Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gezag van de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gezag van de Bijbel

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

et hier volgende referaat werd uitgesproken tijdens de sluitingssamenkomst van de cursus Godsdienstonderwijs op ISjunij.l. te Rotterdam (red.).

(1)

De aktualiteit van dit onderwerp

Kort geleden schreef Dr B. Loonstra, predikant in de Christelijk Gereformeerde Kerken een boek met als titel: "De geloofwaardigheid van de Bijbel". Hij beweert bijvoorbeeld bij de beschrijving van het zondvloedverhaal in de Bijbel dat dit wel historisch is, maar niet tot in detail waar hoeft te zijn, omdat het gaat over de kem van de Bijbelse boodschap.

De schriftopvatting van Prof Dr. H.M. Kuitert, kort weer gegeven met de stelling dat 'alle spreken over Boven van beneden komt, ook als er gezegd wordt dat het van Boven komt' is een teken van de vrijzinnigheid, die iiuniddels gekomen is in de van ouds orthodox gereformeerde kerken. Hij ziet de Bijbel als een menselijke reactie op de goddelijke boodschap en niet als Gods Woord zelf Zo spreken de apostelen en de profeten niet meer met het gezag van 'alzo zegt de Heere' maar we krijgen dan te maken met de visie van Jesaja, Ezechiël of Paulus.

Als derde bewijs van de aktualiteit van dit onderwerp noem ik de geweldig sterke nadruk op de zogenaamde 'spiritualiteit'. Alles is gespitst op de menselijke ervaring eventueel door onmiddelijke openbaring, waarbij het gezag van de Schrift eveneens teloor gaat en de boodschap van de Bijbel gereduceerd wordt tot datgene wat vanuit de eigen ervaring wordt herkend. Ik denk aan de 'Toronto-blessing' en andere 'pinksterachtige' bijeenkomsten, zoals die jaarlijks eerst in Vierhouten plaats vonden en de laatste keer in de Flevopolder.

Daar hebt u de aktualiteit van het onderwerp: de moderne spiritualiteit, een orthodoxe kerk, die vrijzinnig werd en een reformatorische kerk waar op het klassieke belijden van het gezag van de Bijbel wordt afgedongen op grond van het hedendaagse wetenschappelijk onderzoek. Al moet ik daarbij zeggen dat Loonstra direkt in zijn eigen kerk weersproken is, o.a. door Prof Van Genderen in de Wekker en door Ds. Den Butter in Bewaar het Pand.

Het gezag van de Bijbel is van fundamenteel belang

Eeuwenlang was in de christelijke kerk duidelijk wat er bedoeld werd met het gezag van de Bijbel als het onfeilbare Woord van God. ledere christen boog voor dat gezag. Die tijd is voorbij. Zeer velen binnen de christelijke kerken en de geestelijke leidslieden zien de Bijbel niet meer als het enig gezaghebbend Woord van God. Als iemand zegt dat hij wil uitgaan van de Bijbel, weten we eigenlijk nog niets. Laat hij zich er alleen maar door "inspireren"? Welke schriftbeschouwing hanteert men? Je moet eerst vragen hoe men de Bijbel ziet. Als de gezaghebbende openbaring van de levende God of als een feilbaar docu- ment van menselijke godsdienstige ervaring.

Wat betekent het voor ons als we de Bijbel erkennen als het Woord van God? Het betekent in ieder geval dat we een uniek goddelijk gezag toekennen aan de Heilige Schrift zoals die tot ons komt vanaf Genesis 1 tot en met Openbaring 22. Dit Woord van God is richtsnoer voor geloof en leven. Het bepaalt de inhoud van het geloof, maar het is ook normatief voor de christelijke levenswijze. De visie op abortus en euthanasie, homoseksualiteit en bijvoorbeeld de vrouw in het ambt hangt volledig samen met hoe men het gezag van de Bijbel opvat. Sterker nog, het al of niet zalig worden staat of valt met het wel of niet aanvaarden van het absolute goddelijk gezag van Gods onfeilbaar Woord.

Het zal duidelijk zijn dat een beroep op de Schrift vanuit orthodoxe kringen steeds minder weerklank vindt in onze geseculariseerde samenleving en dat we daardoor hoe langer hoe meer in een isolement zullen komen. We hebben de tijdgeest tegen. Niet alleen buiten de kerk, maar ook binnen de kerk en het christendom is het gezag van de Bijbel gedevalueerd. Steeds meer komen er kritische opvattingen naar voren over de Bijbel, waardoor het unieke van de Godsopenbaring ontkend wordt. Zo komen de Bijbel, de koran en de Boeddhistische Veda's op één lijn te staan. Het zijn allemaal boeken met menselijke religieuze ervaringen. Zo zijn alle wereldgodsdiensten gelijk en heeft de Bijbel alleen gezag voor iemand, zolang deze hem aanspreekt.

Anderen gaan minder ver en willen nog vasthouden aan de 'kernwaarheden' binnen de Schrift, terwijl ze tegelijkertijd erkennen dat er allerlei fouten en dwalingen in de Bijbel voorkomen. Uit een feilbare en op een aantal punten onbetrouwbare Bijbel moet je dan normatieve elementen en kemen halen en daarmee ben je overgeleverd aan de willekeur van de mens, die bepaalt watje als keminhoud wil zien en wat niet. De noties van zonde en schuld tegenover God, de verzoening door voldoening en de weg van geloof en bekering om te mogen delen in die verzoening worden het eerst weggelaten. Wat overblijft, is meestal een slap aftreksel, een beetje algemene religieusiteit, dat zich inderdaad niet meer fiindamenteel onderscheidt van andere wereldgodsdiensten.

Wie vandaag in gelovige en hartelijke erkeiming wil buigen voor heel de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord, wordt gezien als een 'fundamentalist' , die zich onvoorwaardelijk overgeeft aan een bepaalde autoriteit en zich zo terug trekt in een onaantastbare schuilkelder zonder enige verbinding met de wetenschap. Men noemt het een blind autoriteitsgeloof Is dat zo? Herkennen wij ons hierin? Ik dacht van niet. De Bijbel en de gereformeerde belijdenis geven juist aan hoe belangrijk het is dat ons verstand door de Heilige Geest wordt verlicht. Naast de inspiratie bij de bijbelschrijvers erkennen we de noodzaak van de illuminatie bij de lezers.

Tegenover de stelling van Kuitert dat alle spreken over Boven van beneden komt, staat onze fiindamentele overtuiging dat het spreken in de Bijbel over Boven van Boven komt (het gaat hier om de openbaring van God), maar die openbaring van God gaat via mensen, die Hij inschakelt. Die mensen zijn geleid, gedreven door de Heilige Geest. Daar hebt u het geheim van de inspiratie (Latijn) ofwel de theopneustie (Grieks: an God doorademd). En hoe komt het dat wij daarin geloven? Dat komt in de eerste plaats omdat de Bijbel dat zelf zegt (2 Tim. 3 : 16 en 2 Petr. 1 : 21) maar ook door het inwendig getuigenis van de Heilige Geest in het hart van de gelovigen, waardoor zij 'amen' zeggen op het Woord en geloven dat ze van God zijn (NGB art. 5).

Dit wonderlijke geheim is nooit te vangen in een bepaalde inspiratietheorie, waarin wordt aangegeven op welke manier de Heilige Geest mensen heeft geleid bij het ontvangen en teboek stellen van Gods Woord. Is dat letterlijk geweest of woordelijk, mechanisch of organisch? Inspiratietheoriën blijven uiteindelijk toch maar gebrekkige menselijke pogingen om het geheimenis van de Godsopenbaring aan te duiden. Het gaat uiteindelijk om de grondovertuiging dat heel de Bijbel Gods onfeilbaar Woord is. We hebben niet in de eerste plaats een bepaalde inspiratietheorie, maar een inspiratiegeloof!

De klassiek gereformeerde schriftbeschouwing

Laat ik beginnen met de klassiek gereformeerde schriftbeschouwing zoals die verwoord is door de grote reformator Calvijn. Calvijn leert dat de Bijbel zijn geloofwaardigheid in zichzelf heeft. Gods kinderen vinden volko­ men rust bij de Schrift, als hun verstand door Gods Geest wordt verlicht. De Geest verzegelt in hun harten de Bijbel als Gods Woord. Hij schrijft in zijn Institutie (I, VII, 5): "Dan geloven wij niet meer op grond van ons eigen of anderer oordeel, dat de Schrift van God is, maar boven het menselijk oordeel stellen wij als zekerder dan zeker vast (even alsof wij daar de Godheid van Godzelf aanschouwen), dat zij door de dienst van mensen, van Gods eigen mond zelf tot ons gekomen is." Heel de Schrift is bij Calvijn het geïnspireerde Woord van God en naar vorm en inhoud het werk van de Heilige Geest.

Hetzelfde schriftgelovig standpunt met betrekking tot het gezag van de Bijbel komen we tegen in de NGB art. 3-7. Het gezag van de Schrift rust in God Zelf, al is de Bijbel op een middellijke wijze tot ons gekomen. Maar die 'heilige mensen Gods' waren betrouwbare getuigen. Toch rust het gezag niet in hun betrouwbaarheid, maar in het feit dat ze door de Heilige Geest gedreven zijn. Dat onderstreept de goddelijkheid en de onfeilbaarheid van het Woord. Het is opvallend dat de belijdenis haar geloof in het gezag van de Bijbel verwoordt met woorden aan de Schrift zelf ontleend. Door Gods bijzondere zorg, die Hij voor ons en onze zaligheid draagt, heeft God ervoor gezorgd dat het geopenbaarde Woord ook op schrift is gesteld. Zowel het Oude als het Nieuwe Testament. De canonieke boeken worden afgegrensd van de apocriefe en aangewezen als een 'regel des geloofs' om ons geloof daarop te gronden en daarmee te bevestigen.

Zonder enige twijfeling geloven we alles wat in de Schriften begrepen is. Hier wordt gesproken met dezelfde absolute zekerheid als Calvijn dat deed. De Bijbel heeft absoluut gezag. Zowel wat de vorm als de inhoud betreft, gaat het om 'goddelijke geschriften'. Als er gesproken wordt over de volkomenheid van de Bijbel wil dat zeggen dat de wil van God daarin volkomen is geopenbaard. De genoegzaamheid van de Schrift betekent dat al hetgeen de mens schuldig is te geloven om zalig te worden, daarin genoegzaam geleerd wordt.

Rond de laatste eeuwwisseling zitten de theologen Kuiper en Bavinck nog helemaal op dezelfde lijn als de Reformatie. De Bijbel is naar vorm en inhoud voor honderd procent Gods Woord, al is binnen de Schrift een goddelijke en een menselijke faktor te onderscheiden. God spreekt tot ons met inschakeling van menselijke vertolkers. Dat hebben ze willen aangeven met de term 'organische inspiratie': de Bijbel draagt het stempel van de taal en cultuur van de tijd waarin zij ontstond. De inspiratie door de Geest geldt niet alleen profeten, geschiedschrijvers en apostelen, maar ook de verzamelaars van bronnen en de redacteurs: heel het proces van de tot standkoming van de Bijbel staat onder Gods bijzondere leiding.

Bavinck laat de eerbied voor de Heilige Schrift wel gepaard gaan met een zekere openheid naar het wetenschappelijk schriftonderzoek, maar hij fundeert zijn inspiratieleer ook op het zelfgetuigenis van de Bijbel. Hij waarschuwt ervoor dat de Bijbel geen handboek is voor geologie, fysica, astronomie e.d. Hij had ook open oog voor de verscheidenheid van literaire genres. Met kracht verzet hij zich tegen de mechanische inspiratieleer. De bijbelschrijvers zijn met hun gaven en ontwikkeling betrokken geweest bij het ontvangen en boekstaven van de Godsopenbaring.

Enerzijds houdt Bavinck vast aan de absolute onfeilbaarheid van Gods Woord en anderzijds wil hij op een integere wijze erkenning geven aan wat het schriftonderzoek boven water brengt. Juist zijn hartelijke erkenning van het gezaghebbend karakter van de Bijbel geeft een stuk onbevangenheid tegenover allerlei vragen, die de Schrift oproept, zoals schijnbare tegenstrijdigheden en moeilijk uit te leggen gedeelten. Welke gelovige heeft daarvan geen weet? Welke dominee worstelt op zijn studeerkamer niet met de uitleg van een bepaalde tekst? Soms gaat na herhaald gebed het licht erover op. Soms blijven de vragen liggen bij gebrek aan licht. Het erkennen van die openstaande vragen doet geen afbreuk aan het gezag van de Bijbel.

De wissel gaat om in de richting van de schriftkritielc

Bij de dogmaticus Dr G.C. Berkouwer gaat ten aanzien van het schriftgezag een belangrijke wissel om. Hij gaat te werk vanuit de methode van de correlatie: de wederzijdse onderlinge afhankelijkheid en beïnvloeding tussen het Woord en het menselijk geloof Die twee zijn op elkaar betrokken. Zo komt er een grote nadruk op de menselijkheid van de Bijbel. Hij onderscheidt hoofd-en bijzaken en schept zodoende ruimte om over een aantal zaken anders te denken dan de letter van de Bijbel. Die onderscheiding komen we ten diepste ook bij Kuitert en bij Loonstra tegen.

Bij Berkouwer valt het formele schriftgezag weg en blijft alleen het materiële gezag over Het gaat om het waarheidsgetuigenis. En dat is betrouwbaar. Dat woord 'betrouwbaarheid' komt in de plaats van 'onfeilbaarheid'. Zo komt er ruimte om een verwevenheid te zien van historische feiten en religieuze duidingen in de bijbelse geschiedschrijving. Het gaat niet om wat er werkelijk gebeurd is, maar om de verkondiging. Hier liggen al de kiemen van wat de modeme theologie bedoelt te zeggen met de uitspraak: het is wel waar, maar niet echt gebeurd. Zo gaven volgens Berkouwer de evangelisten geen exacte weergave van de feiten als in een rapportage, nee, het is geen verslag maar een getuigenis.

In concreto betekent dit dat er grote vraagtekens gezet worden achter de historiciteit van veel geschiedenissen in de Bijbel. Dan worden het verhalen. Het behoeft niet allemaal 'echt gebeurd' te zijn. De wonderen, die verteld worden, hebben misschien alleen in de opvatting en de beleving van de mensen bestaan. Dan zijn van de profeten wonderen beschreven, die ze in werkelijkheid nooit hebben verricht. De legendevorming om hen heen geeft nog aan welk een diepe indruk hun optteden heeft nagelaten. De eerste hoofdstukken van Genesis geven ons dan geen informatie over hoe de wereld geschapen is.

Vorm en inhoud worden in deze theologie gescheiden en gezag hebben in de Bijbel alleen nog die gedeelten, die heilsgezag bezitten. Enerzijds is er de puur menselijke feilbare vorm en anderzijds de heilsinhoud, waar het uiteindelijk om gaat. Het gereformeerde spoor wordt hier verlaten. Uiteindelijk werd zo de deur op een kier gezet naar een schriftkritische benadering: de Bijbel wordt kritisch gefilterd door wat de menselijke ervaring en het menselijk verstand acceptabel en geloofwaardig acht. Het objectieve onfeilbare door God geopenbaarde Woord moet meer en meer plaats maken voor wat de subjectieve, feilbare gelovende mens ervan vindt.

In 1980 wordt door de synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland met algemene stemmen een rapport over de aard van het schriftgezag aangenomen, dat enkele maanden later verscheen onder de titel 'God met ons'. In dat rapport wordt gezegd dat de bijbelse waarheid is ontstaan vanuit de relatie tussen God en de bijbelschrijvers. God en de feilbare mens werkten samen in het ontstaan van de Bijbel. Daarom kunnen er historische onjuistheden in de Bijbel voorkomen. De bijbelverhalen zijn geen objectief betrouwbare weergaven van wat er in het verleden geschied is. Daar is de Bijbel ook niet voor bedoeld. Ook niet om alleen maar subjectieve interpretaties op te roepen. Het gaat om een 'relationele waarheid', een boodschap, die alleen in geloofsrelatie wordt verstaan. Later sprak men van het 'relationele gezag' van de Bijbel. Belangrijk hierbij is het stichten, onderhouden en verdiepen van de band tussen de lezer en de God van de Bijbel.

In de praktijk betekent deze visie dat een veel grotere plaats gegeven kon worden aan het historisch kritisch onderzoek, waarbij de menselijke faktor bij het tot stand komen van de Bijbel zo'n grote rol speelt. Ook de natuurwetenschappelijke inzichten met betrekking tot de ouderdom van de aarde en van de mensheid vroegen deze nieuwe oriëntatie op het gezag van de Bijbel. En zo kon het komen tot een overheersing van de modeme theologische wetenschap over het schriftgeloof van de christelijke kerk. Modeme theologen schrikken er niet voor terug om gedeelten uit de Bijbel te laten vallen, die niet in hun kraam tepas komen, zoals bijvoorbeeld over de schepping en de zondeval. Eenvoudige gemeenteleden werden wegwijs gemaakt in het verwoestende onbijbelse spoor van de schriftkritiek. En het waarheidsbegrip, dat men ging hanteren, is niet meer aan Gods Woord ontleend, maar aan de modeme existentiefilosofie. Zo sloeg de duivel zijn slag en kwam de vrijzinnigheid binnen in vanouds orthodoxe kerken.

Lelystad

Ds. C.G. Vreugdenhil.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1996

De Saambinder | 12 Pagina's

Het gezag van de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1996

De Saambinder | 12 Pagina's