij presteren, maar de werkingen van de Heilige Geest, zoals verbrokenheid en verslagenheid des harten, gebed en smeking, afsterven van de oude mens, hartelijk leedwezen over de zonden, maar ook toewijding, lof en dankzegging, en hartelijke vreugde in God door Christus en een liefde om in alle goed werk naar de wil van God te leven. Het gaat er niet om of het voor mensen aangenaam is, maar bij God. En bij God kan het alleen aangenaam zijn als het werk van Hem is en het onze is weggewassen in het bloed des Lams. Alles van ons valt dan weg, maar dan worden we alleen zalig, omdat God het wil. Wat is die redelijke onvervalste melk ons noodzakelijk!

Wijlen ds. P. Honkoop jr.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1996

De Saambinder | 12 Pagina's

Het gebouw Gods

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1996

De Saambinder | 12 Pagina's